Rechtbank Midden-Nederland, eerste aanleg - enkelvoudig civiel recht overig

ECLI:NL:RBMNE:2013:7608

Op 28 August 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C-16-346255 - HL ZA 13-172, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBMNE:2013:7608. De plaats van zitting was Lelystad.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
C-16-346255 - HL ZA 13-172
Datum uitspraak:
28 August 2013
Datum publicatie:
14 January 2014

Indicatie

Een uitzendbureau in de IT-branche introduceert een kandidaat bij IT-bedrijf A. IT-bedrijf A voert gesprekken met deze kandidaat, maar besluit deze kandidaat niet in (tijdelijke) dienst te nemen. Het uitzendbureau doet nadien onderzoek naar de werkzaamheden van deze kandidaat en stelt dan vast dat deze kandidaat toch in dienst is getreden bij IT-bedrijf A. Op grond van haar algemene voorwaarden, maakt het uitzendbureau vervolgens aanspraak op een vergoeding van IT-bedrijf A. IT-bedrijf A stelt echter dat de kandidaat niet bij haar, maar bij IT-bedrijf B in dienst is getreden en dat zij, ondanks het feit dat IT-bedrijf A en IT-bedrijf B deel uitmaken van dezelfde holding, met deze indiensttreding niet te maken heeft gehad en dus niet gehouden is enige vergoeding aan het uitzendbureau te betalen. De rechtbank stelt vast dat niet gebleken is dat de kandidaat in dienst is getreden bij IT-bedrijf A en evenmin dat IT-bedrijf A betrokken is geweest bij de indiensttreding van de kandidaat bij IT-(zuster)bedrijf B. De vordering van het uitzendbureau strandt op deze vaststelling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

handelskamer

locatie Lelystad

zaaknummer / rolnummer: C/16/346255 / HL ZA 13-172

Vonnis van 22 januari 2014

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

STHREE HOLDINGS B.V. HODN PROGRESSIVE RECRUITMENT,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres,

advocaat mr. M.G. van den Boogerd te Rotterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AIMSYS B.V.,

gevestigd te Hilversum,

gedaagde,

advocaat mr. J.L. Souman te Epe.

Partijen zullen hierna Progressive en AimSys genoemd worden.

1
De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het tussenvonnis van 28 augustus 2013

het proces-verbaal van comparitie van 6 december 2013 (per abuis gedateerd 2 december

2013), met de door Progressive overgelegde producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2
De feiten
2.1.

Progressive houdt zich bezig met de werving en selectie van specialisten in de IT branche. Zij bemiddelt tussen deze specialisten en haar opdrachtgevers met betrekking tot tijdelijke en permanente aanstellingen.

2.2.

AimSys houdt zich bezig met de ontwikkeling en produceren van software. AimBridges B.V. (hierna: AimBridges) houdt zich bezig met het testen van systemen, bestaande uit hardware en software. De aandelen van AimSys en AimBridges zijn in handen van de holding AimValley B.V. (hierna: AimValley).

2.3.

Op 11 juli 2011 heeft Progressive informatie over [A] (hierna: [A]) aan AimSys gezonden, nadat AimSys te kennen had gegeven op zoek te zijn naar softwareontwikkelaars (‘SW-engineers’). Op 19 juli 2011 en 14 september 2011 hebben gesprekken plaatsgevonden tussen [A] en AimSys. Op 15 september 2011 heeft AimSys aan Progressive meegedeeld geen plek te hebben voor [A].

2.4.

De algemene voorwaarden van Progressive bevatten, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen:

“3. Een Kandidaat wordt geacht aan de Opdrachtgever te zijn geïntroduceerd op het moment waarop de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever informatie verschaft gerelateerd aan de Kandidaat. Zodra door of namens de Opdrachtgever nadere informatie over een Kandidaat wordt opgevraagd bij de Opdrachtnemer of wordt verzocht een gesprek met de Kandidaat te arrangeren, is er sprake van aanvaarding van de diensten en de in deze Voorwaarden genoemde tarieven van de Opdrachtgever.

4. Elke introductie van een Kandidaat is strikt vertrouwelijk. Indien overtreding van deze bepaling leidt tot een Arbeidsrelatie tussen een Kandidaat en een derde, is de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer de volledige vergoeding verschuldigd, waar de Opdrachtnemer recht op zou hebben gehad indien die Arbeidsrelatie zou zijn aangegaan tussen de Opdrachtgever en de Kandidaat. Onder een derde wordt mede verstaan een aan de Opdrachtgever gelieerde instelling of onderneming.

5. De Opdrachtnemer heeft recht op een vergoeding indien en zodra er, binnen 12 maanden nadat de Opdrachtnemer een Kandidaat aan de Opdrachtgever heeft geïntroduceerd, een Arbeidsrelatie tot stand komt tussen de Opdrachtgever en die Kandidaat, ongeacht of er sprake is van een proeftijd.

(…)

9. De Opdrachtgever zal de Opdrachtnemer er onmiddellijk schriftelijk van op de hoogte brengen indien er met een kandidaat een Arbeidsrelatie tot stand is gekomen. (…) Indien de Opdrachtgever de Opdrachtnemer niet binnen 14 dagen na de aanvangsdatum van de Arbeidsrelatie tussen de Opdrachtgever en de Kandidaat heeft geïnformeerd, bedraagt de door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer te betalen vergoeding 40% van het door de Opdrachtnemer te bepalen redelijkerwijs te verwachten Jaarinkomen, althans naar keuze van de Opdrachtnemer een bedrag van € 25.000,00.”

2.5.

In de (niet ondertekende) arbeidsovereenkomst tussen AimBridges en [A], gedateerd 7 februari 2012, staat vermeld dat de dienstbetrekking van [A] in de functie van System Verificatie Tester aanvangt op 1 maart 2012. Op de salarisspecificatie van [A] over de maand maart 2012 staat het logo ‘AimValley’ met daaronder ‘AimBridges B.V.’ en als datum van indiensttreding 1 maart 2012.

2.6.

In een telefoongesprek tussen Progressive en [A] op 15 februari 2012 heeft [A] aangegeven in dienst te zullen treden bij AimValley en in een gesprek op 22 juni 2012 heeft [A] aangegeven niet beschikbaar te zijn voor een andere opdracht. In het gespreksverslag van laatstbedoeld gesprek staat, voor zover hier van belang, hier volgende:

“I called the company AimValley (…) and I asked for [A] and the gatekeeper put me through on. A woman voice answered and I asked if I am speaking with [A]. She confirmed it was her. (…) I asked for who does she work for. (…) She told she was working in Holland and then I asked for the same company. She then told me no. I then told her my colleague (…) called you last year and asked if you were available for new project and you told him that you were perhaps working with AimValley BV and then I asked is that by the way the company I called to. (…) She then said, yes AimValley is the company you called (…).”

2.7.

Werknemers van AimSys en AimBridges zijn in hetzelfde gebouw gehuisvest en maken gebruik van emailadressen met de extensie @aimvalley.nl. Het voornemen bestaat om beide vennootschappen te fuseren in 2014.

2.8.

Progressive heeft op 29 juni 2012 aan AimSys een factuur ten bedrage van

€ 29.750,00 (zijnde € 25.000,00 plus btw) gezonden onder de vermelding “Introductievergoeding betreft [A]”. AimSys heeft deze factuur niet betaald.

3
Het geschil
3.1.

Progressive vordert  samengevat - veroordeling van AimSys tot betaling van € 29.750,00, vermeerderd met rente en kosten.

3.2.

AimSys voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Overwegingen

4
De beoordeling
4.1.

Progressive stoelt haar vordering op de stelling dat [A] (in ieder geval) sedert 22 juni 2012, dus (in ieder geval) binnen 12 maanden na haar introductie door Progressive bij AimSys, in dienst is getreden bij AimSys, zonder dat AimSys dit aan haar (Progressive) heeft gemeld. Dit moet er volgens Progressive toe leiden dat AimSys op grond van de bemiddelingsovereenkomst, artikel 5 en artikel 9 van haar algemene voorwaarden, de tussen partijen in acht te nemen redelijkheid en billijkheid en artikel 7:405 juncto 7:426 BW aan haar een introductievergoeding van € 25.000,00 plus btw betaald. Subsidiair betoogt Progressive dat, indien komt vast te staan dat [A] bij AimBridges in dienst is getreden, AimSys gehandeld heeft in strijd met artikel 4 van de algemene voorwaarden door de strikt vertrouwelijke informatie die zij van Progressive heeft ontvangen over [A] te delen met AimBridges. Volgens Progressive is AimSys ook dan gehouden haar € 25.000,00 plus btw te voldoen.

4.2.

AimSys heeft de vordering van Progressive op verschillende gronden betwist. Volgens AimSys zijn de algemene voorwaarden van Progressive niet overeengekomen en is Gopolan niet bij haar, maar bij AimBridges in dienst is getreden, in een andere functie dan de (soort) functie waarvoor zij bij AimSys op gesprek is geweest en heeft AimSys niets van doen gehad met die indiensttreding. AimSys concludeert dan ook dat zij niet gehouden is enig bedrag aan Progressive te betalen.

4.3.

De rechtbank zal allereerst de vraag beantwoorden of [A] in dienst is getreden bij AimSys. Dit is immers de centrale stelling van Progressive, waarop zij haar vordering baseert en waarvan de bewijslast ook op haar rust.

4.4.

Progressive stelt in de dagvaarding dat zij ‘er middels een telefoongesprek [op 22 juni 2012] met [A] achter [is] gekomen dat [A] bij AimSys in dienst is getreden’. Uit de door Progressive overgelegde (in de Engelse taal gestelde) weergave van het betreffende telefoongesprek op 22 juni 2012, waarop zij haar stelling baseert dat [A] bij AimSys in dienst is getreden, blijkt dat [A] gebeld is op het telefoonnummer van AimValley (‘I called the company AimValley (…) and I asked for[A] and the gatekeeper put me through on. A woman voice answered and I asked if I am speaking with [A]. She confirmed it was her.’). Vervolgens wordt aan [A] gevraagd voor welk bedrijf zij werkt, maar op die vraag geeft [A] geen voor de rechtbank eenduidig antwoord (“I asked for who does she work for. (…) She told she was working in Holland and then I asked for the same company. She then told me no.”). Tenslotte wordt [A] de vraag gesteld of dit telefoongesprek plaatsvindt via het telefoonnummer van AimValley en wordt een verbinding gelegd met haar eerdere mededeling dat zij wellicht voor AimValley zou gaan werken (“I then told her my colleague (…) called you last year and asked if you were available for new project and you told him that you were perhaps working with AimValley BV and then I asked is that by the way the company I called to.”). [A] antwoordt daarop dat het gesprek inderdaad plaatsvond via het nummer van AimValley (“She then said, yes AimValley is the company you called”).

4.5.

AimSys heeft betwist dat uit de door Progressive overgelegde weergave van het telefoongesprek van 22 juni 2012 kan worden afgeleid dat [A] bij haar in dienst is getreden. Volgens AimSys zegt [A] in dat telefoongesprek niet dat zij in dienst is getreden bij AimSys, zoals Progressive lijkt te veronderstellen, maar zegt zij dat zij gebeld is via het telefoonnummer van AimValley, de holdingmaatschappij waarvan zowel AimSys en AimBridges deel uitmaken. Aangezien AimSys en AimBridges in hetzelfde gebouw zijn gehuisvest en gebruik maken van gedeelde voorzieningen, zoals Progressive ook zelf heeft gesteld, kunnen medewerkers van AimBridges, zoals [A], worden bereikt via het telefoonnummer van AimValley. Volgens AimSys blijkt uit de door haar overgelegde arbeidsovereenkomst tussen [A] en AimBridges en salarisspecificatie van [A] over de maand maart 2012 dat [A] in dienst is getreden bij AimBridges en niet bij AimSys.

4.6.

De rechtbank is van oordeel dat aan de inhoud van het telefoongesprek tussen [A] en Progressive van 22 juni 2012 niet zonder meer, zoals Progressive doet, de gevolgtrekking kan worden verbonden dat [A] in dienst is getreden bij AimSys. Uit de weergave van het gesprek blijkt immers niet anders dan dat [A] heeft verklaard dat zij gebeld wordt via het nummer van AimValley, hetgeen bevestigd wordt door degene die [A] op dat moment belt. AimSys en AimBridges zijn beide dochterondernemingen van AimValley, gehuisvest in hetzelfde gebouw en maken gebruik van gedeelde voorzieningen. De vaststelling dat [A] gebeld wordt via het telefoonnummer van AimValley laat zonder nadere onderbouwing door Progressive, welke onderbouwing ontbreekt, de mogelijkheid open dat zij niet werkzaam is voor AimSys, maar voor AimBridges, zoals AimSys stelt.

4.7.

AimSys heeft ter onderbouwing van haar stelling dat [A] werkzaam is voor AimBridges een arbeidsovereenkomst tussen [A] en AimBridges en een salarisspecificatie over de maand maart 2012 op naam van [A] en AimBridges overgelegd. Progressive heeft terecht opgemerkt dat de arbeidsovereenkomst niet is ondertekend door [A] en AimBridges, maar naar het oordeel van de rechtbank bieden beide documenten, in onderlinge samenhang bezien, desondanks voldoende onderbouwing voor de stelling van AimSys dat [A] bij AimBridges in dienst is getreden. Beide documenten bevatten immers de naam van deze vennootschap en [A] en in beide documenten staat 1 maart 2012 als datum van indiensttreding. Dit betekent dat de rechtbank in het navolgende ervan zal uitgaan dat [A] op 1 maart 2012 in dienst is getreden bij AimBridges, een ‘zusteronderneming’ van AimSys.

4.8.

Tijdens de comparitie heeft Progressive nog gesteld dat het niet uitmaakt of [A] in dienst is getreden bij AimSys of bij AimBridges, omdat beide dochtervennootschappen zijn van AimValley, die in hetzelfde gebouw kantoor houden en binnenkort zullen gaan fuseren. Naar de rechtbank begrijpt, beoogt Progressive hiermee AimSys en AimBridges met elkaar te vereenzelvigen, zodat het niet uitmaakt bij welke vennootschap [A] nu feitelijk in dienst is getreden en AimSys in alle gevallen gehouden is de door Progressive bedongen vergoeding te betalen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft AimSys hiertegen terecht en op goede gronden bezwaar gemaakt. Immers is gesteld noch gebleken dat in deze zaak sprake is van misbruik van vennootschappen. De omstandigheden dat AimSys en AimBridges onderdeel zijn van dezelfde holdingstructuur, onder leiding van AimValley, en dat zij in hetzelfde gebouw zijn ondergebracht en gebruik maken van gedeelde voorzieningen, zijn onvoldoende om AimSys en AimBridges – voor wat betreft het werkgeverschap van [A]– te vereenzelvigen. De voorgenomen fusie van beide vennootschappen in 2014 leidt evenmin tot de conclusie dat zij voor wat betreft de indiensttreding van [A] in maart 2012 al zouden moeten worden vereenzelvigd.

4.9.

Het vorenstaande betekent dat de primaire grondslag de vordering van Progressive niet kan dragen.

4.10.

Progressive heeft haar vordering subsidiair gegrond op de stelling dat, indien [A] niet in dienst is getreden van AimSys maar van AimBridges en er geen sprake is van vereenzelviging van deze vennootschappen, AimSys het bepaalde in artikel 4 van de algemene voorwaarden heeft overtreden doordat zij de in dat artikel vastgelegde vertrouwelijkheid heeft geschonden. Tijdens de comparitie heeft Progressive verklaard deze schending ‘af te leiden’ uit het feit dat [A] bij AimBridges in dienst is getreden.

4.11.

De rechtbank overweegt dat Progressive aan haar hier besproken stelling enkel ten grondslag heeft gelegd dat [A] in dienst is getreden bij AimBridges, zonder daarbij aan te geven op welke wijze AimSys daarbij de in artikel 4 van de algemene voorwaarden van Progressive zou hebben overtreden. Artikel 4 van de algemene voorwaarden bepaalt immers dat de opdrachtgever (AimSys) een vergoeding aan de opdrachtnemer (Progressive) verschuldigd is indien overtreding van de verschuldigde vertrouwelijkheid leidt tot een arbeidsrelatie tussen een kandidaat ([A]) en een derde (AimBridges). Nu AimSys heeft betwist op welke wijze dan ook betrokken te zijn geweest bij de indiensttreding van [A] bij AimBridges en Progressive op geen enkele manier heeft onderbouwd hoe de door haar gestelde overtreding van de door AimSys verschuldigde vertrouwelijkheid heeft geleid tot de indiensttreding van [A] bij AimBridges, is de rechtbank van oordeel dat deze stelling van Progressive, reeds op zichzelf maar zeker bezien in het licht van de betwisting door AimSys, de vordering van Progressive niet met succes kan schragen.

4.12.

Het vorenstaande betekent dat de vorderingen van Progressive worden afgewezen.

4.13.

Progressive zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van AimSys worden begroot op:

- griffierecht € 1.836,00

- salaris advocaat € 1.158,00 (2,0 punten × tarief € 579,00)

Totaal €  2.994,00

Beslissing

5
De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijst de vorderingen af,

5.2.

veroordeelt Progressive in de proceskosten, aan de zijde van AimSys tot op heden begroot op € 2.994,00,

5.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.P. de Ridder en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2014. (Voetnoot 1)

Voetnoot

Voetnoot 1

type: MdR

coll: