Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Cassatie Strafrecht overig

9 juli 2024
ECLI:NL:HR:2024:904

Op 9 juli 2024 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van strafrecht. Het zaaknummer is 22/00898, bekend onder ECLI code ECLI:NL:HR:2024:904.

Soort procedure
Instantie
Rechtsgebied
Zaaknummer(s)
22/00898
Datum uitspraak
9 juli 2024
Datum gepubliceerd
18 juni 2024
Vindplaatsen
  • RvdW 2024/767
Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 22/00898 P

Datum 9 juli 2024

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 maart 2022, nummer 21-005978-19, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste

van

[betrokkene]
,

gevestigd in

[vestigingsplaats]
,

hierna: de betrokkene.

1
Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft K.J. Breedijk, advocaat in Tilburg, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot de niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep.

De raadsman van de betrokkene heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2
Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1

Het cassatiemiddel klaagt over de niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het hoger beroep.

2.2

Het cassatiemiddel faalt. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 22/00899, ECLI:NL:HR:2024:903.

3
Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 juli 2024.