3.7.
De bewindvoerder heeft in haar brief - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Nadat [appellant] zich had ingeschreven als werkzoekende bij uitzendbureaus lag bij hem de inspanning om uit eigen beweging wekelijks bij de Uitzendbureaus te informeren of om op de site van uitzendbureaus naar vacatures te zoeken en geen afwachtende houding aan te nemen totdat uitzendbureaus contact met hem opnemen.
De bewindvoerder heeft [appellant] erop gewezen bij online sollicitaties een sollicitatie-motivatiebrief bij te voegen. Meestal voegt [appellant] alleen een cv bij terwijl er ook vacatures zijn waar de mogelijkheid is een motivatie bij te voegen.
Gesteld wordt dat de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van [appellant] minder dan
gemiddeld is en hij beter in staat is om zich mondeling uit te drukken. Op 10 november 2023 heeft de bewindvoerder [appellant] er per e-mail op gewezen dat op internet voldoende voorbeeldbrieven staan hoe een sollicitatiebrief opgesteld dient te worden. In dezelfde e-mail heeft de bewindvoerder erop gewezen dat indien [appellant] hulp nodig heeft bij het opstellen van een sollicitatiebrief en cv hij ook contact kan opnemen met zijn contactpersoon bij Sociale Zaken en vragen of hij middels een workshop hierin ondersteuning kan krijgen of
vragen naar ondersteuning/begeleiding richting de arbeidsmarkt. Deze door de bewindvoerder geadviseerde inspanningen heeft
[appellant] tot aan de beëindigingszitting niet ondernomen althans niet aangetoond.
Tijdens die zitting vertelde [appellant] ook dat hij contact heeft gehad met een Pool welk een bouwbedrijfje heeft en aangegeven heeft [appellant] in dienst te willen nemen. Stukken waaruit dat blijkt kon [appellant] niet aanleveren.
De rechter-commissaris heeft [appellant] op basis van de keuring door [naam 1] op 27 juli 2023 de volledige arbeidsplicht opgelegd van 36 uur per week. Deze informatie is [appellant] bekend. Waarom [appellant] nu heeft aangegeven met (slechts) 25 uur per week te starten bij [werktraject] is niet bekend bij de bewindvoerder en rechter-commissaris. Tevens heeft hij geen enkele informatie bij de bewindvoerder aangeleverd waaruit blijkt wat het traject inhoudt.
Mocht dit traject op dit moment met behoud van uitkering zijn dan is hiervoor geen toestemming rechter-commissaris gevraagd en verleend. Daarnaast vraagt bewindvoerder zich af waarom [appellant] zich nu opeens meldt bij [werktraject] en deze inspanningen niet eerder heeft gedaan.
Bij de toelatingszitting speelde al de strijd rondom het contact tussen [appellant] en zijn minderjarige kinderen. Deze problematiek mag een goed verloop van de schuldsaneringsregeling niet in de weg staan. [appellant] heeft zich inmiddels gewend tot een psycholoog. De enige stukken die hij hierover heeft aangeleverd is een telefonische afspraak met [naam 2] op 12 december 2023. Verdere informatie waar hij zich inmiddels heeft gewend voor psychologische hulp is niet aangeleverd. In hoeverre [appellant] zich openstelt voor psychologische hulp is maar de vraag gezien zijn reactie in de mail, van 23 juni 2022. Daarnaast is er de bevestiging van een telefonische afspraak met de behandelaar van polikliniek Neurologie op 29 februari 2024. Deze afspraak zal wellicht betrekking hebben op de epilepsie. Verdere informatie is niet bekend.
Uit de correspondentie tussen de bewindvoerder en [appellant] en de verslagen blijkt voldoende dat de informatieplicht niet volgens de regels van de schuldsaneringsregeling verloopt.
De bewindvoerder verzoekt het vonnis waarvan beroep te bekrachtigen. In de periode voorafgaand aan dit hoger beroep is onvoldoende gebleken dat [appellant] zich maximaal heeft ingespannen met betrekking tot het verwerven van een fulltime betaalde baan (minimaal 36 uur per week).