Rechtbank Den Haag, vereenvoudigde behandeling vreemdelingenrecht
ECLI:NL:RBDHA:2025:22672
Op 1 December 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een vereenvoudigde behandeling procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is NL25.51169, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:22672. De plaats van zitting was Groningen.
Indicatie
Beroep niet tijdig, asiel
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. J.J. de Vries),
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
1. Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister niet op tijd zou hebben beslist op de asielaanvraag van 17 november 2023.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. (Voetnoot 1)
Overwegingen
Beoordeling door de rechtbank
Is het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond?
2. Op 26 maart 2024 heeft de minister de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Bij de uitspraak van 1 mei 2024 heeft deze rechtbank en zittingsplaats het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Eiser heeft de minister op 3 oktober 2025 gevraagd om binnen twee weken te beslissen. (Voetnoot 2) Omdat door de minister al een besluit is genomen, is er voor de rechtbank geen aanleiding om te bepalen dat de minister alsnog een besluit op de aanvraag dient te nemen. (Voetnoot 3)
3. Het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit is kennelijk niet-ontvankelijk.
Conclusie en gevolgen
4. Het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit is niet-ontvankelijk. De minister hoeft de proceskosten niet aan eiser te vergoeden.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van K.D.M. Nijholt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Voetnoot
Voetnoot 1
Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Voetnoot 2
Artikel 6:12, tweede lid aanhef en onder a, van de Awb.
Voetnoot 3
Artikel 8:55d van de Awb.