Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Eerste aanleg - enkelvoudig Verbintenissenrecht

21 augustus 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:7817

Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van verbintenissenrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 10994597 \ CV EXPL 24-771, bekend onder ECLI code ECLI:NL:RBNHO:2024:7817. De plaats van zitting was Alkmaar.

Soort procedure
Zaaknummer(s)
10994597 \ CV EXPL 24-771
Datum uitspraak
21 augustus 2024
Datum gepubliceerd
31 juli 2024
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 10994597 \ CV EXPL 24-771

Uitspraakdatum: 21 augustus 2024

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

[eiser]

gevestigd te

[plaats 1]

eiseres

verder te noemen:

[eiser]

procederend in de persoon van haar voorzitter,

[naam]

tegen

[gedaagde]

wonende te

[plaats 2]
(Duitsland)

gedaagde

verder te noemen:

[gedaagde]

procederend in persoon

1
Het procesverloop

1.1.

[eiser]
heeft bij dagvaarding van 11 maart 2024 een vordering tegen
[gedaagde]
ingesteld.
[gedaagde]
heeft mondeling geantwoord en nadere stukken ingezonden.
[eiser]
heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna
[gedaagde]
een reactie heeft gegeven.

2
De feiten

2.1.

[eiser]
is een vereniging van eigenaars (VvE) als bedoeld in artikel 5:124 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
[gedaagde]
is op het complex van
[eiser]
sinds 1998 rechthebbende van het appartementsrecht
[nummer]
, dat bestaat uit een grondkavel met daarop een vakantiewoning en toebehoren. Het gehele complex bestaat uit 150 vakantiewoningen en 149 appartementsrechten.

2.2.

In artikel 8 lid 1 van de Splitsingsakte van

[eiser]
is onder meer bepaald; Het onderhoud van het buitenschilderwerk zal periodiek collectief worden verricht door een in opdracht van het bestuur aan te wijzen bedrijf. De hieraan verbonden kosten komen ten laste van de eigenaar.

3
De vordering

3.1.

[eiser]
vordert dat de kantonrechter
[gedaagde]
veroordeelt tot betaling van € 1.150,00, met daarbij de wettelijke rente vanaf 15 november 2018, de buitengerechtelijke incassokosten van € 208,73, de vertaalkosten van € 490,00 en de proceskosten.

3.2.

[eiser]
legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij, in overeenstemming met artikel 8 lid 1 van Splitsingsakte, buitenonderhoudswerkzaamheden aan de woning van
[gedaagde]
heeft laten uitvoeren, te weten herstel- en schilderwerk aan luiken van de woning.
[gedaagde]
is daar op voorhand schriftelijk van op de hoogte gesteld.
[gedaagde]
weigert echter de dientengevolge door of namens
[eiser]
gemaakte kosten te voldoen, ondanks meerdere aanmaningen. Van de factuur van 25 oktober 2018 van € 1.185,80 is € 1.150,00 onbetaald gebleven.

4
Het verweer

4.1.

[gedaagde]
voert verweer. Zij betwist niet dat het werk is uitgevoerd. Zij stelt echter dat het werk zonder haar medeweten is uitgevoerd en dat het bedrag van € 1.150,00 zonder haar toestemming van haar rekening is afgeschreven. Die betaling heeft zij teruggedraaid. Zij heeft geen factuur ontvangen en tegen de gang van zaken geprotesteerd. Omdat zij daarna niets meer gehoord heeft, leek haar de zaak te zijn afgedaan en verjaard. Volgens
[gedaagde]
zijn haar naam en adres in strijd met privacywetgeving tijdens een vergadering van de VvE bekendgemaakt.

5
De beoordeling

5.1.

De belangrijkste vraag in deze procedure is of

[gedaagde]
de kosten voor de reparatie aan de luiken van haar vakantiewoning tot het bedrag van € 1.150,00 moet betalen. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. Dat wordt hierna uitgelegd.

De vordering is niet verjaard

5.2.

De vordering van

[eiser]
is een geldvordering. Die vordering, die ziet op betaling voor werkzaamheden, verjaart na verloop van vijf jaar nadat deze opeisbaar is geworden, behalve als die verjaring wordt gestuit. Stuiting vindt plaats door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt.

5.3.

De factuur van

[eiser]
is van 25 oktober 2018. Partijen hebben daarover gecorrespondeerd, na een aanmaning van 17 november 2020 in elk geval tot februari 2021. Dat blijkt uit de brief van mr. P.J.M. Ros namens
[eiser]
, van 1 februari 2021. Met die brief is de verjaring gestuit en is opnieuw een termijn van vijf jaar gaan lopen. Sinds 1 februari 2021 is tot aan de dag van de dagvaarding nog geen vijf jaar verstreken.

Geen rechtsverwerking

5.4.

[gedaagde]
voert voorts aan dat zij een jaar lang niets van
[eiser]
had gehoord en dat de zaak daarmee voor haar leek te zijn afgedaan.
[gedaagde]
doet daarmee een beroep op rechtsverwerking. Hiervoor is echter enkel het tijdsverloop of het stilzitten van een van de partijen niet genoeg. Voor een geslaagd beroep op rechtsverwerking is vereist dat er bijzondere omstandigheden zijn op grond waarvan
[gedaagde]
er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Buitenhof haar aanspraak niet meer geldig zou maken. Dergelijke omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken,
[gedaagde]
beroept zich alleen op het tijdsverloop. Het beroep op rechtsverwerking wordt daarom afgewezen.

De bezwaren tegen de gang van zaken geven geen reden om niet te betalen

5.5.

In wat

[gedaagde]
als bezwaren tegen de gang van zaken heeft aangevoerd vindt de kantonrechter geen excuus om de factuur niet te betalen.
[eiser]
heeft, mede naar aanleiding van het verweer, een toelichting gegeven op de Schildercyclus 2018. Uit die toelichting en de overgelegde stukken blijkt dat
[gedaagde]
tevoren op de hoogte is gesteld van de gebreken aan de luiken, met een prijsopgave voor de werkzaamheden.
[gedaagde]
is er op gewezen dat, als zij niet reageert,
[eiser]
ervan uitgaat dat zij de werkzaamheden kan laten uitvoeren. Ook is aan
[gedaagde]
een factuur van
[eiser]
en, iets later, de factuur van de uitvoerder van het werk gezonden. Voor de betaling is eerst gebruik gemaakt van de door
[gedaagde]
aan
[eiser]
verstrekte machtiging, maar die betaling is door
[gedaagde]
teruggedraaid. Dit alles is door
[gedaagde]
niet weersproken.
[eiser]
heeft dus geheel in overeenstemming met de procedure zoals die in de door
[gedaagde]
aanvaarde splitsingsakte is beschreven, het werk aan de woning van
[gedaagde]
laten uitvoeren. Het werk is uitgevoerd en
[gedaagde]
moet dus de rekening betalen.

5.6.

Dat

[eiser]
in een vergadering van de VvE toestemming heeft gevraagd om tegen
[gedaagde]
te procederen, waarbij haar naam en woningnummer is vermeld, doet aan de betalingsverplichting van
[gedaagde]
niet af. Evenmin hoefde
[eiser]
in te gaan op een aanbod van de gemachtigde van
[gedaagde]
van € 250,00 tegen gehele kwijting.

Hoofdsom en wettelijke rente worden toegewezen

5.7.

De vordering tot betaling van de hoofdsom van € 1.150,00 zal de kantonrechter, gelet op wat hiervoor is overwogen, toewijzen.

5.8.

Omdat

[gedaagde]
te laat is met betalen van de factuur, is zij ook de wettelijke rente daarover verschuldigd, zoals die door
[eiser]
is gevorderd.

buitengerechtelijke incassokosten,

5.9.

De gevorderde incassokosten tot een bedrag van € 208,73 worden afgewezen, omdat de door

[eiser]
verstuurde aanmaning van 17 november 2020 niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW. De aanvang van de termijn waarbinnen
[gedaagde]
nog zonder bijkomende kosten kon betalen, is niet voldoende duidelijk vermeld. In de brief is namelijk zowel, de onjuiste vermelding “binnen veertien dagen na de dagtekening van deze brief” als de correcte vermelding “De termijn van 14 dagen gaat in vanaf de dag nadat deze brief bij u is bezorgd” opgenomen. Die onduidelijkheid komt voor rekening van
[eiser]
.

vertaalkosten en proceskosten

5.10.

[gedaagde]
is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen.

5.11.

De gevorderde vertaalkosten horen tot de proceskosten. Bij grensoverschrijdende geschillen mogen taalbarrières er niet aan in de weg staan om ten volle rechten te kunnen laten gelden. Wanneer stukken en bewijzen, gezien het grensoverschrijdende karakter van het geschil, moeten worden opgesteld in een andere taal dan de procestaal, dan dienen die in het kader van de effectieve toegang tot de rechter te worden vertaald. Op grond van artikel 5 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 1393/2007 (Europese Betekeningsverordening) draagt de aanvrager de eventuele kosten van vertaling vóór de verzending van het stuk, onverminderd een eventuele latere verwijzing in die kosten door de rechter of bevoegde autoriteit. De vertaalkosten van € 490,00 zijn dus toewijsbaar.

5.12.

[eiser]
is in deze procedure vertegenwoordigd door haar voorzitter,
[naam]
, die in de dagvaarding als gemachtigde is gesteld. Voor een veroordeling van
[gedaagde]
in het salaris van de gemachtigde ziet de kantonrechter geen grond. De correspondentie met de rechtbank is gevoerd door Corbijn en P.J.M. Ros, op briefpapier van
[eiser]
. Ros, die zoals uit de stukken blijkt advocaat is, heeft zich niet als gemachtigde gesteld.

5.13.

De proceskosten van

[eiser]
worden begroot op:

- dagvaarding € 136,72

- griffierecht € 328,00

- vertaalkosten € 490,00

- nakosten € 102,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal € 1.056,72

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6
De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

veroordeelt

[gedaagde]
tot betaling aan
[eiser]
van € 1.150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 november 2018 tot aan de dag van de gehele betaling;

6.2.

veroordeelt

[gedaagde]
tot betaling van de proceskosten van € 1.056,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als
[gedaagde]
niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;

6.3.

veroordeelt

[gedaagde]
tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;

6.4.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

6.5.

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158