RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Team Straf, locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/166105-19 (P)
Uitspraakdatum: 14 januari 2021
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 december 2020 en 31 december 2020 in de zaak tegen:
[verdachte]
,
geboren op
[geboortedatum]
1967 te
[geboorteland]
,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres]
.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. N. Swart en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. H. Polat, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 21 april 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan (verlengde) invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) 102.004 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
onbekend gebleven personen en/of
[medeverdachte]
op of omstreeks 21 april 2019 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft / hebben gebracht (hieronder mede te verstaan (verlengde) invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) 102.004 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 16 april 2019 tot en met 21 april 2019 te Lelystad en Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander(en), althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s):
meermalen (telefonisch, al dan niet middels versluierde berichten) met elkaar en/of met (een) (contactpersoon van) opdrachtgever(s) contact onderhouden en
ontmoetingen gehad met zijn, verdachtes, mededader om afspraken te maken en informatie door te geven en
informatie ontvangen, opgeslagen en verstrekt betreffende vlucht KL0714 en luchtvrachtcontainer AKE96937KL (waarin zich voornoemde cocaïne bevond) en
zich (als KLM medewerker) beschikbaar gehouden voor de in ontvangst name en het verdere vervoer van luchtvrachtcontainer AKE96937KL en/of de zending cocaïne en
zich (na of ten tijde van aankomst van vlucht KL0714) met zijn / hun voertuigen naar gate E22 heeft begeven en
zich ten tijde van het lossen van vlucht KL0714 op of in de omgeving van het betreffende platform opgehouden en
een voertuig met aanhanger geparkeerd naast vlucht KL0714 waarna luchtvrachtcontainer AKE96937KL op de aanhanger is geplaats en bevestigd en
de deur van zijn voertuig geopend, ten einde te kunnen instappen en de container weg te voeren;
meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 16 april 2019 tot en met 21 april 2019 te Lelystad en Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 102.004 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,
een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en daarbij behulpzaam te zijn en daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en / of
zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, en/of
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, en of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden(en) had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en),
hebbende verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s):
meermalen (telefonisch, al dan niet middels versluierde berichten) met elkaar en/of met (een) (contactpersoon van) opdrachtgever(s) contact onderhouden en
ontmoetingen gehad met zijn, verdachtes, mededader om afspraken te maken en informatie door te geven en
informatie ontvangen, opgeslagen en verstrekt betreffende vlucht KL0714 en luchtvrachtcontainer AKE96937KL (waarin zich voornoemde cocaïne bevond) en
zich (als KLM medewerker) beschikbaar gehouden voor de in ontvangst name en het verdere vervoer van luchtvrachtcontainer AKE96937KL en/of de zending cocaïne en
zich (na of ten tijde van aankomst van vlucht KL0714) met zijn / hun voertuigen naar gate E22 heeft begeven en
zich ten tijde van het lossen van vlucht KL0714 op of in de omgeving van het betreffende platform opgehouden en
een voertuig met aanhanger geparkeerd naast vlucht KL0714 waarna luchtvrachtcontainer AKE96937KL op de aanhanger is geplaats en bevestigd en
- de deur van zijn voertuig geopend, ten einde te kunnen instappen en de container weg te voeren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank:
verklaart niet bewezen wat aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.W. van Dongen, voorzitter,
mrs. K.I. de Jong en C.A.J. van Yperen, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.C. ten Klooster,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 januari 2021.
Mr. Ten Klooster is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.