Gerechtshof Den Haag, hoger beroep strafrecht overig

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 27 februari 2023 in de strafzaak tegen de verdachte:

geboren op [geboortedatum] 1997 te [geboorteplaats] ([geboorteland]),

adres: [woonadres] te [woonplaats] ([land]).

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Ter terechtzitting in hoger beroep van 4 maart 2024 is gebleken dat de betekening van de dagvaarding van de verdachte om op die terechtzitting te verschijnen, niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de voorschriften van artikel 36e e.v. van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).

Immers is van de verdachte een adres in het buitenland bekend, te weten in Frankrijk, maar de dagvaarding is niet conform het bepaalde in artikel 36e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering naar dit buitenlandse adres gezonden.

De dagvaarding van de verdachte om ter terechtzitting in hoger beroep van 4 maart 2024 te verschijnen is derhalve niet op de bij wet voorgeschreven wijze betekend en wordt, nu de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen, nietig verklaard.

BESLISSING

Het hof:

Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.

Dit arrest is gewezen door mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans, mr. A. de Lange en mr. J.J.H.M. van Gennip, in bijzijn van de griffier mr. M.T. Huynh.

mr. J.J.H.M. van Gennip is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 4 maart 2024.