Rechtbank Oost-Brabant, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

5.2.1.2 Opbrengst Het Cluster Synthetische Drugs van de Dienst Landelijke Recherche heeft door materiedeskundigen (experts) op het gebied van synthetische drugs en precursoren, prijzen samengesteld. Uit dit drugs prijzenoverzicht blijkt dat de prijs van Vacuüm BMK uit (pre-)precursor (inkoop / groothandel), over het jaar 2020, gemiddeld € 600 per liter was.

De, in paragrafen 7.11, 7.33 en 7.34 van PV OBRAD23005-066, door [gebruikersnaam verdachte] en [gebruikersnaam 1] genoemde verkoopprijzen (€ 550 en € 600 per liter) van Vacuüm B(MK) sluiten aan bij het drugs prijzenoverzicht (€ 600 per liter). In deze rapportage wordt in het voordeel van de verdachte, uitgegaan van een minimale verkoopprijs van € 550 per liter Vacuüm B(MK).

De totale opbrengst van de verkoop van 924 liter Vacuüm B(MK) bedraagt

€ 508.200,00. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

5.2.1.3 Kosten Uit de chats (toevoeging griffier: zie paragraaf 7.33 van PV OBRAD23005-066) kan opgemaakt worden dat [gebruikersnaam 1] berekent dat de verkoop van 363 liter Vacuüm B(MK) € 199.650 oplevert (363 x 550) en dat er hierbij zeker € 130.000 (winst) zou overblijven voor [gebruikersnaam verdachte] en [gebruikersnaam 1] . Hieruit kan opgemaakt worden dat er per liter Vacuüm B(MK) ongeveer € 191,87 aan kosten zijn. Dit is gebaseerd op de volgende berekening:

Gezien bovenstaande is voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel een totale kostprijs van € 191,87 per liter Vacuüm B(MK) gehanteerd. De totale kosten van de geproduceerde en verhandelde 924 liter Vacuüm B(MK) bedraagt € 177.287,88. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

5.2.1.4 Wederrechtelijk verkregen voordeel Vacuüm B(MK) Op grond van het vorenstaande is aannemelijk dat er een wederrechtelijk verkregen voordeel is verkregen uit Vacuüm B(MK) productie en handel van € 330.912,12. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Overwegingen

Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de bewezenverklaarde feiten of andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door veroordeelde zijn begaan.

Op grond van de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de feiten ter zake waarvan hij is veroordeeld. De rechtbank acht de bevindingen van de politie voldoende redengevend om als uitgangspunt te dienen voor de genoemde hoeveelheden en bedragen. Hetgeen de raadsman daartegen heeft aangevoerd, maakt dat niet anders.

De rechtbank gaat uit van de verkoop van respectievelijk 261 liter, 90 liter en 300 liter Vacuüm B(MK). De partij B(MK) van 90 liter was aanvankelijk 363 liter, maar is blijkbaar deels verloren gegaan. Die verkoop heeft daardoor – afgezet tegen de kosten voor de productie van 363 liter B(MK) – geen winst opgeleverd maar een verlies. Ook dit negatieve bedrag zal worden betrokken bij de berekening van het totale wederrechtelijk genoten voordeel.

Dit leidt tot de volgende berekening voor het wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van de vacuüm B(MK):

De rechtbank gaat uit van een gelijke verdeling van de winst tussen [gebruikersnaam verdachte] (veroordeelde) en [gebruikersnaam 1] . Dat betekent dat veroordeelde een wederrechtelijk verkregen voordeel uit de verkoop van Vacuüm B(MK) heeft verkregen van € 90.381,06.

Ten aanzien van de metamfetamine gaat de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen uit van een wederrechtelijk verkregen voordeel voor veroordeelde van € 75.337,20.

Uit het voorafgaande volgt dat het door veroordeelde verkregen voordeel in totaal

€ 165.718,26 bedraagt.

In de strafzaak is uiteengezet waarom de overschrijding van de redelijke termijn met name is veroorzaakt door de verdediging. Er bestaat dus geen aanleiding om de overschrijding te vertalen in een korting op de ontneming.