Directeur weg bij De Appel
?De arbeidsovereenkomst van de directeur van kunstinstelling De Appel in Amsterdam wordt op 1 februari 2016 ontbonden. Dat heeft de kantonrechter bepaald op basis van de nieuwe h-grond van artikel 7:669 lid 3 Burgerlijk Wetboek. Dit ziet toe op andere gronden dan in het artikel reeds genoemd, zoals een verstoorde verhouding of disfunctioneren. Daarvan is hier dus geen sprake. Wel constateert de kantonrechter dat het verschil van inzicht tussen het bestuur van De Appel en directeur Lorenzo Benedetti dusdanig groot is dat een verbetering daarin niet te verwachten is. Het bestuur van De Appel had om beëindiging van de arbeidsovereenkomst verzocht: zij heeft kritiek op de wijze waarop Benedetti de functie van directeur vervult. Het bestuur heeft die kritiek ook aannemelijk gemaakt. Benedetti wist van kritiek op zijn functioneren, onder andere uit de gesprekken die hij met medewerkers en met het bestuur heeft gevoerd. Benedetti heeft aangevoerd dat hij uitstekend functioneert en het bestuur zich dat niet realiseert. Hij verwijt het bestuur dat het die lacune niet bij zich zelf heeft opgemerkt en de kritiek niet de essentie van zijn werkzaamheden raakt. Met deze opstelling miskent Benedetti naar het oordeel van de kantonrechter de ernst van de kritiek van het bestuur op zijn functioneren, terwijl die kritiek deels voortkomt uit de problemen die de medewerkers al langere tijd ervaren. Het bestuur is juist wel van mening dat de kritiek de kern van het directeurschap betreft, te weten het bepalen van beleid en het leiding geven aan de uitvoering daarvan. Artistieke inbreng alleen is voor het bestuur onvoldoende. Gelet op het wederzijds verschil van inzicht kan van De Appel in redelijkheid niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan Benedetti een billijke vergoeding toe te kennen nu daarom niet is verzocht en onvoldoende gesteld of gebleken is dat De Appel ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Bron: Rechtbank Amsterdam