Namen afnemers paardenvlees-affaire toch openbaar
?De staatssecretaris van Economische Zaken moet de namen van de afnemers van vleesgroothandel Willy Selten in Oss alsnog openbaren. Ook moet hij de product- en merknamen en CE-nummers van de producten van Selten openbaar maken. Dat heeft de rechtbank bepaald.De staatssecretaris maakte, nadat stichting Foodwatch daarom had gevraagd, in 2013 openbaar in welke producten vleesgroothandel Selten zonder dat te melden paardenvlees had vermengd met rundvlees. Ook openbaarde hij welke acties de betrokken afnemers hebben ondernomen met betrekking tot het door hun afgenomen vlees.De staatssecretaris weigerde echter de adresgegevens van de afnemers, contactgegevens van medewerkers, naam van het levensmiddel, Europees artikelnummer van het product en de lijst van debiteuren van Selten te openbaren, omdat de betrokken afnemers en debiteuren door de openbaarmaking van die gegevens volgens hem onevenredig zouden worden benadeeld. Er zou volgens hem een vertekend beeld in de publieke opinie kunnen ontstaan: door gebrek aan contextinformatie zouden de afnemers ten onrechte als overtreder kunnen worden aangemerkt.Foodwatch deed terecht een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) oordeelt de rechtbank. Volgens de rechtbank mag namelijk als algemeen bekend worden verondersteld dat het Selten is geweest die paardenvlees heimelijk mengde met rundvlees en dat dit voor de afnemers van Selten niet kenbaar was. Op dit punt valt aan de afnemers van Selten dan ook geen verwijt te maken. De afnemers zijn net als de consument door Selten misleid.De rechtbank acht het dan ook niet zonder meer aannemelijk dat het publiek de afnemers van Selten – ten onrechte – als overtreder zal aanmerken indien tot publicatie van de namen van de afnemers zal worden overgegaan. Daarbij kan de staatssecretaris bij de openbaarmaking onder de aandacht brengen dat het feit dat een bedrijf betrokken is bij een terugroepactie niet betekent dat het bedrijf onrechtmatig heeft gehandeld. Ook de afnemers kunnen dit eventueel onder de aandacht brengen.
Bron: Rechtbank Amsterdam