Centrale Raad van Beroep, verzet socialezekerheidsrecht
ECLI:NL:CRVB:2025:721
Op 16 April 2025 heeft de Centrale Raad van Beroep een verzet procedure behandeld op het gebied van socialezekerheidsrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 24/434 WLZ-V, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:CRVB:2025:721.
Indicatie
Verzet gegrond. De Raad overweegt dat appellant vooraf al direct te kennen heeft gegeven dat de postbezorging op zijn adres slecht is. Veel van de door de Raad (aangetekend) verzonden brieven zijn retour gekomen. Gelet hierop is aannemelijk dat appellant de brieven en nota’s in deze procedure niet (tijdig) heeft ontvangen.
Uitspraak
Datum uitspraak: 16 april 2025
24/434 WLZ-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2024, UTR 23/914 (aangevallen uitspraak)
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
Centraal Administratie Kantoor (CAK)
Procesverloop
PROCESVERLOOP
In de uitspraak van 3 juli 2024 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellant heeft verzet ingediend. In zijn verzetschrift geeft appellant aan de nota en de herinneringsbrief voor het betalen van het griffierecht niet te hebben ontvangen.
Appellant heeft in zijn hoger beroepschrift aangegeven alle correspondentie graag per email te willen ontvangen, vanwege ondermaatse postbezorging aan zijn adres.
Helaas is dit verzoek van appellant niet opgemerkt door medewerkers van de Raad en is alle correspondentie per post aan appellant verzonden. De nota en de herinneringsbrief voor het betalen van het griffierecht zijn ook per post aan appellant verzonden.
Overwegingen
OVERWEGINGEN
De Raad overweegt dat appellant vooraf al direct te kennen heeft gegeven dat de postbezorging op zijn adres slecht is. Veel van de door de Raad (aangetekend) verzonden brieven zijn retour gekomen. Gelet hierop is aannemelijk dat appellant de brieven en nota’s in deze procedure niet (tijdig) heeft ontvangen.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 3 juli 2024 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.
Beslissing
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van A.S. Abbas als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 april 2025.