De Directie Economische Zaken, Handel en Industrie heeft voor de vestiging van bedrijven in Aruba - door verweerder goedgekeurde - richtlijnen vastgesteld. In onderdeel 6 van de richtlijnen is bepaald voor welke bedrijfsactiviteiten een vergunning wordt verleend aan een op Aruba gevestigde vennootschap waarvan de aandelen in handen zijn van buitenlandse investeerders. In de bestreden beschikking is vermeld dat de richtlijnen zijn vastgesteld ter uitvoering van de Vvb en dat indien een vennootschap niet hieraan voldoet, het verzoek wordt geweigerd. Aan de bestreden beschikking is – voor zover van belang - de volgende motivering ten grondslag gelegd:
“- dat het vestigingsbeleid voor zover betreft het aantrekken van buitenlandse investeerders het accent legt op o.a. bedrijven met een innovatief karakter, hoogwaardig investering en/of bedrijfsactiviteiten die een bijdrage leveren aan diversificatie van de economische ontwikkeling van het land;
- dat het in casu betreft de vestiging van een zaak, door een vennootschap, waarvan de aandelen (direct of indirect) in handen zijn van een buitenlander, terwijl deze niet aan het gestelde onder punt 6.1 van de beleidsrichtlijnen voldoet, t.w. het betreft niet het aanschaffen van een bestaand bedrijfspand, noch de voortzetting van de desbetreffende handelsactiviteiten, waarvoor reeds een vergunning is verleend, doch het aanschaffen van een woonhuis;”