Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, eerste aanleg - enkelvoudig belastingrecht

ECLI:NL:OGEAC:2020:151

Op 15 May 2020 heeft de Gerecht in eerste aanleg van Curaçao een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is CUR202000475, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:OGEAC:2020:151.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
CUR202000475
Datum uitspraak:
15 May 2020
Datum publicatie:
2 June 2020

Indicatie

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Dit beroep is ontvankelijk. De Inspecteur heeft echter nog immer geen beslissing op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen genomen. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen dient derhalve gegrond te worden verklaard. Het Gerecht draagt de Inspecteur op uiterlijk 14 juli 2020 alsnog uitspraak te doen op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen. Het Gerecht bepaalt hierbij dat hoofdstuk VI ALL (verplichtingen ten dienste van de belastingheffing) van toepassing is tot 14 juli 2020

Uitspraak

Uitspraak van 15 mei 2020

BBZ nr. CUR202000475

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

UITSPRAAK

Na vereenvoudigde behandeling van het beroep in de zin van artikel 7a van de

Landsverordening op het beroep in Belastingzaken in het geding tussen:

[Belanghebbende], gevestigd te Curaçao,

belanghebbende,

en

DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,

de Inspecteur.

Procesverloop

1
HET PROCESVERLOOP
1.1

Aan belanghebbende zijn een naheffingsaanslag winstbelasting 2009, een naheffingsaanslag premie AVBZ juni 2010 en een naheffingsaanslag loonbelasting juni 2010 opgelegd.

1.2

Belanghebbende heeft daartegen op 20 november 2018 bezwaar gemaakt.

1.3

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 21 mei 2019 de naheffingsaanslag loonbelasting juni 2010 vernietigd.

1.4

Belanghebbende heeft op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraken op bezwaar. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 150.

Overwegingen

2
OVERWEGINGEN
2.1

Ingevolge artikel 7a Landsverordening beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk gegrond is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.

2.2

Het bezwaarschrift tegen de naheffingsaanslagen winstbelasting 2009 en premie AVBZ juni 2010 is op 20 november 2018 door de Inspecteur ontvangen.

2.3

Ingevolge artikel 30, lid 2, Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) is een uitspraak op een bezwaarschrift niet tijdig gedaan, als de Inspecteur niet binnen negen maanden na ontvangst van het bezwaarschrift, in dit geval dus uiterlijk op 20 augustus 2019, een uitspraak heeft gedaan.

2.4

Ingevolge artikel 31, lid 1, ALL kan binnen twaalf maanden, in dit geval dus uiterlijk op 20 augustus 2020, beroep worden ingesteld tegen het niet tijdig doen van een uitspraak op een bezwaarschrift.

2.5

Belanghebbende heeft op 10 februari 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar. Dit beroep is mitsdien ontvankelijk.

2.6

De Inspecteur heeft nog immer geen beslissing op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen genomen. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen dient derhalve gegrond te worden verklaard.

2.7

Ingevolge artikel 31, lid 2 ALL draagt het Gerecht de Inspecteur op uiterlijk 14 juli 2020 alsnog uitspraak te doen op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen winstbelasting 2009 en premie AVBZ juni 2010. Het Gerecht bepaalt hierbij dat hoofdstuk VI ALL (verplichtingen ten dienste van de belastingheffing) van toepassing is tot 14 juli 2020.

2.8

Verder dient de Inspecteur op grond van artikel 18, lid 5 LBB het betaalde griffierecht van NAf 150 aan belanghebbende te vergoeden.

3
DE BESLISSING

Het Gerecht:

- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen kennelijk gegrond;

- draagt de Inspecteur op uiterlijk 14 juli 2020 alsnog uitspraak te doen op de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen winstbelasting 2009 en premie AVBZ juni 2010;

- bepaalt dat hoofdstuk VI ALL (verplichtingen ten dienste van de belastingheffing) van toepassing is tot 14 juli 2020; en

- draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 150 te vergoeden.

Deze uitspraak is vastgesteld door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc, en uitgesproken op 15 mei 2020.

De griffier, De rechter,

Afschriften zijn per post/ per e-mail op …………………… aan partijen verzonden.

VERZET

Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen twee maanden na de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)

Wilhelminaplein 4

Willemstad

Curaçao

Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.

U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:

1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;

2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:

a. de naam en het adres van de indiener,

b. de dagtekening,

c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).

Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg: belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.

Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.