Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, eerste aanleg - enkelvoudig civiel recht overig

ECLI:NL:OGEAC:2018:243

Op 20 August 2018 heeft de Gerecht in eerste aanleg van Curaçao een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is CUR201701064, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:OGEAC:2018:243.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
CUR201701064
Datum uitspraak:
20 August 2018
Datum publicatie:
1 October 2018

Indicatie

Aansprakelijkheid wegbeheerder, gat in de weg, lokale omstandigheden Curaçao, beleidsvrijheid wegbeheerder, ter beschikking staande financiële middelen

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS

in de zaak van:

de besloten vennootschap

DKS LEGAL SERVICES B.V.,

gevestigd in Curaçao,

eiseres,

gemachtigde: mr. S.N.E. Inderson,

tegen

de openbare rechtspersoon

HET LAND CURAÇAO,

gevestigd in Curaçao,

gedaagde,

gemachtigde: mr. A.C. van Hoof.

Partijen zullen hierna DKS en het Land genoemd worden.

Procesverloop

1
1. Het procesverloop
1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

- het verzoekschrift met producties van 23 juni 2017;

- de conclusie van antwoord, met producties;

- de mondelinge behandeling van 22 juni 2018.

1.2.

Vonnis is bepaald op heden.

2
De feiten
2.1.

DKS is eigenaar van een auto.

2.2.

Op 16 januari 2016 bevond zich in het wegdek van de Kaya C. Winkel te Saliña een gat of verzakking.

2.3.

Op genoemde datum heeft de bestuurder van DKS met de auto over de Kaya C. Winkel gereden. Ter hoogte van het ACU-gebouw in Otrobanda heeft de bestuurder assistentie gekregen van Curaçao Road Services N.V. in verband met een melding op het dashboard van de auto dat er iets mis was met een van de banden. De auto is vervolgens versleept naar een autogarage, alwaar de band is vervangen.

3
Het geschil
3.1.

DKS vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van het Land tot betaling van NAf 1.990,05, vermeerderd met rente en met veroordeling van het Land in de proceskosten.

3.2.

Het Land voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van DKS in de proceskosten.

Overwegingen

4
De beoordeling
4.1.

De vordering heeft betrekking op de kosten die DKS heeft moeten maken in verband met de vervanging van de band. De vordering is gebaseerd op artikel 6:174 BW. Op grond van deze bepaling is de beheerder van een openbare weg (in beginsel) aansprakelijk voor de schade die ontstaat doordat de weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar oplevert, indien dit gevaar zich verwezenlijkt. Niet ter discussie staat dat de Kaya C. Winkel een openbare weg is en dat het Land de beheerder is van die weg. In geschil is allereerst of sprake is van een gebrekkige weg.

4.2.

Voor het antwoord op de vraag of een weg gebrekkig is in de hiervoor bedoelde zin komt het aan op de – naar objectieve maatstaven te beantwoorden – vraag of de weg, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn. Daarbij kan voor het geval de aansprakelijkheid op een overheidslichaam rust mede betekenis toekomen aan de hem toekomende beleidsvrijheid en ter beschikking staande financiële middelen.

4.3.

In het licht van dit beoordelingskader overweegt het gerecht als volgt.

4.4.

Volgens de onbetwiste stellingen van DKS bestond het onderhavige gat in het wegdek van de Kaya C. Winkel uit een verzakking van ongeveer 15 cm over een lengte van ongeveer 120 cm en met een breedte van ongeveer 60 cm. Dergelijke verzakkingen of onregelmatigheden in het wegdek zijn niet ongewoon, met name niet op druk bereden wegen in laag gelegen delen van Curaçao, zoals de onderhavige weg tussen de rotonde van Saliña en de Schottegatweg. Automobilisten worden geacht hiermee rekening te houden en hun snelheid en mate van oplettendheid aan te passen. Dat geldt te meer nu algemeen bekend kan worden verondersteld dat verzakkingen van weggedeelten onder invloed van bijvoorbeeld weersomstandigheden kunnen ontstaan, terwijl op voorhand niet bepaald kan worden waar zich die verzakkingen concreet zullen voordoen.

4.5.

Van het Land als wegbeheerder mag verwacht worden onderhoud te plegen en zich in voldoende mate in te zetten om gaten in het wegdek te repareren. Het Land komt een zekere beleidsvrijheid toe ten aanzien van het aanwijzen van de wegen die concreet moeten worden gerepareerd. In dit verband wijst het gerecht erop dat het onderhavige weggedeelte ligt tussen twee op korte afstand van elkaar gelegen kruispunten, zodat het, zoals het Land heeft aangevoerd, in de rede ligt dat op deze weg niet met hoge snelheid zal worden gereden. Onregelmatigheden in het wegdek leveren daarom minder snel gevaar op dan wanneer de verzakking zich zou hebben voorgedaan op een stuk weg waar juist wel hard wordt gereden.

4.6.

Verder geldt als feit van algemene bekendheid dat de financiële en andere middelen (zoals de beschikbaarheid van asfalt) van het Land beperkt zijn. Dit brengt mee dat ondanks de redelijkerwijs te verwachten inzet van het Land niet verwacht mag worden dat de geasfalteerde wegen vrij zijn van verzakkingen zoals hier aan de orde. Het Land heeft overigens onbetwist gesteld dat, naast het reguliere onderhoud, dagelijks vier ploegen op pad zijn om gaten in wegen te dichten (in zoverre voldoet het Land in het algemeen aan zijn zorgplicht) en voorts dat omtrent de onderhavige verzakking geen meldingen bij het Land waren binnen gekomen (in zoverre heeft het Land specifiek ten aanzien van deze verzakking zijn zorgplicht niet geschonden).

4.7.

Dit alles in onderlinge samenhang beschouwd leidt het gerecht tot het oordeel dat geen sprake is van een weg die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Van aansprakelijkheid van het Land als wegbeheerder is daarom geen sprake.

4.8.

Hierop stuit de vordering van DKS af. Het debat over causaal verband, de omvang van de schade en eigen schuld kan in het midden blijven.

4.9.

Als de in het ongelijk gestelde partij zal DKS worden veroordeeld in de proceskosten.

Beslissing

5
De beslissing
Het Gerecht:
5.1.

wijst de vorderingen af;

5.2.

veroordeelt DKS in de proceskosten van het Land, begroot op NAf 500 voor salaris.

Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2018.