Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, eerste aanleg - enkelvoudig civiel recht overig

ECLI:NL:OGEAC:2025:178

Op 31 January 2025 heeft de Gerecht in eerste aanleg van Curaçao een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is CUR202404768, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:OGEAC:2025:178.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
CUR202404768
Datum uitspraak:
31 January 2025
Datum publicatie:
1 September 2025

Indicatie

Huurovereenkomst - opschorting en ontruiming.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR202404768

Vonnis in kort geding van 31 januari 2025

in de zaak van

[Eiser], wonende in [woonplaats], eiser, gemachtigde: mr. M.A. van der Hoeven,

tegen

1
[Gedaagde 1],

2. [Gedaagde 2],

wonende in [woonplaats], gedaagden, gemachtigde: mr. E.R. van Arkel.

Partijen worden hierna verhuurder en huurders genoemd.

Procesverloop

1
Het procesverloop
1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

het verzoekschrift van 19 december 2024,

de e-mail d.d. 16 januari 2025 met producties 13 tot en met 19 zijdens verhuurder;

de brief d.d. 16 januari 2025 met producties 1 tot en met 8 zijdens huurders;

de mondelinge behandeling van 17 januari 2025,

de pleitnotities zijdens partijen.

1.2.

Vonnis is bepaald op vandaag.

2
De feiten
2.1.

Verhuurder is de verhuurder van de woning aan de [adres 1] (hierna: de woning).

2.2.

Verhuurder is per 1 januari 2024 met huurders een huurovereenkomst aangegaan voor de woning. De huurprijs bedraagt NAf 5.500 per maand, exclusief tuin- en zwembadonderhoud.

2.3.

Verhuurder heeft na aanvang van de huurovereenkomst de woning geschilderd. Naar aanleiding van klachten van de huurders vanaf de aanvang van de huurovereenkomst heeft verhuurder ongediertebestrijding laten uitvoeren, verschillende technische installaties en apparaten vervangen, waaronder de wasmachine, de koelkast, een toiletpot en twee van de vier airco’s.

2.4.

Vanaf eind mei 2024 ontstaan er problemen tussen huurders en verhuurder. In een bericht op 25 mei 2024 schrijven huurders aan verhuurder:

“ Wij hebben vanochtend een bericht van [belanghebbende 1] gehad met betrekking tot de (nog uit te voeren) klussen. Helaas hebben we van hem begrepen dat je een ‘halt’ toegeroepen hebt in verband met vermeende achterstand in huurpenningen. Je hebt ons met deze actie weer behoorlijk in de steek gelaten en als huurders behoorlijk gekwetst met valse beschuldigingen. Nogmaals herinneren we je aan het feit dat het niet mogelijk is om van een Nederlandse rekening geld over te maken in Antilliaanse guldens. Wij rekenen met de dagkoers van de dag dat wij het geld overmaken. De kosten voor de internationale overboeking nemen wij volgens afspraak voor onze rekening. Je kunt ons niet verantwoordelijk houden voor het feit dat zoals je zegt ‘de [bank 1] kosten voor de administratieve afhandeling rekent’. Het was voor ons vele malen eenvoudiger en voor jou duidelijker geweest als we de huur in euro’s op een Nederlandse rekening hadden kunnen boeken. Jij vertelde toen dat jij geen bankreklening in Nederland had – van [belanghebbende 1] hoorden we overigens dat je wel een rekening bij de [bank 2] hebt.

Ik ben het gedoe meer dan zat en wil je de kans geven alle gebreken op te lossen voor 1 juni aanstaande. Dit om te zorgen dat het woongenot, waar wij voor betalen, door jou gerealiseerd wordt. Wij huren nu ruim 5 maanden en hiervan is er geen enkele maand geweest zonder problemen door achterstallig onderhoud. (de onderkomen en verwaarloosde tuin, verlichting om de woning en aan de straatzijde, de ‘stopsensor’ aan de poort, de afvoer van de douche in slaapkamer 3, de kapotte kraan in de badkamer van de masterbedroom, al het overtollige schilderwerk op bijvoorbeeld de ramen en vensterbanken, het coaten met anti-slip van de achtervloer, en noem maar op wat nog meer gedaan moet worden). Het feit dat de brandwerende deur bij de meterkast kapot is doordat het scharnier niet functioneert zorgt voor een levensgevaarlijke situatie. Deze branddeur zit er niet voor niets, maar om te voorkomen dat er bij kortsluiting brand ontstaat.

Wie betaalt bepaalt roep je altijd, dus bij dezen!

Mochten we geen reactie krijgen op het bovenstaande zijn we genoodzaakt om de huurpenningen achter te houden tot de problemen opgelost zijn of we tot overeenstemming zijn gekomen over een oplossing.

Wij hebben afgesproken om als een goed huisvader voor het huis en de tuin te zorgen. Daarvoor dient er wel een basis te bestaan. Dezer is er nog steeds niet. (…).’

2.5.

In een bericht op 29 mei 2024 schijft verhuurder aan huurders:

“Weet je wat het is, wij liggen elkaar niet en wij begrijpen elkaar niet en daardoor gebeuren er dingen die het allemaal heel vervelend maken. Jij vind dingen en ik vond dingen en we willen allebei gelijk hebben. Dit gaat nooit goed komen. Ik heb nog nooit zulke vervelende huurders gehad als jullie.

Ik probeer alles te realiseren wat jullie vragen en het is nooit goed genoeg, ik doe mij uiterste best om jullie te horen maar naar mij word niet geluisterd, het gaat bij jullie het ene oor in het andere oor uit, en gelijk hebben jullie weer wat te zeuren.

Ik laat jullie helemaal niet in de steek, jullie laten mij elke keer in de steek, het is nu wel een keer mooi geweest!

Wat betreft de betalingen, mijn neef maakt regelmatig geld over vanuit NL in zijn geval met de [bank 2] en de [bank 3] naar Curacao en dat doet hij in guldens en het geld wat hij stuurt komt altijd op de cent nauwkeurig aan op de rekeningen in Curacao waar hij het heen stuurt, ongeacht welke bank, dus ik kan niet anders concluderen dan dat jij iets verkeerds doet. Het kan niet waar zijn dat alle banken dit kunnen en de [bank 4] niet, misschien wordt het tijd voor een andere bank? Ik kan niets met Euro’s in Nederland, ik leef en woon hier en heb hier mijn inkomen nodig. Wat jij betaald vanaf je [bank 4] rekening heb ik niets mee te maken, het gaat mij erom wat er bij mij bijgeschreven wordt en dat is elke keer te weinig. In het huurcontract staat duidelijk geschreven hoeveel NAFL de huur en de borg is en dat dient op mijn rekening bijgeschreven te worden en geen cent minder.

Ik heb jullie een huis verhuurd wat wel 70 jaar oud is wat je geaccepteerd hebt en er staat nergens in een contract iets over woongenot en hoe de staat van onderhoud dient te zijn, als jij verwacht had dat je in een nieuwbouw woning terecht kwam dan heb je daar van te voren niet goed over nagedacht.

Ik heb toegezegd dat het schilderwerk afgemaakt wordt en dat er nog een aantal zaken door mij geregeld worden maar laten jullie nu eerst mij maar eens wat zien en dat is onder andere het verschil in huur wat steeds te weinig op mijn rekening binnenkomt.

De anti-slip van de achter vloer heeft er nooit op gezeten en ik heb er ook geen belang bij om het te hebben, echter bood ik jullie aan om het te regelen en dat we beide 50% kunnen betalen en daar waren jullie het niet mee eens, dan niet, ik hoef het niet.

Ik heb al voor zoveel geld geprobeerd jullie tevreden te maken dat ik helemaal niets verdien aan de verhuur van deze woning dus ik vind het mooi geweest zo.

Misschien is het wat als jullie eens om je heen kijken naar een andere woning? Het huurcontract ga ik sowieso niet verlengen. Als jij van mening bent dat je me het geld vanaf de begin datum zoals vermeld in het huurcontract niet en niet maandelijks betaald dan ontstaat er tussen ons helemaal een situatie waar jij geen zin in hebt en wat jullie verblijf alleen maar vervelender maakt.

Van mijn kant het ik geprobeerd alles op te pakken maar het is voor jou nooit goed genoeg.”

2.6.

Op 30 mei 2024 antwoorden huurders aan verhuurder:

‘Wij hebben erg goed nagedacht over het over en weer beschuldigen en discussiëren. Dit maakt voor zowel jou als ons erg stressvol en vervelend. Wij wonen hier heel erg graag en met veel plezier. Wij willen graag lang en gelukkig blijven wonen. Graag willen we een goede verstandhouding met je. Daarom willen wij dit netjes oplossen. Wij zijn blij met de door jou gedane oplossingen met betrekking tot de koelkast, vaatwasser, wasmachine, de problemen met de waterpomp etc.

Wij begrijpen jou frustratie over het feit dat het huurbedrag telkens wisselt (door koersveranderingen). Wij willen geen problemen met je, dus: zou je ons kunnen aangeven hoeveel de achterstand in de huurpenningen is. Deze maken we dan meteen met de huur voor aankomende maand over. (…).’

2.7.

Bij bericht van 4 juni 2024 schrijft verhuurder aan huurders:

‘Hoi [gedaagde 1], bij de laatste betaling 55,30 te weinig. Er stond nog 345,48 open. Totaal nu 400,78 naf achterstand. Ik laat [belanghebbende 1] weer contact met jullie opnemen. Om de binnenmuren te schilderen en die meterkast te fixen. Ook die sensor moet in orde komen. [belanghebbende 1] zal er voor zorgdragen. Maak jij de achterstand deze wel in orde?

2.8.

In juli 2024 hebben huurders de huur deels verrekend met de door hen gemaakte kosten in verband met ongediertebestrijding.

2.9.

Bij brief van 31 augustus 2024 zegt verhuurder de huurovereenkomst op tegen 31 december 2024.

2.10.

Bij bericht van 27 september 2024 laten huurders aan verhuurder weten de maandelijks verschuldigde huurtermijnen geheel op te schorten omdat verhuurder, ondanks de aanwezige gebreken en achterstallig onderhoud, de werkzaamheden aan de woning heeft gestaakt. Zij geven aan de huurbetalingen pas te hervatten op het moment dat de woning en de tuin in een perfecte staat van onderhoud zijn.

2.11.

Huurders hebben een bouwkundig rapport laten opstellen door de heer [bouwkundige 1]. [Bouwkundige 1] heeft de bouwkundige staat van de woning beoordeeld en een kosten raming voor herstel gegeven ten bedrage van NAf 127.575.

2.12.

Verhuurder heeft een verzoek tot opzegging van de huurovereenkomst ingediend. bij de Huurcommissie. De Huurcommissie heeft de zaak nog niet behandeld. Huurders verblijven nog steeds in de woning zonder het betalen van huur.

3
De vordering en de standpunten van partijen
3.1.

Verhuurder vordert het gerecht om bij vonnis in kort geding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,

huurders te bevelen de woning per 31 december 2024, dan wel binnen 30 dagen na betekening van het vonnis, althans binnen een door het gerecht in goede justitie te bepalen termijn, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen met afgifte van de huissleutels, in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking van verhuurder te stellen en verlaten en ontruimd te houden, zulks met machtiging van verhuurder om bij gebreke van stipte en volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de deurwaarder althans de sterke arm van politie en justitie en zulks op kosten van huurders;

huurders te veroordelen om aan verhuurder te betalen het bedrag van NAf 26.203,49 te vermeerderen met de wettelijke rente over de betreffende huurtermijn met ingang vanaf de datum van opeisbaarheid van de betreffende huurtermijn tot en met de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met een bedrag van NAf 5.500 voor iedere maand of gedeelte daarvan dat huurders de woning de door het gerecht bepaalde ontruimingsdatum niet zullen hebben ontruimd te vermeerderen met de boete van NAf 250 per dag dat de tekortkoming voortduurt;

kosten rechtens.

3.2.

Verhuurder legt aan zijn vordering ten grondslag dat huurders in gebreke zijn gebleven de huurpenningen (tijdig) te voldoen.

3.3.

Huurders voeren tot hun verweer aan dat zij de huurbetalingen hebben opgeschort omdat verhuurder de gebreken aan de woning niet (afdoende) heeft hersteld waardoor zij woongenot missen.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

Overwegingen

4
De beoordeling

spoedeisend belang

4.1.

Het spoedeisend belang bij de gevorderde voorzieningen volgt uit de aard van de zaak en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen, nu huurders sinds september 2024 de huur, ondanks verblijf in de woning, niet betalen.

huurachterstand en opschorting

4.2.

Tussen partijen staat vast dat huurders vanaf september 2024 de maandelijkse huur ad NAf 5.500 niet hebben betaald. Eveneens staat als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat huurders vóór september 2024 in verband met koersveranderingen en een eenmalige verrekening van de kosten ongediertebestrijding in juli 2024 (ad NAf 750), te weinig huur hebben betaald ten bedrage van NAf 1.203,49. In totaal is de sprake van huurachterstand tot en met december 2024 van NAf 23.203,49. Het gaat om een huurachterstand van ruim vier maanden.

4.3.

In beginsel levert deze betalingsachterstand een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst op die een ontbinding van de huurovereenkomst en dus ontruiming rechtvaardigt, tenzij het beroep van huurders op opschorting wegens de aanwezigheid van gebreken aan de woning en het achterwege blijven van noodzakelijke herstelwerkzaamheden door verhuurder, slaagt.

4.4.

Op grond van artikel 6:262 BW in samenhang met artikel 7:205 BW mag een huurder in beginsel betaling van de huur stopzetten, als de verhuurder gebreken aan de woning niet verhelpt. Het moet dan natuurlijk wel gaan om gebreken die voor rekening en risico van de verhuurder komen (de wet bepaalt dat een huurder sommige kleine gebreken zelf moet verhelpen). Bij het (tijdelijk en gedeeltelijk) stopzetten van betaling van de huur (de opschorting) geldt dat de hoogte van het bedrag dat niet meer betaald wordt in overeenstemming moet zijn met de ernst van de gebreken en de mate waarin het huurgenot (de bewoonbaarheid) door de gebreken wordt verminderd. Ook betekent opschorting niet dat de huurder de huur helemaal niet meer hoeft te betalen. Het betekent alleen uitstel daarvan. Dit betekent dat als de verhuurder zijn verplichting tot herstel van gebreken is nagekomen, de huurder alsnog de opgeschorte huur moet betalen.

4.5.

Naar het oordeel van het gerecht hebben huurders onterecht een beroep gedaan op opschorting van de volledige huur vanaf september 2024. Voor dit oordeel is het volgende van belang. Uit de processtukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de 70-jarige oude woning op bepaalde punten gebreken en mankementen vertoonde. Verhuurder heeft in de eerste maanden na aanvang van de huurovereenkomst verschillende gebreken en mankementen verholpen. Vervolgens is er een conflict tussen verhuurder en huurders ontstaan in verband met gebrekkige huurbetaling en het vervolgens stopzetten van de herstelwerkzaamheden door verhuurder. Nadat huurders hadden toegezegd de achterstand in de huurbetalingen te corrigeren heeft verhuurder de herstelwerkzaamheden weer opgepakt totdat de huur in juli 2024 wederom niet volledig werd betaald en verhuurder de werkzaamheden in augustus 2024 weer stopzette. Door huurders is aangegeven dat de woning nog steeds gebreken vertoont die aan het huurgenot in de weg staan en dat die door het wederom stopzetten van de werkzaamheden in augustus 2024 niet door verhuurder zijn verholpen.

4.6.

Vooropgesteld wordt dat de gebreken die reeds door verhuurder zijn hersteld niet aan de opschorting ten grondslag kunnen worden gelegd. Het kan enkel nog gaan om gebreken die verhuurder ondanks herhaald verzoek van huurders niet wil herstellen. Uit de correspondentie tussen partijen en de toelichting ter zitting kan worden afgeleid dat het gaat om de volgende gebreken ten tijde van de opschorting in september 2024:

gaten in het rieten dak van de palapa bij het zwembad,

de staat van de tuin,

de nachtsensor van de verlichting om de woning en aan de straatzijde,

de ‘stopsensor’ aan de poort,

de afvoer van de douche in slaapkamer 3,

de kapotte kraan in de badkamer van de master bedroom,

het coaten van de achter vloer met anti-slip,

het repareren van de (scharnier van de) brandwerende deur bij de meterkast,

en al het overtollige schilderwerk op bijvoorbeeld de ramen en vensterbanken.

4.7.

Voor een deel zijn dit gebreken c.q. mankementen die kunnen worden geduid als kleine gebreken die de huurders zelf moeten repareren, zoals de kapotte kraan en verstopte afvoer in de badkamer. Wat betreft de klacht over het coaten van de achter vloer met anti-slip, heeft verhuurder aangegeven dat dat geen gebrek was omdat er nooit anti-slip op de vloer heeft gelegen. Het betrof een wens van huurders waarvan verhuurder bereid was de helft van de kosten te dragen. Huurders hebben daar niet mee ingestemd, reden waarom verhuurder op dat punt dan ook geen actie ondernomen. Voor wat betreft de tuin zijn partijen overeengekomen dat het tuinonderhoud voor rekening van huurders blijft. Huurders hebben de woning en de tuin bezichtigd voordat zij de huurovereenkomst zijn aangegaan. Een afspraak waarbij de verhuurder voor een perfecte staat van onderhoud van de tuin zou zorgdragen vóór het ingaan van de huurovereenkomst, is niet gebleken. Voor wat betreft de verlichting rondom de woning heeft verhuurder aangegeven dat daar naar gekeken is, dat de sensor vervangen moet worden, maar deze op dat moment niet verkrijgbaar was op het eiland.

4.8.

Wat resteert aan bekende gebreken die voor rekening van de verhuurder zouden kunnen komen, is niet zodanig ernstig dat dit in relevante mate het overeengekomen gebruik in de weg staat. Dat wordt ook bevestigd in de correspondentie tussen partijen waaruit volgt dat huurders in mei 2024 hebben aangegeven met veel plezier in de woning te wonen en daar lang en gelukkig willen blijven wonen. In juni 2024 zijn huurders naar Nederland gegaan en zij zijn eerst medio augustus 2024 teruggekomen op Curaçao. Van een vermindering van huurgenot in die periode is dan ook geen sprake. Voor zover huurders meenden dat zij als gevolg van de na mei 2024 opgekomen en (nog) niet verholpen gebreken gerechtigd waren de huurbetaling op te schorten, rechtvaardigt dit zeker geen opschorting van de gehele huur, gelet op de aard en de omvang van die gebreken, voor zover bekend. Daar komt bij dat het gaat om een 70-jaar oude woning waarvan partijen de staat van onderhoud tijdens de bezichtiging hebben waargenomen en waarvoor zij bereid waren de overeengekomen huur te betalen. De hinder die huurders stellen te hebben ondervonden, bijvoorbeeld doordat er steeds een apparaat kapot ging, is onvoldoende om, nadat deze apparaten reeds waren vervangen of hersteld, alsnog de volledige huur op te schorten. Een volledig herstel van de bouwkundige staat van de woning ten bedrage van bijna 1,3 ton guldens, waar huurders met het bouwkundig rapport van [bouwkundige 1] naar lijken te verwijzen, is buitenproportioneel. Voor zover er door de bouwkundige staat sprake zou zijn van wateroverlast bij hevige regenval, zoals ter zitting is aangegeven, is dat incidenteel van aard en op zichzelf onvoldoende om het zware middel van opschorting van de gehele huur te rechtvaardigen.

4.9.

Tegen de achtergrond van het voorgaande is het Gerecht van oordeel dat huurders onvoldoende gemotiveerd hebben toegelicht dat er na de reeds uitgevoerde herstelwerkzaamheden, in augustus 2024 (nog steeds) sprake was van gebreken die verhuurder weigerde te repareren én die in relevante mate het overeengekomen gebruik van de woning in de weg stonden. Aldus is voorshands niet gebleken dat huurders gerechtigd waren de betaling van de huur (volledig) op te schorten vanaf september 2024. De daardoor ontstane huurachterstand is, zodanig fors dat de ontbinding van de huurovereenkomst en dus een ontruiming van de woning gerechtvaardigd is. Het gerecht ziet geen aanleiding huurders in de gelegenheid te stellen de huurachterstand aan te vullen om zo een ontruiming te voorkomen. Ter zitting is genoegzaam gebleken dat de verstandhouding tussen partijen dusdanig verstoord is dat een voortzetting om die reden ook niet tot de mogelijkheden behoort. Bovendien volgt uit het feit dat de woning volgens huurders voor bijna 1.3 ton guldens moet worden hersteld dat hier van aanvang af sprake lijkt van een ‘mismatch’ tussen huurders en de woning. De vordering tot ontruiming zal daarom worden toegewezen, met ingang van 1 maart 2025, om huurders in de gelegenheid te stellen een andere woning te zoeken.

4.10.

De vordering tot machtiging van verhuurder om de ontruiming zonodig zelf, met behulp van de sterke arm, te doen bewerkstelligen, zal worden afgewezen. Artikel 556 lid 1 Rv schrijft namelijk voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder en een machtiging aan verhuurder om zelf de ontruiming te bewerkstelligen zou met deze regel in strijd zijn. Het gerecht verleent op voorhand toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 444 lid 2 Rv.

4.11.

De vordering tot betaling van de achterstallige huurpenningen zal worden toegewezen voor een bedrag van NAf 23.203,49. Het gerecht ziet in de resterende gebreken geen aanleiding de verschuldigde huurprijs te verlagen. De gevorderde boete ten bedrage van NAf 3.500 wordt reeds afgewezen omdat tussen partijen in geschil is of er een schriftelijke huurovereenkomst, waarin de boete is opgenomen, tussen partijen tot stand is gekomen. Daartoe is nadere bewijslevering nodig, waarvoor in kort geding geen ruimte bestaat. De rente wordt toegewezen zoals volgt uit het dictum.

4.12.

Huurders zullen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van verhuurder tot op heden begroot op:

explootkosten NAf 413,50

griffierecht NAf 750

salaris gemachtigde NAf 1.500 +

totaal: NAf 2.663,50

Beslissing

5
De beslissing

Het Gerecht:

rechtdoende in kort geding:

5.1.

veroordeelt huurders om uiterlijk 1 maart 2025, de woning aan de [adres 1] te ontruimen met alle medebewoners, onder afgifte van alle sleutels aan verhuurder, en onder medeneming van alle zaken die zich van de kant van huurders en/of de kant van de medebewoners in de woning bevinden;

5.2.

verstaat dat de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van de wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent reeds thans toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv,

5.3.

veroordeelt huurders om aan verhuurder te betalen de achterstallige huurpenningen tot en met december 2024 begroot een bedrag van NAf 23.203,49 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2024, en te vermeerderen met NAf 5.500 per maand of gedeelte daarvan vanaf 1 januari 2025 tot de dag waarop huurders het gehuurde zullen hebben ontruimd;

5.4.

veroordeelt huurders in de proceskosten, aan de zijde van verhuurder tot op heden begroot op NAf 2.663,50;

5.5.

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter, en in het openbaar uitgesproken.