Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, eerste aanleg - enkelvoudig civiel recht overig

ECLI:NL:OGEAM:2025:64

Op 27 August 2025 heeft de Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is SXM202500845, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:OGEAM:2025:64.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
SXM202500845
Datum uitspraak:
27 August 2025
Datum publicatie:
1 September 2025

Indicatie

Kort geding. Veiling onbeheerd achtergelaten zeiljacht is geen behoorlijke zaakwaarneming.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202500845

Vonnis in kort geding d.d. 27 augustus 2025

inzake

DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP YACHT DOCK SXM N.V.,

gevestigd in Sint Maarten,

eiseres,

gemachtigde: mr. E.F. Keuning,

tegen

[gedaagde],

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Sint Maarten,

gedaagde,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna “Yacht Dock” en “[gedaagde]” worden genoemd.

1
Het verloop van de procedure
1.1.

Yacht Dock heeft op 1 augustus 2025 een verzoekschrift ingediend. Vervolgens heeft op 20 augustus 2025 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de gemachtigde van Yacht Dock is verschenen en het woord heeft gevoerd. [gedaagde] is hoewel behoorlijk openbaar en via zijn emailadres opgeroepen, niet verschenen. Tegen [gedaagde] is daarom verstek verleend. Yacht Dock persisteert in het door haar gestelde en gevorderde.

1.2.

Vonnis is bepaald op vandaag.

2
De feiten
2.1. [

gedaagde] is eigenaar van het pleziervaartuig “[naam]” en heeft sinds augustus 2021 aangemeerd in de marina van Port de Plaisance (hierna: PDP). [gedaagde] heeft al geruime tijd een betalingsachterstand. Deze was in juli 2025 ruim USD 35.000,-. [gedaagde] is ook herhaaldelijk verzocht om het pleziervaartuig weg te halen uit de marina vóór de aanvang van het orkaanseizoen, maar heeft dat niet gedaan.

3
Het geschil
3.1.

Yacht Dock vordert dat het Gerecht toestemming verleent tot het veilen van het pleziervaartuig “[naam]” zoals omschreven in productie 2, voor zover mogelijk bij voorraad en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten en nakosten van dit geding.

3.2.

Yacht Dock legt aan haar vordering ten grondslag dat het orkaanseizoen haar hoogtepunt nadert en het vaartuig van [gedaagde] nog in de marina ligt, wat een zeer groot risico op catastrofale schade aan het vaartuig en de marina met zich meebrengt. De verwachte opbrengst op een veiling is nu hoger dan het uitstaande bedrag en een koper zal het vaartuig direct wegnemen uit de marina, waardoor de kans op schade aan de marina teniet gaat.

3.3. [

gedaagde] is ter zitting niet verschenen en heeft ook geen (schriftelijk) verweer ingediend.

Overwegingen

4
De beoordeling
4.1.

Met de stelling dat het hoogtepunt van het orkaanseizoen nadert, is het spoedeisend belang in deze zaak gegeven.

4.2.

Het is wel de vraag wat de grondslag is van de vordering. Die vraag is op de zitting ook aan de gemachtigde gesteld. Ter zitting heeft deze geantwoord dat Yacht Dock een rechtzoekende is die een oplossing zoekt. Veiling van het vaartuig zou mogelijk moeten zijn op basis van zaakwaarneming, maar geen deurwaarder blijkt te willen veilen zonder een vonnis.

4.3.

Het Gerecht deelt het standpunt van Yacht Dock niet. Zaakwaarneming (artikel 6:198 BW) is het zich willens en wetens op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen. Het gaat erom de belangen waar te nemen van iemand die daartoe niet zelf in staat is. Als Yacht Dock de boot bijvoorbeeld een stuk verder zou leggen om de boot en omgeving te beschermen, dan zou dat een vorm van behoorlijke zaakwaarneming zijn. Maar wat Yacht Dock hier vraagt, gaat veel verder. De boot op een veiling verkopen is niet noodzakelijk in verband met mogelijke aanstaande orkanen.

4.4.

Dat een veilingopbrengst goed uit zou komen, omdat daarmee de betalingsachterstand kan worden voldaan, kan ook niet als behoorlijke zaakwaarneming van de belangen van [gedaagde] worden gezien. Voor het incasseren van die achterstand dient Yacht Dock de ‘normale’ juridisch weg te volgen.

4.5.

Het voorgaande betekent dat niet is voldaan aan de vereisten van behoorlijke zaakwaarneming. Omdat ook geen andere grondslag is gesteld, moet de vordering van Yacht Dock worden afgewezen.

4.6.

Yacht Dock wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten voldoen. Die worden aan de zijde van [gedaagde] bepaald op nihil.

Beslissing

5
De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:

wijst de vordering af.

Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos, rechter, bijgestaan door J.F.M. Becker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.