3.1.
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.
3.2.
Samengevat weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.
Op 3 april 2009 is door klaagster en de - inmiddels gefailleerde - besloten vennootschap
[X]
(hierna: de B.V.) conservatoir beslag gelegd op - onder meer - het aan
[Y]
(hierna:
[Y]
) in eigendom toebehorende appartementsrecht gelegen aan de
[adres]
(hierna: het appartement), ter verzekering van een vordering op
[Y]
.
3.2.2.
Vervolgens is het appartement door
[Y]
aan derden verkocht. De notaris is verzocht om de leveringsakte te passeren. Hiertoe heeft de notaris de beslagleggers, onder wie klaagster en de B.V., verzocht om mee te werken aan de doorhaling van de beslagen, zodat het appartement vrij van beslag kon worden geleverd.
3.2.3.
Klaagster en de B.V. hebben bij fax van 11 augustus 2009 aan de notaris bericht:
“Hierbij gaan wij akkoord met doorhaling beslag [adres]
indien € 50.000,00 per omgaande wordt betaald aan [X]
”
Klaagster ging daarbij uit van het op dat moment bekende verkoopverschot van € 57.000,00.
3.2.4.
Op 11 augustus 2009 is de eigendom van het appartement vrij van beslagen aan de kopers overgedragen bij akte van levering verleden voor de notaris. Na het passeren van deze akte is op dezelfde dag door een schuldeiser van
[Y]
,
[Z]
(hierna:
[Z]
), conservatoir derdenbeslag op de verkoopopbrengst onder de notaris gelegd.
3.2.5.
De advocaat van
[Z]
heeft de notaris bij brief van 12 augustus 2009 - onder
meer - het volgende medegedeeld:
“Ten aanzien van het pand [adres]
zijn [Y]
en [Z]
alleen gezamenlijk gerechtigd (…) afspraken te maken over de verdeling van de koopsom. Ik verwijs u in dit verband naar de onderhandse akte van 16 mei 2008, opgesteld door uw kantoor. Ook bij fax van 27 juli jl. heb ik u namens [Z]
hier bovendien nog eens aan herinnerd en aangegeven dat [Z]
erop vertrouwt dat u het vrije aandeel van een eventueel aan u betaalde koopsom van[adres]
in ieder geval onder u zult houden tot het moment dat [Z]
en [Y]
over de verdeling daarvan afspraken hebben gemaakt. Verder heeft [Z]
bij fax van 10 augustus aangegeven inmiddels aangegane verplichtingen tot levering niet te willen frustreren en dat zij daarom in beginsel bereid is over te gaan tot opheffing van gelegde beslagen op de registergoederen, mits zij in de gelegenheid gesteld wordt derdenbeslag te leggen op het vrije aandeel in de koopsom of partijen een depotafspraak maken over het vrije aandeel in de koopsom.”.
Verder volgt uit de brief dat de notaris
[Z]
zou hebben uitgenodigd om op 11 augustus 2009 de nota van afrekening in te zien, teneinde
[Z]
in staat te stellen te beslissen of
- in de woorden van de notaris - het zinvol zou zijn derdenbeslag op de derdengeldrekening te leggen.
3.2.6.
Op 7 september 2009 heeft de notaris een verklaring derdenbeslag in de zin van artikel 475 lid 2 Rv afgelegd. De notaris heeft op het betreffende formulier onder meer vermeld dat schuldenaar een cliënt van haar kantoor is onder verwijzing naar de nota van afrekening die zij voor
[Y]
heeft gemaakt en dat onder het beslag nadrukkelijk niet valt het bedrag van
€ 50.000,- ten behoeve van
[X]
alsmede de hypotheekbank.
3.2.7.
Op 15 september 2009 is
[Y]
failliet verklaard. De curator van
[Y]
heeft aanspraak gemaakt op uitbetaling van het onder de notaris berustende bedrag van € 57.000,00.
3.2.8.
Op 16 september 2009 hebben klaagster en de B.V. in de vorm van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van de rechtbank Amsterdam een executoriale titel verkregen met betrekking tot door hen van
[Y]
gevorderde geldbedragen.
3.2.9.
De toenmalige advocaat van klaagster en de B.V. heeft een verzoek gedaan aan de rechter-commissaris in het faillissement van
[Y]
om een bedrag van € 50.000,00 van de onder de notaris berustende gelden aan hen te doen betalen, welk verzoek is afgewezen.
3.2.10.
Tussen de curator van
[Y]
en klaagster en de B.V. is vervolgens een regeling getroffen op grond waarvan de notaris door de curator van
[Y]
bij e-mail van 21 januari 2010 is verzocht om een bedrag van € 32.000,00 - minus eventuele notariskosten - naar zijn derdengeldrekening over te boeken. Op 26 januari 2010 is een bedrag van € 31.859,50 op de derdengeldrekening van de curator van
[Y]
bijgeschreven.