Klaagster verwijt de notaris dat 1) zij, nadat door en derde conservatoir derdenbeslag op de verkoopopbrengst onder haar was gelegd, niet conform afspraak na de levering van het appartement een bedrag van
€ 50.000,00 aan klaagster (en de B.V.) heeft uitbetaald; en 2) zij klaagster en de B.V. bewust op het verkeerde been heeft gezet door hun te verzoeken mee te werken aan de doorhaling van het door hen op het appartement gelegde beslag, terwijl zij wist van het aankomende derdenbeslag. Klaagster heeft hiervan in maart 2011 kennis gekregen.
De kamer heeft de klacht op een onderdeel niet-ontvankelijk verklaard, de klacht op een onderdeel - onderdeel 2. - gegrond verklaard en aan de notaris de maatregel van berisping opgelegd.
Het hof is van oordeel dat de notaris gelet op artikel 22 Wna zich naar klaagster toe niet mocht uitlaten over de inhoud van het tussen de derde en haar plaatsgevonden contact over een mogelijk door die derde op de verkoopopbrengst van het appartement te leggen derdenbeslag. De notaris heeft zich jegens klaagster terecht op haar geheimhoudingsplicht beroepen. Dat de notaris door haar werkwijze klaagster (en de B.V.) bewust op het verkeerde been heeft willen zetten, is onvoldoende aannemelijk geworden.
Het hof verklaart klachtonderdeel 2 ongegrond.
Het hof vernietigt de beslissing van de kamer voor wat klachtonderdeel 2 en de opgelegde maatregel betreft en bevestigt de beslissing voor het overige .