Zoeken naar rechterlijke uitspraken en jurisprudentie

Via Uitspraken.nl kunt u eenvoudig zoeken in onze online uitspraken databank door het invoeren van één of meerdere trefwoorden. Het is uiteraard ook mogelijk om te zoeken op wetsartikelen, zaaknummer, ECLI nummer of het oude LJN nummer.

Hoger beroep Civiel recht overig

20 november 2018
ECLI:NL:GHAMS:2018:4260

Op 20 november 2018 heeft de Gerechtshof Amsterdam een hoger beroep procedure behandeld op het gebied van civiel recht. Het zaaknummer is 200.210.700/01, bekend onder ECLI code ECLI:NL:GHAMS:2018:4260. De plaats van zitting was Amsterdam. De betrokken advocaten waren mr. H.M Hielkema te Amsterdam en mr. H.J. Menger te Amsterdam.

Soort procedure
Zaaknummer(s)
200.210.700/01
Datum uitspraak
20 november 2018
Datum gepubliceerd
21 november 2018
Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.210.700/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : 5024752 CV EXPL 16-13412

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 20 november 2018

inzake

STICHTING ALBERT STAETE,

gevestigd te Rotterdam,

appellante,

advocaat: mr. H.M. Hielkema te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde sub 1]
en

[geïntimeerde sub 2]
,

beiden wonend te

[woonplaats 1]
,

geïntimeerden,

advocaat: mr. H.J. Menger te Amsterdam.

1
Verder verloop van het geding

Partijen worden hierna wederom enerzijds de stichting en anderzijds

[geïntimeerde sub 1]
,
[geïntimeerde sub 2]
en (gezamenlijk)
[geïntimeerden]
genoemd.

In deze zaak heeft het hof op 19 juni 2018 een tussenarrest uitgesproken. Voor het verloop van het geding tot die datum wordt verwezen naar dat arrest. In dat arrest heeft het hof de zaak naar de rol verwezen van 17 juli 2018 voor een akte aan de zijde van

[geïntimeerden]
.

Op die roldatum heeft

[geïntimeerden]
geen akte genomen.

Door de rolraadsheer is een later per fax binnengekomen akte van

[geïntimeerden]
geweigerd en is nadien bepaald dat geen aanleiding is om van die beslissing terug te komen.

Door de stichting is op 31 juli 2018 een akte genomen, bij exploot van 23 juli 2018 betekend aan

[geïntimeerden]
, houdende schorsing van het geding en hervatting ervan ex art. 225 jo 227 Rv., in verband met de overdracht van de eigendom van het in geschil zijnde pand aan
[A]
, wonende te
[woonplaats 2]
(hierna te noemen:
[A]
).

Op 31 juli 2018 heeft de rolraadsheer beslist dat

[geïntimeerden]
zich bij akte mag uitlaten over de bedoeling dat
[A]
als procespartij gaat optreden.

Op 21 augustus 2018 heeft

[geïntimeerden]
een akte met dat doel genomen en bewijs aangeboden.

De stichting heeft een antwoordakte genomen.

Ten slotte is wederom arrest gevraagd.

2
Verdere beoordeling

2.1

[geïntimeerden]
heeft in haar akte van 21 augustus 2018 naar voren gebracht dat de akte van de stichting van 31 juli 2018 te laat is ingediend en dat bovendien de zaak op 23 juli 2018 al voor uitspraak stond. Voorts is zij van mening dat de stichting in deze procedure bedrog heeft gepleegd omdat
[A]
een bestuurder is van de makelaar van de stichting. Volgens
[geïntimeerden]
is in deze procedure van groot belang dat de door de stichting gestelde rendementsverbetering na renovatie er daadwerkelijk is en heeft de stichting zich in dat verband beroepen op een brief van
[A]
Makelaardij en een e-mail van een met dat kantoor bevriende makelaar. Kennelijk is al lang de bedoeling dat
[A]
het pand zal kopen en daarom leveren voornoemde brief en e-mail geen bewijs op van de hoge huurprijs na renovatie, waar ook overigens onvoldoende aanwijzingen voor zijn. Het gerechtshof is misleid en dient een nieuw arrest te wijzen waarin de vraag of de huurovereenkomst dient te eindigen opnieuw moet worden beantwoord, aldus telkens
[geïntimeerden]
.

2.2

De beslissing van de rolraadsheer van 2 augustus 2018 luidt als volgt: “Wat ook zij van de bezwaren van geïntim. tegen de akte van 31/7, inmiddels is het hof uit de ingebrachte stukken gebleken dat de zaak op 23/7, toen deze nog niet voor arrest stond, reeds bij exploot is geschorst en onmidd. hervat. Het hof begrijpt dat het de bedoeling is dat

[A]
als procespartij gaat optreden. Hierover mogen geïnt. zich uitlaten op de rol van 21/8/18.” Deze beslissing is in overeenstemming met hetgeen uit de rolkaart volgt. De akte van de stichting was dus niet te laat en de zaak stond op 23 juli 2018 nog niet voor arrest.

2.3

Dat bedrog is gepleegd of dat het hof is misleid is onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat de stichting het pand op 31 mei 2018 heeft overgedragen aan

[A]
, die bestuurder is van de makelaar van de stichting, is daarvoor onvoldoende. Evenmin is onderbouwd dat het al lang de bedoeling was dat het pand aan
[A]
zou worden overgedragen. Voor bewijslevering op voornoemde punten is dan ook geen plaats. Wat betreft hetgeen door
[geïntimeerden]
is gesteld aangaande het belang van rendementsverbetering en de hoge huurprijs na renovatie geldt dat de kern van de overwegingen van het hof in het tussenarrest erop neer komt dat na de renovatie plaats en functie van het gehuurde niet meer gelijk blijven, zodat renovatie zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is. Dat is de basis voor de beslissing van het hof. Het hof heeft daarbij weliswaar tevens overwogen dat met de investering die gemoeid is met de renovatie tevens de mogelijkheid ontstaat een beter rendement te halen, zoals door de stichting gesteld en door
[geïntimeerden]
onvoldoende is weersproken, maar die laatste overweging is niet dragend voor zijn beslissing. Ten overvloede geldt dat ook thans onvoldoende is weersproken dat zich een rendementsverbetering na renovatie zal voordoen. Er is geen aanleiding om ter zake geen acht te slaan op voornoemde brief en e-mail. Gelet op het voorgaande is er geen reden om terug te komen van de eerder gegeven beslissingen en een nieuw arrest te wijzen. De slotsom is tevens dat er geen beletsel is voor de hervatting van het geding met
[A]
in plaats van de stichting als procespartij, een en ander conform de inhoud van de dienaangaande aan
[geïntimeerden]
betekende akte.

2.4

[geïntimeerden]
heeft geen akte genomen zoals bedoeld in het tussenarrest, zodat er geen aanleiding is om over te gaan tot toekenning van een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten.

2.5

De gevorderde beëindiging zal, als in het tussenarrest overwogen, worden toegewezen. Ook de vordering tot ontruiming zal als na te melden worden toegewezen. Indien

[geïntimeerden]
niet tot ontruiming overgaat is er aanleiding de ontruimingskosten voor haar rekening te laten komen. De wettelijke rente over die kosten zal worden toegekend vanaf de dag van de ontruiming. De vordering tot uitvoerbaar bij voorraadverklaring van ontruiming zal echter, in verband met het bepaalde in artikel 7:295 lid 1 BW worden afgewezen. Ook de vordering om de ontruiming te versterken met een dwangsom zal worden afgewezen, omdat de noodzaak van een dwangsom onvoldoende is toegelicht.

3
Beslissing

Het hof:

verstaat dat

[A]
,

wonende te

[woonplaats 2]
,

advocaat mr. E.M. de Bie te Amsterdam,

het geding heeft overgenomen en thans als appellant in deze zaak optreedt;

bepaalt dat zijn naam en gegevens in de plaats komen van de in de kop van dit arrest genoemde stichting;

vernietigt het vonnis waarvan beroep en opnieuw rechtdoende:

beëindigt de huurovereenkomst tussen partijen per heden;

veroordeelt

[geïntimeerden]
het gehuurde binnen zeven dagen na betekening van dit arrest met de daarin vanwege
[geïntimeerden]
aanwezige goederen en personen te verlaten en te ontruimen, met afgifte aan
[A]
van de sleutels, en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van
[A]
te stellen;

veroordeelt

[geïntimeerden]
hoofdelijk om de kosten van de ontruiming aan
[A]
te voldoen, zulks binnen zeven dagen na toezending van en conform het proces-verbaal van ontruiming van de deurwaarder (waarna eventuele nota’s van de bij de ontruiming ingeschakelde derden zullen zijn gehecht), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der ontruiming tot aan die van de voldoening;

veroordeelt

[geïntimeerden]
in de kosten van het geding in beide instanties, in eerste aanleg aan de zijde van appellant begroot op € 214,96 aan verschotten en € 400,- voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 410,31 aan verschotten en € 3.222,- voor salaris en op € 157,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 82,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.F. Aalders, L.A.J. Dun en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018.

Zie ook

Oozo.nl
Weten wat er in jouw buurt of straat gebeurt?
FaillissementsDossier.nl
Alle faillissementen en surseances in Nederland
FaillissementsDossier.be
Alle faillissementen en opschortingen in België
ProcedureCollective.fr
Alle faillissementen in Frankrijk
DatIsSlimBedacht.nl
Tips - Ideeën - Slimmigheden
  • Uitspraken.nl is een produkt van Binq Media B.V. - Mart Smeetslaan 1, 1217 ZE Hilversum - Kvk nummer 54506158