Gerechtshof Amsterdam, eerste aanleg - meervoudig ondernemingsrecht

ECLI:NL:GHAMS:2024:1873

Op 2 July 2024 heeft de Gerechtshof Amsterdam een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van ondernemingsrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 200.317.829/01 OK, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:GHAMS:2024:1873. De plaats van zitting was Amsterdam.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
200.317.829/01 OK
Datum uitspraak:
2 July 2024
Datum publicatie:
8 July 2024
Advocaat:
mr. P.P.M van Kippersluis;voorheen mr. G.A.M.F Spera

Indicatie

OK; enquête; deponering onderzoeksverslag

Uitspraak

beschikking

___________________________________________________________________

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

zaaknummer: 200.317.829/01 OK

beschikking van de Ondernemingskamer van 2 juli 2024

inzake

DE ADVOCAAT-GENERAAL BIJ HET RESSORTSPARKET AMSTERDAM,

mr. O.J.M. Van der Bijl,

zetelend te Amsterdam,

VERZOEKER,

advocaat: mr. P.P.M. van Kippersluis, kantoorhoudende te Den Haag,

t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CENTRIC HOLDING B.V.,

gevestigd te Gouda,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CENTRIC NETHERLANDS HOLDING B.V.,

gevestigd te Gouda,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CENTRIC NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Gouda,

VERWEERSTERS,

advocaten: mr. I. Spinath en mr. F.D. Crul, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,

e n t e g e n

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[A B.V.] ,

gevestigd te [....] ,

5. [B],

thans wonende te [....] ,

BELANGHEBBENDEN,

advocaat: voorheen mr. G.A.M.F. Spera, thans geen advocaat,

e n t e g e n

6 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN CENTRIC NETHERLANDS B.V.,

gevestigd te Gouda,

BELANGHEBBENDE,

advocaten: mr. R.J.W. Analbers en mr. A.E. Nip, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.

1
Het verloop van het geding
1.1

Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar het proces-verbaal van het verhandelde ter terechtzitting van 3 november 2022 en naar de beschikkingen van 10 november 2022, 27 januari 2023, 23 maart 2023, 18 januari 2024 en 14 juni 2024 in deze zaak.

1.2

In de mondelinge uitspraak van 3 november 2022 en bij de in 1.1 genoemde beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Centric Holding B.V., Centric Netherlands Holding B.V. en Centric Netherlands B.V. over de periode vanaf 1 januari 2018 tot 3 november 2022, bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen, mr. Y. Borrius (hierna ook: de onderzoeker) benoemd tot onderzoeker en bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Centric Holding B.V. Bij beschikking van 23 maart 2023 heeft de Ondernemingskamer het onderzoeksbudget vastgesteld op € 200.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen. Bij beschikking van 14 juni 2024 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 320.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

1.3

Op 2 juli 2024 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van voormeld onderzoek, gedateerd op 2 juli 2024, aan de Ondernemingskamer doen toekomen. De griffier heeft het verslag met bijlagen heden ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

Beslissing

2
De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer heeft kennisgenomen van het verslag met bijlagen van het onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en op de overigens in deze zaak betrokken belangen, acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt - vooralsnog - uitsluitend voor belanghebbenden.

3
De beslissing

De Ondernemingskamer:

bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 27 januari 2023 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Centric Holding B.V., Centric Netherlands Holding B.V. en Centric Netherlands B.V. ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en drs. P.G. Boumeester en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. B.J. Blok, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2024.