Parketnummer: 21-000653-24
Uitspraak d.d.: 9 september 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Badhoevedorp, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 29 januari 2024 met parketnummer 16-324118-21 in de strafzaak tegen
[verdachte]
,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1995,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. [locatie] .
De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 7 juli 2025 en 9 september 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot:
niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie op grond van artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering ter zake van het onder 3 ten laste gelegde;
bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
schuldigverklaring van verdachte zonder oplegging van een straf.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. R.A. van der Horst, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ter zake van het onder 3 ten laste gelegde
Het hof ziet in deze zaak aanleiding toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, nu het Openbaar Ministerie geen schriftuur houdende grieven tegen de door de eerste rechter ter zake van het onder 3 ten laste gelegde gegeven vrijspraak heeft ingediend en het hof ook zelf geen redenen ziet die een inhoudelijke behandeling van dit feit noodzakelijk maken. Het hof zal het Openbaar Ministerie daarom ter zake van het onder 3 ten laste gelegde niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte bij vonnis van 29 januari 2024 vrijgesproken van het hem onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde. Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij M. Beeker niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. De benadeelde partij heeft de vordering in hoger beroep niet gehandhaafd. Deze vordering is in hoger beroep dan ook niet meer aan de orde.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep en voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 5 oktober 2021 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven meerdere malen, althans eenmaal, met een vuurwapen kogels op die [slachtoffer] heeft afgevuurd en/of die [slachtoffer] in het lichaam heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
medeverdachte [medeverdachte 1] , op of omstreeks 5 oktober 2021 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door medeverdachte [medeverdachte 1] en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven meerdere malen, althans eenmaal, met een vuurwapen kogels op die [slachtoffer] heeft afgevuurd en/of die [slachtoffer] in het lichaam heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 4 tot en met 5 oktober 2021 te [plaats 1] , althans Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door,
- medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] te benaderen over de uit te voeren liquidatie en/of
- een ander, te weten [naam 1] , [slachtoffer] te laten bellen om informatie te verstrekken over de locatieen het tijdstip waar(op) die [slachtoffer] aanwezig moest zijn en/of
- de informatie van die afspraak (datum, tijdstip en plaats) en instructies door te geven aan medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en/of
- handschoenen te kopen en verstrekken aan medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en/of
- een automatisch vuurwapen, te weten een machinepistool CZ kaliber 7.62 mm Tokarev, te leveren aan medeverdachte [medeverdachte 1] en/of
- medeverdachte [medeverdachte 1] naar [plaats 1] te brengen;
2.hij op één of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 29 augustus 2021 tot en met 8 oktober 2021 te [plaats 2] en/of [plaats 1] en/of [plaats 3] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
- een vuurwapen van categorie II sub 2, te weten een automatische vuurwapen (pistoolmitrailleur), merk CZ, model VZ 26, kaliber 7.62 x 25mm en/of
- munitie van categorie III, te weten zeven scherpe patronen, kaliber 7.62 x 25mm, (telkens) voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat uit de onderzoeksresultaten niet kan worden afgeleid dat verdachte een bijdrage – in de vorm van medeplegen dan wel medeplichtigheid – heeft geleverd aan het onder 1 ten laste gelegde feit. Daarmee kan verdachte vervolgens evenmin als medepleger van het onder 2 ten laste gelegde worden aangemerkt, waarbij ook is bepleit dat zelfs al zou verdachte op 29 augustus 2021 de op zijn telefoon aangetroffen foto van de pistoolmitrailleur hebben gemaakt, dat onvoldoende is voor het voorhanden hebben daarvan op de dag van het maken van die foto, laat staan in de periode daarna.
2
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Onder 2 is ten laste gelegd dat verdachte in de periode van 29 augustus 2021 tot en met 8 oktober 2021 een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad. Op de telefoon van verdachte is een foto van dit wapen aangetroffen. Deze foto is op 29 augustus 2021 gemaakt en geregistreerd in de telefoon van verdachte. Zoals reeds in paragraaf 1.2.3 is overwogen, stelt het hof op basis van de in die paragraaf beschreven omstandigheden vast dat verdachte deze foto heeft gemaakt en dat het wapen op de foto hetzelfde wapen is dat de schutter heeft gebruikt tijdens de schietpartij.
Het hof is van oordeel dat verdachte als medepleger van dit feit kan worden aangemerkt. Verdachte heeft [medeverdachte 1] op 5 oktober 2021 van [plaats 5] naar [plaats 1] vervoerd. Hij heeft de pistoolmitrailleur aan [medeverdachte 1] gegeven, wetende wat het plan hiermee was. [medeverdachte 1] heeft de schietpartij vervolgens uitgevoerd met dit wapen. Na de beschieting is [medeverdachte 1] met het daarbij gebruikte automatisch vuurwapen bij [medeverdachte 2] achterop de motor gestapt, waarna [medeverdachte 2] de vlucht naar [plaats 3] heeft ingezet. Hier stond verdachte op hen te wachten. [medeverdachte 1] heeft het wapen vervolgens in de bosjes verstopt. Uit deze gedragingen volgt dat verdachte dit automatisch vuurwapen alsook de munitie in vereniging voorhanden heeft gehad.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primairhij op 5 oktober 2021 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, meerdere malen met een vuurwapen kogels op die [slachtoffer] heeft afgevuurd en die [slachtoffer] in het lichaam heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.hij in de periode van 29 augustus 2021 tot en met 8 oktober 2021 te [plaats 2] en [plaats 1] en [plaats 3] , tezamen en in vereniging met anderen,
- een vuurwapen van categorie II sub 2, te weten een automatische vuurwapen (pistoolmitrailleur), merk CZ, model VZ 26, kaliber 7.62 x 25mm en
- munitie van categorie III, te weten zeven scherpe patronen, kaliber 7.62 x 25mm,
voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot moord.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, onderdeel 2°.
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht toepassing te geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan betrokkenheid bij het op koelbloedige wijze plegen van een poging tot moord en het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Op klaarlichte dag zijn er op een parkeerplaats bij een winkelgebied in het centrum van [plaats 1] met een pistoolmitrailleur meerdere kogels op het slachtoffer afgevuurd. Hoewel de achtergrond van de schietpartij onduidelijk is gebleven omdat geen van de betrokkenen daarin inzicht heeft willen geven, heeft het er sterk de schijn van dat deze poging tot moord een afrekening in het criminele milieu is geweest en heeft daarom te gelden als een poging tot liquidatie. Liquidaties en pogingen daartoe, temeer als die overdag en in de publieke ruimte plaatsvinden, hebben een ontwrichtende invloed op de samenleving en zorgen voor veel onrust, afschuw en angst. Het belang om tegen dit nietsontziende geweld ferm op te treden is groot en evident.
Het slachtoffer van de poging tot liquidatie werd in zijn been, arm en bil geraakt. Hij is tweemaal aan zijn verwondingen geopereerd en heeft zo’n twee weken in het ziekenhuis verbleven. Hij heeft nadrukkelijk geen aangifte willen doen en heeft zeer spaarzaam verklaard. Dat er bij hem geen vitale lichaamsdelen zijn geraakt, is een wonder te noemen. Dat er geen toevallige passanten zijn geraakt, is dat ook. In dit drukbezochte winkelgebied zijn immers meerdere kogels afgevuurd, die naast het slachtoffer verschillende voertuigen hebben geraakt dan wel op straat zijn terechtgekomen. Verdachte heeft door zijn handelen laten blijken roekeloos en meedogenloos te zijn.
Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte zit momenteel gedetineerd in het kader van een andere zaak waarin aan verdachte een gevangenisstraf is opgelegd voor lange duur. Verdachte zit op een speciale afdeling en heeft vanwege de beperkingen die in het kader hiervan gelden, weinig contact met zijn familie. Verder is verdachte blijkens zijn strafblad van 3 juni 2025 eerder onherroepelijk veroordeeld wegens (soortgelijke) strafbare feiten.
Het hof is van oordeel dat enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een forse duur recht doet aan de aard en ernst van de door verdachte gepleegde misdrijven en de met strafoplegging na te streven doelen van enerzijds vergelding en anderzijds beveiliging van de maatschappij. De in eerste aanleg geëiste gevangenisstraf van zestien jaren acht het hof in beginsel passend en geboden.
Het hof heeft echter acht geslagen op het strafblad van verdachte van 3 juni 2025. Hieruit volgt dat verdachte op 15 maart 2024 voor, kort gezegd, het medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade en vuurwapenbezit, is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 47 maanden. Daarnaast is verdachte op 12 juni 2024 voor, kort gezegd, het medeplegen van moord en het medeplegen van vuurwapenbezit, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 26 jaren en 1 maand. Verdachte is na het plegen van de onderhavige feiten dus veroordeeld tot een gevangenisstraf van in totaal dertig jaren. Gelet op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht moet de rechter bij de vaststelling van de hoogte van de straf rekening houden met die eerder opgelegde straffen, in die zin dat de straffen bij elkaar opgeteld niet boven het maximum van de in de onderhavige zaak mogelijk op te leggen straf van 26 jaar en 8 maanden uit mag komen. Nu de eerdere veroordelingen het strafmaximum van 26 jaar en 8 maanden al overschrijden, bestaat voor het hof geen enkele mogelijkheid om in de onderhavige zaak een gevangenisstraf op te leggen.
Voor het hof resteren hierdoor twee mogelijkheden. Het hof kan verdachte schuldig verklaren zonder oplegging van een straf of het kan een geldboete opleggen aan verdachte.
Zowel de advocaat-generaal als de verdediging hebben verzocht om verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf. Het hof is echter van oordeel dat toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht absoluut geen recht doet aan de aard en ernst van de feiten. Dat zou namelijk betekenen dat verdachte onbestraft blijft na het plegen van zeer ernstige feiten. Het hof zal daarom overgaan tot het opleggen van een geldboete. Hoewel ook deze straf niet in verhouding staat tot de aard en ernst van de feiten, is de oplegging van een aanzienlijke geldboete de enige mogelijke afdoening waarbij verdachte nog enigszins gevolgen van zijn handelen zal ondervinden.
Bij het bepalen van de hoogte van de geldboete heeft het hof gelet op het wettelijk strafmaximum zoals dit gold op de pleegdatum van de bewezenverklaarde feiten. Voor het medeplegen van een poging tot moord geldt dat een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, verminderd met een derde. Voor het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie kan een geldboete van de vijfde categorie worden opgelegd. Gelet op het bepaalde in artikel 57, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, geldt dat geldboetes onbeperkt kunnen cumuleren.
Voor het medeplegen van de poging tot moord acht het hof, in de gegeven omstandigheden, de oplegging van het maximaal op te leggen bedrag van € 68.666,00 passend en geboden. Voor het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie acht het hof, gelet op de context waarin dit feit is gepleegd en de recidive van verdachte, de oplegging van een geldboete rondom de helft van de vijfde categorie passend. Tezamen leidt dit ertoe dat het hof, alles afwegende, een geldboete oplegt van € 120.000,00, te vervangen door 365 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest. Bij de vaststelling van deze geldboete is rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24c, 45, 47, 57, 63 en 289 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 120.000,00 (honderdtwintigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde geldboete in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van € 50,00 per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. G.A. Versteeg, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. A.F. van Kooij, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Renders, griffier,
en op 9 september 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
De hieronder weergegeven bewijsmiddelen (Voetnoot 1) worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 5 oktober 2021, opgenomen op pagina 1288 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend verklaring van [getuige 1] :
Op 5 oktober 2021 omstreeks 12.15 uur was ik te [plaats 1] . Ik had zicht op het pleintje gelegen aan de [straat 3] . Ik zag dat er een motor stopte. Ik zag dat het een rode motor betrof. Ik zag dat er twee personen op de motor zaten. Zij waren volledig in het zwart gekleed. Zij hadden beiden een zwarte integraalhelm. Ik zag dat de persoon die achterop zat van de motor afstapte. Ik zag dat hij wat rondjes heen en weer liep. Ik zag dat hij in de richting van de oude bibliotheek liep. Ik zag dat de persoon op de motor achter hem aan reed.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 5 oktober 2021, opgenomen op pagina 1212 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend verklaring van [getuige 2] :
Ik bevond mij vandaag, 5 oktober 2021, te [plaats 1] . Op enig moment hoorde ik harde knallen. Links zag ik een man naar de grond gaan. Rechts van deze persoon zag ik twee personen staan, waarvan [ik] de mij meest in het oog springende persoon met een vuurwapen in zijn hand zag staan en op de man schieten die naar de grond was gegaan. Ik kan de verdachte met het vuurwapen als volgt omschrijven: een man. Ik zag dat hij een zwarte helm op zijn hoofd droeg. Ik zag dat zijn ogen afgedekt waren. Zoals ik het gezien heb, kan ik zeggen dat het eruit zag alsof de verdachte met het vuurwapen wist waar hij mee bezig was en doelbewust richtte en schoot op het slachtoffer. Toen ik het geluid van knallen hoorde, meende ik een zestal knallen te hebben gehoord. Ik hoorde de knallen kort achter elkaar komen. Toen ik ging kijken, hoorde ik weer een tweetal schoten.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2021, opgenomen op pagina 1045 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 1] :
Op 5 oktober 2021 omstreeks 12:23 uur kregen wij een melding dat er een schietpartij had plaatsgevonden te [plaats 1] . Omstreeks 12:43 uur kwamen wij ter plaatse. Ik zag dat een mannelijk slachtoffer op de grond lag met een wond op zijn rechterbeen. Ik hoorde de collega van de 2214 aan het slachtoffer vragen wat er precies was gebeurd. Ik hoorde het slachtoffer hierop zeggen: “pfiew pfiew pfiew”. Slachtoffer: [slachtoffer] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2021, opgenomen op pagina 1047 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 2] :
Op 5 oktober 2021 zag ik slachtoffer [slachtoffer] op de grond liggen. Ik hoorde dat hij in zijn arm, been en rechterbil was geraakt. Ik zag bloed op de kleding van [slachtoffer] . Ik knipte de kleding open om de wonden te bekijken. Ik zag dat de wonden openlagen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2021, opgenomen op pagina 1043 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 3] :
Op 5 oktober 2021 omstreeks 12:28 uur kwam ik ter plaatse op [adres 2] te [plaats 1] . Betrokkene [naam 2] verklaarde dat hij gehoord had dat de motor welke gebruikt was tijdens de schietpartij voorzien was van het [kenteken 1] .
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 2] [plaats 1] ) van 16 oktober 2021, opgenomen op pagina 107 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Het betrof een openbare parkeerplaats achter een winkelcentrum. Wij zagen dat in de noordwestelijke hoek van de parkeerplaats twee voertuigen geparkeerd stonden. Het voorste voertuig betrof een personenauto van het merk Seat. Het achterste voertuig betrof een personenauto van het merk BMW. Wij zagen in de rechterzijkant van de BMW vier schotbeschadigingen. Aan de achterzijde van de Seat zagen wij dat de ruit was verbrijzeld. In deze ruit zagen wij een schotbeschadiging met in het verlengde van deze beschadiging beschadigingen in de rugleuning van de achterbank en het zijpaneel links ter hoogte van de achterbank. In de achterlichtunit zagen wij een schotbeschadiging. Links van de voertuigen, voor de woningen, zagen wij een snorfiets staan. Wij zagen in de rechterzijkap een schotbeschadiging.
De volgende sporendragers werden veiliggesteld:SIN: AAPH1998NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Huls aangetroffen in gras
SIN: AAPE3453NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Aangetroffen in gras
SIN: AAOA0770NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Huls uit gras
SIN: AAPE3452NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: Aangetroffen bij scooter
SIN: AAPE3447NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: Projectief aangetroffen onder Seat
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek voertuig (Seat [kenteken 2] ) van 19 november 2021, opgenomen op pagina 189 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 4] :
Op 12 oktober 2021 heb ik in een onderzoeksruimte van de Forensische Opsporing Midden-Nederland een onderzoek verricht aan een voertuig. Het voertuig was geraakt door meerdere projectielen nadat op de openbare weg, [straat 4] te [plaats 1] op 5 oktober 2021 een schietincident was voorgevallen. Ten tijde van het plaats delict onderzoek was geconstateerd dat aan de achterzijde van het voertuig schade was ontstaan ten gevolge van projectielen. Het voertuig was overgebracht naar het politiebureau op genoemde locatie voor verder onderzoek.
De volgende sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AAPE3412NL
Object: Munitie (Mund Projectiel) Bijzonderheden: Seat achterlicht links
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 3] [plaats 3] ) van 9 oktober 2021, opgenomen op pagina 146 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 6]
Op 8 oktober 2021 zag ik een wapen tussen de struiken liggen.
Object: Vuurwapen. SIN: AAPE3480NL.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 203 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 7] :
SIN: AAPE3480NL (pistoolmitrailleur).
Wapen: automatisch vuurwapen, merk CZ.
Categorie: II sub 2.
bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, pistoolmitrailleur, merk CZ, model VZ 26, kaliber 7.62x25mm.
SIN: AAPE3759NL en AAPE3758NL.
Munitie: 7 scherpe patronen, kaliber 7.62x25 mm.
Categorie: III.
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een NFI-rapport Wapen- en munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in [plaats 1] op 5 oktober 2021 van 19 november 2021, opgenomen op p. 274 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
SIN Omschrijving
AAOA0770NL Munitie (huls)
AAPE3412NL Munitie (Projectiel)
AAPE3447NL Munitie (Projectiel)
AAPE3452NL Munitie (Projectiel)
AAPE3453NL Munitie (huls)
AAPHI988NL Munitie (huls)
AAPE3480NL Vuurwapen
AAPE3758NL Munitie
AAPE3759NL Munitie (kogelpatroon)
Patronen [AAPE3758NL en -59NL]
De zes patronen [AAPE3758NL] zijn voorzien van bodemstempels. Gezien deze bodemstempels en de afmetingen zijn de patronen van het kaliber 7,62mm Tokarev. De patroon [AAPE3759NL] is voorzien van hetzelfde bodemstempel als de huls [AAOA0770NLJ. In het slaghoedje is een lichte indruk van een slagpin waargenomen, die past bij het vuurwapen [AAPE3480NL].
Conclusie: Het vergelijkend onderzoek heeft aanwijzingen opgeleverd dat de verschoten munitiedelen zijn verschoten met het vuurwapen [AAPE348ONL].
Hulzen
Voor elk van de drie hulzen [AAOA0770NL, AAPE3453NL en AAPH1988NL], kaliber 7,62mm Tokarev, en vuurwapen [AAPE3480NLJ zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 1: De huls is verschoten met het vuurwapen.
Hypothese 2: De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen.
De resultaten van het vergelijkend huisonderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Kogels en kogelmanteldeel
Voor elk van de twee kogels [AAPE3447NL en -52NL] en het kogelmanteldeel [AAPE3412NL], die het best passen bij het kaliber 7,62mm Tokarev, en vuurwapen [AAPE3480NL] zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3: De kogel of het kogelmanteldeel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen. Hypothese 4: De kogel of het kogelmanteldeel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen.
De resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek zijn waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
Verbale term Ordegrootte bewijskracht
ongeveer even waarschijnlijk 1-2iets waarschijnlijker 2-10waarschijnlijker 10-100veel waarschijnlijker 100-10.000zeer veel waarschijnlijker 10.000-1.000.000extreem veel waarschijnlijker > 1.000.000
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 oktober 2021, opgenomen op pagina 1086 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 8] :
Ik bekeek de camerabeelden van [café] te [plaats 1] van 5 oktober 2021.
Zicht op [straat 4] :
11:56:11 uur: Bovenin beeld komt een rode motor met twee personen erop het beeld in rijden.
12:19:26 uur: Zwarte BMW rijdt over [straat 4] richting perceel [adres 2] .
12:22:10 uur: NNman3 komt in beeld. Geheel in het zwart gekleed. Motorhelm met vizier omhoog. Grote zwarte schoudertas. Zonnebril. Grijze handschoenen. Zwart met grijze sneakers. Blank gelaat met wipneus.
12:23:22 uur: NNman3 komt weer in beeld. Hij heeft zijn rechterhand in de grote schoudertas zitten. NNman3 begint te rennen.
Zicht op [straat 5] :
12:23:33 uur: De rode motor komt met NNman5 als bestuurder langs rijden vanaf de doorgang van [straat 4] bij [winkel 2] richting [winkel 3] .
12:23:57 uur: NNman3 loopt vanaf de doorgang naar [straat 4] bij [winkel 2] richting [winkel 3] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 6 oktober 2021, opgenomen op pagina 1118 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 9] :
Op 5 oktober 2021 vernam ik dat er een motor was aangetroffen op de [straat 6] in [plaats 3] . Naast de woning aan de [adres 4] zag ik een rode motor staan. De motor was gekentekend [kenteken 1] De bewoner van de [adres 4] gaf mij aan dat zij die middag had gezien dat de motor neergezet was door twee mannen.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 2 december 2021, opgenomen op pagina 769 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] :
A: Ik ben de chauffeur geweest. Ik moest alles regelen, hiermee bedoel ik de bike.
A: Ik ben naar [plaats 4] gereden. Ik had via de telefoon een opdracht gekregen dat ik naar [plaats 4] moest rijden. Ik moest daar een adres in de gaten houden. Daar woonde het slachtoffer. Het was een woning in het centrum. Ik moest kijken of daar een Skoda voor de deur stond. Ik ben daarna nog een paar keer naar [plaats 4] gereden. Ik moest kijken hoe hij zich bewoog, met welke auto hij rijdt, wanneer en zo. Ik moest weten wie hij was en wat hij deed.
A: Via een sms hoorde ik dat ik naar de [straat 1] moest komen bij een rotonde. Ik kom aanrijden en zie dat daar een man staat met een rugzak. Ik wist dat hij dat moest zijn. Het was een Poolse man. Hij zei ga naar de Poolse supermarkt in [plaats 1] . Hij vertelde dat wij moesten zoeken naar een zwarte BMW welke in de buurt was van de Poolse supermarkt in [plaats 1] . Wij komen aan bij de parkeerplaats bij de Poolse supermarkt. Die schutter loopt een beetje rond en is een aan het zoeken. Op een gegeven moment zag de schutter de zwarte BMW aan komen rijden. Hij zag dat degene die hij moest hebben als bijrijder in de BMW zat. De schutter zette ik bij [winkel 2] af, hij zei tegen mij rij iets verder en blijf daar wachten. Het duurde toen nog ongeveer 5 minuten. Ik hoorde toen ineens vier schoten, dus ik wist dat de schutter had gedaan wat hij moest doen. De schutter komt heel rustig aanlopen en was boos op mij dat ik verderop stond.
A: Ik ben naar [plaats 3] gereden. Ik ben naar [straat 7] gegaan. De schutter heeft van kleding gewisseld. Daarna heeft hij zijn kleding in brand gestoken achter een schuurtje. Hij heeft zijn tas in de bosjes gelaten, in de buurt van de motor. Ik heb mijn helm iets verderop weggelegd.
V: Weet je waar de schutter het vuurwapen heeft achtergelaten?
A: In de rugzak. Hij heeft hem met rugzak en al dicht bij de motor in de bosjes gelegd.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 3] [plaats 3] ) d.d. 15 oktober 2021, opgenomen op pagina 122 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 10] en [verbalisant 11] :
Op 5 oktober 2021 kwamen wij voor forensisch onderzoek aan op de [adres 3] , [plaats 3] . Uit het buurtonderzoek bleek dat twee mannen de motor hier achter hadden gelaten. Op aangeven van de speurhondengeleider heb ik achter het elektriciteitshuisje een deels verbrande broek veiliggesteld.
Object: Broek.
SIN: AAPD2488NL.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van vooronderzoek lab d.d. 3 januari 2022 , opgenomen op pagina 169 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van [verbalisant 12] :
Object: Broek.
SIN: AAPD2488NL.
Ik kon een zwartkleurige trainingsbroek met taillekoord herkennen met het merk Adidas. Ik heb de binnenzijde van de broekrand en het taillekoord bemonsterd. Ik heb het spoor gewaarmerkt met SIN AAPD5646NL.
16. Een schriftelijk bescheid, te weten een NFI- rapport met betrekking tot DNA-onderzoek d.d. 23 februari 2022, opgenomen op pagina 328 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend:
Resultaten, interpretatie en conclusie van het (vergelijkend) DNA-onderzoek:
SIN: AAPD5646NL#01 (broek: binnenzijde broekrand + taillekoord).
DNA kan afkomstig zijn van: één man: [medeverdachte 1] .
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
AAPD5646NL#01 (AAPD2488NL-broek: binnenzijde broekrand + taillekoord).
Dit betreft een DNA-profiel dat van één persoon afkomstig is. Voor dergelijke DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon ermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is. Daarom geldt voor de overeenkomsten met het DNA-profiel van [medeverdachte 1] dat DNA-profiel AAPD5646NL#01 meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer het DNA afkomstig is van [medeverdachte 1] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [medeverdachte 1] verwante) persoon.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van 14 december 2021, opgenomen op pagina 791 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]
A: Ik kreeg rond half 11 het bericht dat ze de schutter gingen brengen. Ik vertelde dat ik in [plaats 1] was. Ik kreeg de opdracht dat ik bij de rotonde op de [straat 1] moest staan. Ik ben naar de rotonde gegaan met de motor. Ik heb de schutter bij de rotonde opgepikt. Hij had een rugzak bij zich, ik denk dat de inhoud van die rugzak verboden was.
V: Ik moest op de hoek wachten, op de [straat 4] . Ik hoorde trr, trrr, trrr. Ik ben toen iets verder doorgereden naar ongeveer voor [winkel 2] . Hier is hij toen bij mij opgestapt.
A: Vanaf 12.30 uur op 5 oktober 2021 ben ik tot 6 oktober 2021 tussen 07.00 à 07.30 uur in [plaats 3] gebleven. Ik moest hem terugbrengen naar [plaats 5] , dat was voor mij het einde van de klus. De schutter is toen bij mij gebleven.
V: Waar zijn jullie in [plaats 3] gebleven?
A: Een beetje hier, een beetje daar.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2021, opgenomen op pagina 1007 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant R876:
Op 19 oktober 2021 werd er binnengetreden en een doorzoeking uitgevoerd in de woning op het adres [adres 1] te [plaats 5] . In de woning bevonden zich
vier mannen van Poolse afkomst te weten:
(…)
[verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1995 te [geboorteplaats 1] .
In de woning bleek een slaapkamer in gebruik bij [verdachte] . In de slaapkamer waar [verdachte] verbleef werden onder andere onderstaande goederen aangetroffen en in beslag genomen:
Goednummer Omschrijving
MID68.01 .01 .008 Samsung SM-G986B
Uit onderzoek aan de Samsung telefoon type SM-G986B naar bezochte websites door [verdachte] blijkt hij onder meer de volgende websites te hebben bezocht:
- [website 1] ;
- Weersverwachting in [plaats 4] ;
- Crimesite in relatie tot een poging liquidatie in [plaats 1] ;
- Hart voor Nederland in relatie tot een schietpartij in het centrum van [plaats 1] ;
- Marktplaats in relatie tot een advertentie van een Kawasaki motor.
[plaats 4] / [plaats 1]
Op 27 september 2021 te 17.19 uur wordt de website ' [website 1] ' benaderd met betrekking tot 112 meldingen in [plaats 4] ;
[website 1]
Op 02 oktober 2021 te 08.43 uur wordt de website 'weeronline' benaderd met betrekking tot de weersverwachting voor de komende 48 uur in [plaats 4] ;
[website 2]
Op 05 oktober 2021 tussen 16.04 en 16.06 uur worden de volgende websites 'Crimesite' en 'Hart van Nederland' benaderd met betrekking tot de poging liquidatie in het centrum van [plaats 1] ;
https://www.crimesite.nl/
https://www.hartvannederland.nl/
[website 3]
Op 15 oktober 2021 te 16.51 uur wordt de website 'Crimesite' benaderd met betrekking tot de column 'Schietpartij [plaats 1] was liquidatiepoging';
[website 4]
Motorfiets Kawasaki
Op 30 september 2021 te 23.47 uur wordt de website 'Marktplaats' benaderd met betrekking tot een advertentie van een motor van het merk Kawasaki type Z900;
[website 5]
Op 01 oktober 2021 te 10.10 uur wordt de website 'Marktplaats' benaderd met betrekking tot een motor van het merk Kawasaki type Z900;
[website 5]
Screenshot [plaats 1] 5 oktober 2021
In de Samsung telefoon type SM-G986B goednummer MID68.01 .01 .008 van [verdachte] werd een 'screenshot' aangetroffen die gemaakt is op zijn eigen telefoon. Dit blijkt uit de map waarin deze screenshot werd opgeslagen namelijk de map [naam map]
Uit deze screenshot valt op te maken dat op 05 oktober 2021 te 11.29 uur de contactenlijst werd geraadpleegd, vermoedelijk om ene ' [medeverdachte 2] ' te bellen met het mobiele [telefoonnummer 1] . Door deze handeling werd zeer waarschijnlijk de actieve routenavigatie van Google Maps verkleind weergegeven en hierbij, al dan niet per ongeluk, een screenshot gemaakt. Uit dit navigatievenster valt op te maken dat de telefoon zich op 05 oktober 2021 te 11.29 uur op de [straat 2] bevond. Uit onderzoek blijkt dat de [straat 2] zich in [plaats 1] bevindt. Op de afbeelding staat verder nog een tekentje van een rotonde met pijltje die aangeeft, dat er over 350 meter bij een rotonde rechtdoor gegaan moet worden. Verder valt op te maken dat de 'tijd tot de eindbestemming' 11.38 uur is. Dit betekent dat gezien vanaf de locatie waar de telefoon zich op dat moment bevond het nog negen (9) minuten rijden was.
Aantreffen foto's vuurwapens
In de Samsung telefoon type SM-G986B goednummer MID68.01 .01 .008 van [verdachte] werden onder meer drie foto's van vuurwapens aangetroffen.
Foto 3 betreft de afbeelding van vermoedelijk een automatisch vuurwapen. De foto van het automatische vuurwapen is vermoedelijk gemaakt op het aanrecht van een keukenblok gelet op het mes, houten broodplank, slipper van een onbekend persoon en de handgrepen van vermoedelijk een keukenlade.
Vergelijking foto 3 met politie overzichtsfoto's [adres 1] te [plaats 5]
Foto's keukenblok [adres 1] te [plaats 5]
Op 19 oktober 2021 werden naar aanleiding van de doorzoeking in de woning [adres 1] te [plaats 5] diverse overzichtsfoto's gemaakt van de woning. Naar aanleiding van foto 3, betreffende het automatische vuurwapen, heb ik nader onderzoek verricht naar het aanrechtblad van de keuken in de woning [adres 1] te [plaats 5] aangezien deze grote gelijkenis vertoont met het aanrechtblad waarop het vuurwapen is afgebeeld.
Ik, verbalisant, zag na vergelijking van foto 3 met de foto's 4 en 5 de volgende overeenkomsten:
- De grijze kleur van het aanrechtblad;
- De houten broodbak;
- De houten broodplank;
- Het zwarte dienblad;
- De knoest op het derde houtje aan de rechterzijde van de houten brooddoos en
- De lichte houten vloer
Foto's slippers [verdachte] [adres 1] te [plaats 5]
Vervolgens heb ik een onderzoek ingesteld naar de afgebeelde slipper op foto 3 en gezocht naar afbeeldingen van [verdachte] . Op de volgende pagina trof ik een afbeelding aan van [verdachte] . Het betreft hier een 'selfie' van [verdachte] met ontbloot bovenlichaam in een badkamer. Hierbij valt op dat [verdachte] dezelfde slippers draagt als die staan afgebeeld op foto 3. Tevens werd door mij een kort filmpje van [Snapchat] aangetroffen waarop [verdachte] te zien is, slechts gekleed in een boxershort en de genoemde slippers.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van terbeschikkingstelling politiegegevens artikel 9 Wet politiegegevens (WPG) van 29 november 2021, opgenomen op pagina 1020 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van [verbalisant 9] :
Op dinsdag 05 oktober 2021 werd in de vooravond op de locatie [straat 6] in [plaats 3] na een melding van buurtbewoners de vluchtmotor aangetroffen met daarop hetzelfde kenteken [kenteken 1] als datgene wat werd opgegeven door getuige(n) op het plaats delict in [plaats 1] .
Bij het forensisch onderzoek op de [straat 6] werden ter plaatse de handvatten van de vluchtmotor [kenteken 1] verwijderd voor nader onderzoek. Deze handvatten werden vervolgens op een ander moment bemonsterd op de aanwezigheid van DNA. Uit onderzoek is gebleken dat er DNA aanwezig was op de handvatten (AAPD5374NL#01 en AAPD5375NL#01). Dit DNA had een match met het DNA van:
[medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag 2] -1991 te [geboorteplaats 2]
DNA-profielen AAPD5374NL#01 en AAPD5375NL#01 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [medeverdachte 2] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [medeverdachte 2] verwante) persoon.
Op vrijdag 08 oktober 2021 werd een aanvullend buurtonderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek werd een pistoolmitrailleur aangetroffen. De pistoolmitrailleur werd nader onderzocht, deze was geschikt om zowel semi- als automatisch mee te vuren. De mitrailleur was van het merk CZ, model VZ26. In de patroonhouder zaten nog 6 scherpe patronen van het kaliber 7.62 x 25mm, in de kamer van het wapen zat nog een scherpe patroon van hetzelfde kaliber.
4.1
Opvragen historische verkeersgegevens [telefoonnummer 1]
Verder blijkt het telefoonnummer onder andere veelvuldig contact te hebben met de volgende tegennummers:
- [telefoonnummer 2] (34 contactmomenten)
9.2
Opvragen historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2]
Door het onderzoeksteam werden de historische verkeersgegevens opgevraagd van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit onder andere om reden dat dit telefoonnummer was opgegeven door [medeverdachte 2] .
Door de provider werden na vordering de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 3] uitgeleverd. Het telefoonnummer maakte in de gevorderde periode gebruik van hetzelfde IMEI nummer als waarin het telefoonnummer [telefoonnummer 1] heeft gezeten. Namelijk het IMEI [nummer 1] .
Blijkens onderzoek heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 3] een overeenkomstige tegencontact als het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Zo heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 3] onder andere ook contact met telefoonnummer:
- [telefoonnummer 2] (15 contactmomenten)
Door het onderzoeksteam werden de historische verkeersgegevens opgevraagd van het overeenkomstige tegencontact van de [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 1] , namelijk het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Blijkens onderzoek zit dit telefoonnummer in het telefoontoestel met IMEI [nummer 2] . Dit telefoonnummer zit vanaf 21 september 2021 tot en met 19 oktober 2021 in het toestel. Onderzocht werd of dit telefoonnummer gebruik maakt van masten in de omgeving van [plaats 1] (plaats schietincident) en [plaats 3] (locatie vluchtmotor). Het schietincident vond op 05 oktober 2021 omstreeks 12:23 uur plaats.
Het nummer [telefoonnummer 2] maakt op 05 oktober 2021 omstreeks 11:30:28 uur contact met een mast gelegen aan de [adres 5] in [plaats 1] .
Het nummer [telefoonnummer 2] maakt op 05 oktober 2021 omstreeks 12:27 uur en omstreeks 12:29 uur contact met een mast (door een binnenkomende SMS) gelegen aan de [straat 8] , bij [plaats 3] .
Het nummer [telefoonnummer 2] maakt op 05 oktober 2021 omstreeks 12:31 uur contact met een mast (door een binnenkomende SMS) gelegen aan de [adres 6] in [plaats 1] , dit is in de nabijheid van [plaats 3] .
Het nummer [telefoonnummer 2] maakt op 05 oktober omstreeks 13:07 uur contact met een mast gelegen aan de [straat 8] bij [plaats 3] .
Daarnaast werd er onderzocht of het telefoonnummer [telefoonnummer 2] ook andere tegencontacten had, die in het onderzoek Lyricon bekend zijn geworden. Uit onderzoek is gebleken dat het een tegencontact is van het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Op 01-10-2021 belt [telefoonnummer 2] , 52 seconden uit met nummer [telefoonnummer 4] . Op 04 oktober 2021 belt [telefoonnummer 2] , 34 seconden uit met [telefoonnummer 4] . Blijkens onderzoek zat telefoonnummer [telefoonnummer 4] in de telefoon die op 05-10-2021 onder het slachtoffer [slachtoffer] in beslag werd genomen.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 februari 2022, opgenomen op pagina 1659 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030516:
Na een aanvullend buurtonderzoek werd er op vrijdag, 8 oktober 2021, een pistoolmitrailleur aangetroffen in de bosschages nabij de locatie van de vluchtmotor op de [straat 6] te [plaats 3] .
Foto uit telefoon [verdachte]
Uit het proces-verbaal terbeschikkingstelling, van onderzoek 26Lechlade, werd er een zelfde soort/type pistoolmitrailleur, als afbeelding, uit de telefoon van de verdachte [verdachte] verkregen. Deze telefoon werd in open stand aangetroffen onder de verdachte [verdachte] tijdens een doorzoeking op de [adres 1] te ' [plaats 2] . Deze doorzoeking vond plaats op 19 oktober 2021.
Op deze foto was een pistoolmitrailleur zichtbaar welke exacte dezelfde kenmerken had als de pistoolmitrailleur welke in [plaats 3] werd aangetroffen in de bosschages. De foto werd op 29 augustus 2021 omstreeks 13:21 uur gemaakt en geregistreerd in de telefoon. De Pistoolmitrailleur lag op een keukenblad welke zeer grote gelijkenis vertoonde met het keukenblok op de [adres 1] te [plaats 2] .
Op de foto was ook een voet zichtbaar met een slipper. Onder de verdachte [verdachte] werden, in het cellencomplex, soortgelijke slippers aangetroffen. De slippers toonde zeer grote gelijkenis met de slipper zichtbaar op bovenstaande foto. Tevens werden er in het telefoontoestel foto's aangetroffen waarbij [verdachte] , zogenaamde selfies maakte, waarbij soortgelijke slippers zichtbaar waren.
Vergelijking
Op de foto van de pistoolmitrailleur, uit de telefoon van [verdachte] , waren exact dezelfde kenmerken en ook dezelfde beschadigingen zichtbaar. Hieronder is op beide afbeeldingen de schade zichtbaar aan de linkerzijde van het merkje/label van de pistoolmitrailleur. De onregelmatigheid en roodkleurige strepen zijn op beide afbeeldingen duidelijk zichtbaar.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 10 januari 2022, opgenomen op pagina 1978 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030523:
Op dinsdag 19 oktober 2021 werd een doorzoeking uitgevoerd in de woning [adres 1] te [plaats 5] . Daarbij werd een BMW, [kenteken 3] , in beslag genomen. In de BMW zit een infotainment systeem. Dat systeem communiceert via een imei-nummer met provider Vodafone. Via Bluetooth kan een telefoon aan het systeem gekoppeld worden zodat er bijvoorbeeld hands-free gebeld kan worden. Uit het onderzoek is gebleken dat de op 19 oktober 2021 in de kamer van [verdachte] in beslaggenomen telefoon Samsung SM-G986B meerdere keren connectie gemaakt heeft met het systeem. Verder is gebleken dat [verdachte] gebruiker is van de BMW.
Het imei-nummer van de BMW is [nummer 3] . Aan het imei-nummer is een SIM-kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] gekoppeld.
Historische verkeersgegevens imei
De verkeersgegevens van het imei-nummer werden over de periode 15 juni 2021 tot en met 14 december 2021 opgevraagd. Door de provider Vodafone werden gegevens aangeleverd. Door hen wordt dan het nummer [nummer 4] in de gegevens vermeld. Door toepassing van de Lühn-formule blijkt dat het imei-nummer van de BMW overeen komt met de door Vodafone aangeleverde gegevens. De verkeersgegevens betreffen uitsluitend dataverkeer. Bij dataverkeer maakt het nummer via het imei-nummer contact met Cell-ID's.
Resultaten verkeersgegevens BMW
De auto staat sinds 13 augustus 2020 op naam geregistreerd van [naam 3] , [adres 7] . Uit de verkeersgegevens blijkt dat er tot 7 september 2021 geen Cell-ID's in [plaats 5] gebruikt worden. Vanaf die 7e september worden zeer veel Cell-ID's in [plaats 5] gebruikt. Daarbij komt de Cell-ID [nummer 5] verreweg het meeste voor. Deze Cell-ID is bevestigd aan een zendmast die geplaatst is op het [adres 8] te [plaats 5] . De zendmast staat op een afstand van hemelsbreed 200 meter van de woning [adres 1] te [plaats 5] . Deze woning valt in het theoretisch dekkingsgebied van deze Cell-ID.
Op 5 oktober 2021 om 11.27 uur wordt een Cell-ID [nummer 6] (eindcel) aan de [adres 9] te [plaats 1] gebruikt. Dat is de eind Cell-ID van deze sessie. De Cell-ID staat op een afstand, hemelsbreed, van ongeveer 380 meter van de plaats delict. De plaats delict aan [straat 4] valt binnen het theoretisch dekkingsgebied van deze Cell-ID.
Die dag om 12.24 uur wordt een Cell-ID nabij [straat 8] gebruikt. Om 13.03 uur wordt een Cell-ID aan het [straat 9] in [plaats 3] gebruikt. Het migrantenhotel aan [straat 10] in [plaats 3] , waar om 18.24 uur met de telefoon van [medeverdachte 2] een filmpje gemaakt wordt van verdachte [medeverdachte 1] én [winkel 2] , waar om 17.51 uur met het pasje van [medeverdachte 1] een betaling werd verricht, vallen binnen het theoretisch dekkingsgebied van deze Cell-ID.
Koppeling verkeersgegevens BMW met [verdachte]
De aan [verdachte] gekoppelde Samsung telefoon SM-G986B is een zogenoemde dual-SIM. Dat betekent dat het toestel twee imei-nummers heeft en twee afzonderlijke SIM-kaarten kan bevatten. In dit toestel zaten SIM-kaarten met de nummers [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 6] . De provider van beide nummers is KPN. Het nummer [telefoonnummer 6] zat van 18 augustus 2021 tot de dag van inbeslagneming, 19 oktober 2021, in de Samsung.
Het nummer [telefoonnummer 2] zat vanaf 21 september 2021 tot de dag van inbeslagneming in het toestel. Omdat beide nummers in één telefoon zitten en daardoor dezelfde reisbewegingen maakten wordt hieronder nummer [telefoonnummer 2] benoemd.
Uit de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 2] blijkt dat dit nummer vanaf 21 september 2021 in gebruik is en de telefoon vanaf 22 september 2021 zeer vaak de Cell-ID [nummer 7] aan [adres 10] te [plaats 5] gebruikt. Het theoretisch dekkingsgebied van deze Cell-ID omvat de [adres 1] te [plaats 5] .
Op 29 september 2021 worden tussen 07.15 en 07.34 uur bij contacten tussen [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] (verdachte [medeverdachte 2] ) steeds de Cell-ID's [nummer 8] en [nummer 9] gebruikt. Het dekkingsgebied van beide Cell-ID's omvat de [adres 11] te [plaats 1] .
Op 5 oktober 2021 om 11.30 uur maakt het toestel met nummer [telefoonnummer 2] gebruik van een Cell-ID aan een zendmast aan [adres 12] in [plaats 1] . Het theoretisch dekkingsgebied van deze Cell-ID omvat het noordelijk deel van [plaats 1] . Om 12.27 en 12.29, 12.31 en 13.07 uur worden Cell-ID's met dekkingsgebied [gebied] nabij [plaats 3] gebruikt. Wanneer men 'binnendoor' vanuit [plaats 1] naar [plaats 3] rijdt kan een telefoon deze Cell-ID's gebruiken.
De telefoon met nummer [telefoonnummer 2] verplaatst zich daarna richting [plaats 5] . Van 14.15 uur tot 17.29 uur wordt de Cell-ID aan [adres 10] te [plaats 5] gebruikt. De woning [adres 1] ligt hemelsbreed op ongeveer 200 meter van deze Cell-ID. Daarna, tot 22.08 uur, gebruikt het toestel Cell-ID-s in [plaats 7] . Vanaf 5 oktober 22.08 uur tot 6 oktober 08.23 uur wordt de Cell-ID aan [straat 11] weer gebruikt.
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 december 2021, opgenomen op pagina 1546 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030523:
Gebruik telefoonnummers
Uit het onderzoek Rebec is gebleken dat verdachte [verdachte] gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Verdachte [medeverdachte 2] maakte gebruik van de nummers [telefoonnummer 1] , [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 7] .
Onderling contact
Uit de verkeersgegevens blijkt dat met het nummer [telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) van 27 september 2021 tot en met 4 oktober 2021 meerdere contacten geregistreerd zijn met het nummer [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 2] ).
Opvallend hierin is 29 september 2021. Er zijn tussen 07.16 en 07.34 uur totaal 22 contacten geregistreerd. De duur van deze contacten is zeer kort, het lijkt te kort voor daadwerkelijke gesprekken.
Uit de gegevens blijkt verder dat beiden bij deze contacten gebruik maken van dezelfde Cell-ID's aan zendmasten in [plaats 1] . Dat zijn zendmasten aan [adres 13] en de [adres 5] in [plaats 1] . Het voormalig asielzoekerscentrum aan de [adres 11] te [plaats 1] , waar gemiddeld zo'n 1300 Poolse mensen verblijven, valt binnen het dekkingsgebied van de Cell-ID's.
Met het nummer [telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) zijn van 6 oktober 2021 tot 16 oktober 2021 15 contacten geweest met nummer [telefoonnummer 3] ( [medeverdachte 2] ). Beide toestellen maken bij die contacten gebruik van Cell-lD's in en om [plaats 5] .
Locaties 22 september 2021 [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 2] )
Locaties 22 september 2021 [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte 2] ):Die dag verplaatst de telefoon zich vanuit [plaats 6] naar [plaats 4] . Op de dagen erna wordt meerdere malen de route [plaats 6] - [plaats 4] afgelegd, in [plaats 4] worden Cell-ID’s gebruikt die op korte afstand van [adres 14] te [plaats 4] staan. Dat is het woonadres van slachtoffer [slachtoffer] .
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2022, opgenomen op pagina 1563 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030523:
Telefoonnummers verdachten
Uit het onderzoek is gebleken dat verdachten [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] onder andere van onderstaande telefoonnummers gebruik gemaakt hebben:
Naam
Nummer
Imei-nummer
Toestel
[verdachte]
[telefoonnummer 6]
[nummer 10]
Samsung SM-G986B
[telefoonnummer 8]
[nummer 11]
Samsung SM-G965F
[telefoonnummer 2]
[nummer 2]
Samsung SM-G986B
[telefoonnummer 9]
[nummer 2]
Samsung SM-G986B
[medeverdachte 2]
[telefoonnummer 1]
[nummer 12]
Samsung SM-A526B
[telefoonnummer 3]
[nummer 12]
Samsung SM-A526B
[telefoonnummer 10]
[nummer 13]
Alcatel 1066G
[telefoonnummer 7]
[nummer 12]
Samsung SM-A526B
[medeverdachte 1]
[telefoonnummer 11]
[nummer 14]
Motorola XT2103-2
[telefoonnummer 11] [medeverdachte 1]
Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat met het nummer, in gebruik bij [medeverdachte 1] , op 12 en 13 september 2021 totaal 16 registraties zijn van gesprekken met [telefoonnummer 9] . Dat nummer was weer in gebruik bij [verdachte] .
Wanneer de Cell-ID's in de bevraagde periode van 14 juli 2021 tot en met 11 januari 2022 maar dan in het tijdsblok van 00.01 tot 06.00 uur onderzocht worden is te zien dat in bijna 65% van de registraties Cell-ID's zijn aan de zendmast op [adres 15] te [plaats 5] .
Verder blijkt dat het toestel op 5 oktober 2021 van 01.20 tot 07.45 uur gebruik maakt van een Cell-lD aan [adres 15] te [plaats 5] . De locatie van deze Cell-lD is hemelsbreed nog geen 200 meter van [adres 16] te [plaats 5] waar hij aangehouden werd.
Na 07.45 uur is de eerstvolgende registratie die dag om 14.58 uur wanneer een Cell-lD aan [adres 17] te [plaats 3] gebruikt wordt. Daarna zijn er doorlopend tot 6 oktober 2021 om 04.20 uur registraties waarbij een Cell-lD in [plaats 3] gebruikt wordt.
Om 08.58 uur wordt dan weer de Cell-lD aan [adres 15] te [plaats 5] gebruikt.
[telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 3] [medeverdachte 2]
Het nummer [telefoonnummer 1] maakt op 5 oktober 2021 rond 00.13 uur gebruik van Cell-ID's in Diemen. De eerstvolgende registratie is die dag om 16.41 uur in [plaats 3] . Daarna, tot 21.24 uur worden er een aantal Cell-ID's in [plaats 3] aangestraald, waaronder die aan [adres 17] te [plaats 3] .
Daarna, tot 6 oktober 2021 om 07.24 uur, worden er geen Cell-ID's geregistreerd. Op dat moment wordt een Cell-ID in [plaats 8] gebruikt. Dat is de laatste registratie van nummer [telefoonnummer 1] . Daarna wordt het nummer [telefoonnummer 3] in het toestel geplaatst. Vanaf 10.24 uur zijn er registraties waarbij de Cell-lD aan [adres 10] gebruikt worden. Hemelsbreed is de afstand tussen deze Cell-lD en het adres [adres 1] te [plaats 5] nog geen 200 meter.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2022, opgenomen op pagina 1637 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030516:
In het onderzoek was bekend dat de vluchtmotor, welke bij de poging liquidatie in [plaats 1] was gebruikt, werd achtergelaten op de [straat 6] te [plaats 3] . In die directe omgeving werden de beelden veiliggesteld van de volgende locaties welke, ter verduidelijking, op onderstaande kaart staan afgebeeld. De afstand tussen de camera B en camera C betreft ongeveer 200 meter wat in de praktijk ongeveer 1, hooguit 2 minuten, lopen is.
Locatie A: [adres 18] te [plaats 3]
Locatie B: [adres 19] te [plaats 3] (B1-voor en B2-achterzijde)
Locatie C: [adres 20] te [plaats 3]
Locatie 1: Locatie vluchtmotor
Locatie 2: Locatie speeltuin in steeg
Locatie 3: Locatie aangetroffen verbrande kleding
Camera A: Op dinsdag, 5 oktober 2021 omstreeks 12:43 uur, is op de bewakingsbeelden van [adres 18] te zien dat de vluchtmotor wordt geparkeerd op de [straat 6] en dat er twee personen in de richting van de [straat 12] lopen. Hierbij is te zien dat de voorste persoon zijn helm af doet, in zijn linkerhand vasthoud, en rechts de hoek omloopt in de richting van de vaart. Deze persoon heeft een blanke huidskleur, draagt een grijze broek en heeft een donkerkleurige jas aan. De verdachte [medeverdachte 2] verklaarde in zijn verhoor, opgemaakt onder MD2R021145-64, dat hij de bestuurder was van de motor en een grijs trainingspak aan had.
Op de bewegende beelden is te zien dat de tweede persoon, hierna te noemen NN2, welke achter [medeverdachte 2] aanloopt, overeenkomsten heeft met de schutter welke in [plaats 1] werd vastgelegd op beveiligingsbeelden aldaar.
Camera B1: Om 12:51 uur, loopt [medeverdachte 2] met een tweede persoon, hierna te noemen NN3, terug richting de vaart. NN3 loopt met vermoedelijk een mobiele telefoon in zijn rechterhand. NN3 draagt donkerkleurige schoenen, een licht blauwkleurige spijkerbroek en zwarte jas met capuchon.
Camera A: Om 12:52 uur zijn dezelfde personen, [medeverdachte 2] en NN3, in beeld te zien en lopen richting de vaart.
Camera A: Ongeveer 1 minuut later, om 12:53 uur, komt NN3 weer in beeld vanaf de vaart en loopt op de [straat 12] richting de lagere nummers/ [straat 13] .
Camera B1: Om 12:53 is NN3 te zien welke verder loopt in de richting van de [straat 13] . NN3 is constant met vermoedelijk een telefoon bezig. Op zijn jas is op zijn linkermouw, ter hoogte van zijn schouder, een wit teken zichtbaar.
Camera B1: Ongeveer 5 minuten later, om 12:58 uur, loopt NN3 weer richting de vaart. NN3 draagt in zijn linkerhand een blauwe plastic [tas] .
Camera A: Om 12:58 uur loopt NN3 verder richting de vaart. Het witte teken op zijn linkermouw is dit keer duidelijker zichtbaar.
Camera A: Ongeveer 3 minuten later, om 13:01 uur loopt NN3 weer weg vanaf de vaart in de richting van de [straat 13] . NN3 lijkt zijn hand op te steken naar [medeverdachte 2] welke enkele seconden later in beeld verschijnt en naar de motor loopt.
Camera B1: Om 13:01 uur is NN3 te zien dat hij verder op de [straat 12] loopt in de richting van de [straat 13] . NN3 komt hierna niet meer in beeld.
Camera C: Om 13:34 uur is te zien dat NN2 loopt in de richting van [huisnummer] en blijft daar enkele seconden heen en weer lopen. Te zien is dat NN2 een donkerkleurige trainingsjack, blauwe trainingsbroek en blauwe sportschonen draagt. NN2 draagt in zijn linker hand een blauwe [tas] . [medeverdachte 2] komt na 9 seconden ook het park uitgelopen.
Camera C: Om 13:35 uur is te zien dat NN2 en [medeverdachte 2] samen weer terug lopen over het fietspad in de richting van de [straat 12] .
Camera B1: Ongeveer 1 minuut later, om 13:36 uur, loopt eerst [medeverdachte 2] en enkele seconden later NN2 in beeld. NN2 heeft geen blauwe [tas] meer in zijn hand.
25. De door verdachte ter zitting van 18 december 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
U, voorzitter, toont mij de foto onderaan op pagina 1179 van het procesdossier (het hof overweegt dat op deze foto de persoon staat die in bewijsmiddel 21 wordt aangeduid als NN3). Ik ben de persoon die daarop rechts in beeld te zien is, met een capuchon op en een telefoon in mijn hand. Op 5 oktober 2021 was ik daar in de buurt. Ik was op die dag ook in [plaats 1] . Ik heb daar bij de [winkel 1] handschoenen gekocht. Ik heb medeverdachte [medeverdachte 2] gebeld en hem gevraagd wat hij aan het doen was. Een uur later heb ik hem gezien in [plaats 3] . Ik was vanuit [plaats 5] naar [plaats 1] gereden. Het kan kloppen dat ik de sites heb bekeken die u, voorzitter, mij voorhoudt. Medeverdachte [medeverdachte 1] ken ik.
26. De door verdachte ter zitting van het hof van 7 juli 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik ben in de ochtend van 5 oktober 2021 vanuit [plaats 5] naar [plaats 1] gereden. Het klopt dat ik in de [winkel 1] in [plaats 1] handschoenen heb gekocht. Ik rijd geen motor.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 1 februari 2022, opgenomen op pagina 157 e.v. van Bijlage PVB onderzoek cam beelden [winkel 1] [plaats 1] , inhoudend als relaas van verbalisant Z06019:
Op 1 december 2021 uur keek ik de camerabeelden uit van de [winkel 1] [plaats 1] , [adres 21] te [plaats 1] . Ik bekeek de camerabeelden van 5 oktober 2021 en bevond daarbij het volgende:
11.20.58
uur: Ik zag een man de [winkel 1] in komen lopen. Ik zag dat de man kort zwart haar had op de bovenkant van zijn hoofd en aan de zijkant het haar opgeschoren tot op de hoofdhuid. Ik zag dat de man een zwarte mobiele telefoon in zijn handen hield.
11.21.52
uur: Ik zag dat de man zijn arm in een schap stak, kennelijk om iets te pakken. Ik zag dat de man enkele seconden bleef : kijken naar wat hij in zijn handen had. Ik zag dat de man vervolgens wederom iets uit hetzelfde schap pakte. Ik zag dat de man nog enkele seconden voor het schap bleef staan en vervolgens weg liep richting de kassa.
11.22.31
uur: Ik zag dat de man bij de kassa achter in de rij aan sloot bij de enige kassa die open was. Ik zag dat de man handschoenen in zijn handen had. Deze had de man dus kennelijk hiervoor gepakt uit het schap. Ik zag dat de man nog steeds met de mobiele telefoon in zijn handen stond.
11.22.56
uur tot 11.23.06 uur: Ik zag dat de man de mobiele telefoon naar zijn oor bracht, kennelijk om te bellen.
11.23.14
uur: Ik zag dat de man meerdere handschoenen op de rol band van de kassa legde.
11.23.56
uur tot 11.23.59 uur: Ik zag dat de man de mobiele telefoon naar zijn oor bracht, kennelijk om te bellen.
11.24.04
uur tot 11.24.06 uur: Ik zag dat de man de mobiele telefoon naar zijn oor bracht, kennelijk om te bellen.
11.24.27
uur: Ik zag dat de man hierna typte op de mobiele telefoon.
11.24.33
uur: Ik zag dat de kassière de door de man op de rol band neergelegde handschoenen aan sloeg op de kassa. Ik zag dat de kassière een grijskleurige handschoen met groene bies en zwarte vingers bekeek, in haar hand hield en daarna
op de kassa typte. Ik zag dat de kassière daarna deze grijskleurige handschoen op een zelfde grijskleurige handschoen met groene bies en zwarte vingers legde. Ik zag dat de kassière dit paar handschoenen vervolgens doorschoof naar het gedeelte na de kassa, wat mij de indruk gaf dat deze waren aangeslagen op de kassa. Ik zag dat de kassière hierna de twee andere handschoenen pakte, waar ze er een van in haar hand hield en daarna op de kassa typte. Ik zag dat deze handschoenen dezelfde grijze kleur had met zwarte vingers, maar dat deze een rode bies hadden. Ik zag dat de kassière ook dit paar handschoenen door schoof naar het gedeelte na de kassa, wat mij wederom de indruk gaf dat deze waren aangeslagen op de kassa. Ik zag dat de man de gehele tijd bij de kassa met de mobiele telefoon in zijn handen stond.
11.25.05
uur: Ik zag dat de man contant geld gaf aan de kassière.
11.25.29
uur: Ik zag dat de man contant geld terug kreeg van de kassière. Ik zag dat de man de mobiele telefoon in zijn zak had gestopt. Ik zag dat de man het contante geld aanpakte van de kassière, de vier afgerekende handschoenen op pakte en de winkel verliet.
Ik verbalisant, herkende de man op de camerabeelden van 5 oktober 2021 als [verdachte] , geboren op [geboortedag 1] 1995 te [geboorteplaats 1]
28. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 september 2022, met documentcode MD2R021145-328, inhoudend als relaas van verbalisant G.O. 030516:
Handschoenen
Door [verdachte] werden 4 handschoenen aangekocht in de [winkel 1] . Deze twee paar handschoenen waren beide grijs van kleur maar verschilde in paar van groene bies en een rode bies.
In het onderzoek Lyricon werden de camerabeelden bekeken van [café] gevestigd aan [adres 22] te [plaats 1] . Op de beelden was de schutter [medeverdachte 1] zichtbaar. Op de beelden is goed te zien dat [medeverdachte 1] grijze handschoenen droeg welke aan de binnenzijde (handpalmen) zwart/donker van kleur zijn. Deze handschoenen vertonen dezelfde kenmerken welke werden aangekocht door de verdachte [verdachte] bij de [winkel 1] .
29. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van 18 november 2021 met bijlage, opgenomen op pagina 126 e.v. het dossier ‘Stukken getuige deel 2’, inhoudend als verklaring van getuige 5089:
Kun je ons vertellen wat je weet over de schietpartij in [plaats 1] ?
Een jongen is neergeschoten [slachtoffer] .
Oké, wat weet jij daarover?
[verdachte] vertelde mij dat [medeverdachte 2] achter de jongen ongeveer twee weken lang achteraan heeft gereden.
Op die dag dat [slachtoffer] neergeschoten is, heeft [verdachte] [medeverdachte 2] en nog een andere man die ik niet ken gebracht naar een bungalowpark in [plaats 1] met mijn BMW. Daar zijn ze overgestapt op een motor. Ze hebben hem getroffen bij een Poolse winkel, voor een Poolse winkel.
Kort voordat het gebeurd is heeft [verdachte] voor hun handschoenen gekocht bij de [winkel 1] in [plaats 1] .
De Tolk spelt zijn naam: [medeverdachte 2]
Opmerking verhoorders: getuige wijst naar een papier met hierop afbeelding van een manspersoon (een foto) en zegt dat het [medeverdachte 2] is. Verhoorders zijn vanwege de afsluiting van het verhoor de foto’s aan het sorteren/opruimen. De papieren met afbeeldingen (foto-afdrukken) lagen op een stoel half onder de tafel. Bij het oppakken van deze papieren, werd de onderste foto gedeeltelijk zichtbaar. Getuige zag hierdoor een gedeelte van de foto en wees direct naar het papier en zei " [medeverdachte 2] ”. Verhoorders tonen vervolgens foto C.
Dit is [medeverdachte 2] ?
Hij is het voor 100%.
Foto C
[medeverdachte 2]
Geboren op [geboortedag 2] -1991 te [geboorteplaats 2]