[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ([land]),
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Op 16 mei 2025 is een verzoekschrift strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis binnengekomen bij de raadkamer van het gerechtshof Den Haag.
Het hof heeft dit verzoek op 19 juni 2025 in raadkamer behandeld.
In raadkamer zijn gehoord de verdachte, de advocaat mr. R.D.A. van Boom en de advocaat-generaal mr. I.J.E.H.C. Degeling.
Het hof heeft in raadkamer kennisgenomen van de stukken die betrekking hebben op de voorlopige hechtenis van de verdachte.
De ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het gerechtshof Den Haag heeft bij beslissing van 15 mei 2025 het verzoek van de verdachte onder meer om schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De volgende dag, op 16 mei 2025, is er een nieuw schorsingsverzoek ingediend, waarin geen nieuwe feiten en omstandigheden worden aangevoerd, laat staan feiten en omstandigheden van persoonlijke aard. Dit komt feitelijk neer op een appel tegen de beslissing van het hof van 15 mei 2025. Daar voorziet de wet evenwel niet in, zodat het hof verdachte in zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaart.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het schorsingsverzoek.
Deze beschikking is gegeven op 19 juni 2025 door
mr. A.E. Harteveld, voorzitter, mr. M.P.J.G. Göbbels en
mr. W.B.M. Tomesen, leden, in tegenwoordigheid van A.S. Angoelal, griffier.
Deze beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.
………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.