3.7.
De bewindvoerder heeft in haar brief - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Het niet informeren en niet (adequaat) aantonen van sollicitatie-activiteiten speelt al vanaf de aanvang van de schuldsaneringsregeling. In de waarschuwingsbrief van de rechter-commissaris krijgt [appellant] nog eens uitgelegd hoe de sollicitatie-activiteiten aangetoond moeten worden. Hij had dat dan echter ook al vernomen bij de uitspraak toelating en bij het huisbezoek van de (voorganger van de) bewindvoerder.
Het niet solliciteren loopt als een rode draad door de twintig maanden schuldsanering. Er wordt te weinig gewerkt en de sollicitatie-activiteiten worden niet aangetoond. Er worden wel activiteiten benoemd, maar niet aangetoond. Ook de vacatures waarop (klaarblijkelijk) wordt gereageerd worden niet getoond.
Er had in de eerste negen maanden van de schuldsaneringsregeling aanvullend gesolliciteerd moeten worden. Daarna zit [appellant] zonder werk en moet er volledig gesolliciteerd worden.
In de afgelopen twintig maanden had er tenminste tachtig keer gesolliciteerd moeten worden. In de eerste zes maanden is niet gesolliciteerd. Na overdracht van het dossier, in augustus 2022, heeft de bewindvoerder zes sollicitatie-activiteiten benoemd gekregen. Ook wordt inkomen te laat aangevraagd, een WW-uitkering ter zake ontslag in september 2022 wordt pas januari 2023 aangevraagd.
Wellicht wist [appellant] niet hoe hij na het ongeval diende te handelen. Het ligt dan echter op zijn pad om uit te zoeken wat er van hem verwacht wordt. Hij kan de bewindvoerder bellen en navraag doen, hij kan de maatschappelijk werker vragen om hulp en/of uitleg en ook de beschermingsbewindvoerder kan hem de goede richting in sturen.
De eerst benoemde bewindvoerder bevraagt [appellant] herhaaldelijk, maar krijgt geen reactie. Ook de beschermingsbewindvoerder krijgt geen contact en moet tot tweemaal toe overgaan tot een rigoureuze maatregel als het stoppen van leefgeld om contact te krijgen. De communicatie gaat fout, volgens [appellant] komen emailberichten niet aan en ook verstuurde post komt te laat. Het is te kort door de bocht om te stellen dat [appellant] niet weet hoe de bewindvoerder te berichten.
[appellant] toont niet aan waarom er dan nu, nu het vijf over twaalf is, opeens wél
geïnformeerd zal (gaan) worden. [appellant] heeft dan nu werk voor 36 uur, maar dat is een tijdelijke overeenkomst. De bewindvoerder ziet geen garanties dat, mocht het nodig zijn, de naleving van de sollicitatie- en arbeidsplicht wél correct aangetoond zal worden.