Hoge Raad, cassatie belastingrecht

ECLI:NL:HR:2016:126

Op 29 January 2016 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 15/03334, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2016:126.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
15/03334
Datum uitspraak:
29 January 2016
Datum publicatie:
28 January 2016

Indicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

29 januari 2016

Nr. 15/03334

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2015, nr. 14/00448, betreffende het verzoek van belanghebbende tot herziening van de uitspraak van dat Hof van 10 juni 2010, nr. 04/03029.

Overwegingen

1
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

Beslissing

2
Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2016.