Hoge Raad, cassatie belastingrecht
ECLI:NL:HR:2023:446
Op 24 March 2023 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van belastingrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 22/02813, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2023:446.
Indicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/02813
Datum 24 maart 2023
[X] GmbH te [Z], Liechtenstein, (hierna: belanghebbende), vertegenwoordigd door J.H. Weermeijer,
de RAAD VAN BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 mei 2022, nrs. 21/3013 AOW tot en met 21/3019 AOW (Voetnoot 1), op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nrs. 20/3223, 20/3226, 20/3229, 20/3230, 21/3231, 20/3233 en 20/3237).
Overwegingen
1
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2023.
Voetnoot
Voetnoot 1
ECLI:NL:CRVB:2022:1242.