De Hoge Raad:
- verklaart beide beroepen in cassatie gegrond,
- vernietigt de uitspraak van het Hof, maar alleen voor zover deze betrekking heeft op de vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premievolksverzekeringen voor het jaar 2018 en de rentevergoeding,
- vermindert die aanslag tot een aanslag naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 514 met behoud van de overige elementen van die aanslag,
- wijst het verzoek om rentevergoeding af, en
- draagt de Staatssecretaris van Financiën op aan belanghebbende te vergoeden het griffierecht dat belanghebbende voor de behandeling van het beroep in cassatie heeft betaald van € 136.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren M.T. Boerlage en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2024.