Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
De griffier van de Hoge Raad heeft op 18 april 2024 in het digitale dossier van belanghebbende een bericht geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld dat verzuim binnen zes weken na die datum te herstellen. Die termijn eindigde op 30 mei 2024.
Op 26 en 28 juli 2024 heeft de Hoge Raad via het webportaal een tweetal brieven van belanghebbende ontvangen. Aangezien die brieven na afloop van de daartoe gestelde termijn zijn ingediend, laat de Hoge Raad die stukken buiten beschouwing. Daarom zal de Hoge Raad het beroep in cassatie met toepassing van artikel 6:6 Awb niet-ontvankelijk verklaren.