Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken burgerlijk procesrecht

ECLI:NL:HR:2025:1160

Op 18 July 2025 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van burgerlijk procesrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 24/03747, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2025:1160.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
24/03747
Datum uitspraak:
18 July 2025
Datum publicatie:
17 July 2025
Advocaat:
J.P. van den Berg

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht. Gezag van gewijsde (art. 236 Rv). Vordering gebaseerd op andere grondslag.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 24/03747

Datum 18 juli 2025

ARREST

In de zaak van

[eiseres],

wonende te [plaats],

EISERES tot cassatie,

hierna: [eiseres],

advocaat: J.P. van den Berg,

tegen

[Vereniging van Eigenaren],

gevestigd te [plaats],

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de VvE,

niet verschenen.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de vonnissen in de zaak 8773715 CV EXPL 20-3347 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 december 2020, 15 december 2021 en 6 juli 2022;

b. het arrest in de zaak 200.325.962/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 juli 2024.

[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen de VvE is verstek verleend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal F. Ibili strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de VvE begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 18 juli 2025.