Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig
ECLI:NL:HR:2016:2874
Op 16 December 2016 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 15/02758, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2016:2874.
Advocaat:
mr. J.H.M van Swaaij;mr. J.W.H. van Wijk
Indicatie
Art. 81 lid 1 RO. Huurrecht. Huurder aansprakelijk na diefstal gehuurde rijplaten? Maatstaf HR 24 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2469, NJ 1998/69.
Uitspraak
16 december 2016
Eerste Kamer
15/02758
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij,
[verweerster],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
1
Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 864520 / 12-10715 van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch van 6 juni 2013;
b. het arrest in de zaak HD 200.134.432/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 februari 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat en mede door mr. K.J.O. Jansen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 11 november 2016 op die conclusie gereageerd.
Overwegingen
3
Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 2.652,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 16 december 2016.