Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig
ECLI:NL:HR:2016:506
Op 25 March 2016 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 14/06347, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2016:506.
Advocaat:
mr. H.J.W Alt;mr. P. Kuipers
Formele relaties:
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2482, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:5661, Bekrachtiging/bevestiging
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:5027, Bekrachtiging/bevestiging
Indicatie
Art. 81 lid 1 RO. Totstandkoming koopovereenkomst met betrekking tot onroerende zaak. Schadevergoeding wegens afgebroken onderhandelingen.
Uitspraak
25 maart 2016
Eerste Kamer
14/06347
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
1. [verweerder 1] ,
2. [verweerster 2] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. P. Kuipers.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder] c.s.
1
Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 121327/HA-ZA 11-374 van de rechtbank Zutphen van 27 juli 2011, 14 december 2011 en 10 oktober 2012;
b. de arresten in de zaak 200.121.953 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 juli 2013 en 24 juni 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
Tegen het arrest van het hof van 24 juni 2014 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerder] c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 15 januari 2016 op die conclusie gereageerd.
Overwegingen
3
Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] c.s. begroot op € 1.991,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 25 maart 2016.