Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig

ECLI:NL:HR:2017:219

Op 10 February 2017 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 16/05274, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2017:219.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
16/05274
Datum uitspraak:
10 February 2017
Datum publicatie:
10 February 2017
Advocaat:
mr. J. van Weerden
Formele relaties:
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1400, Gevolgd
Verwijzingen:
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen 2, Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen 60, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 399

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. BOPZ. Voorlopige machtiging. Is sprake van stoornis van de geestvermogens? Diagnose in geneeskundige verklaring ter zitting door arts gewijzigd. Is art. 60 Wet Bopz van toepassing?

Uitspraak

10 februari 2017

Eerste Kamer

16/05274

LZ/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[betrokkene],wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. J. van Weerden,

t e g e n

de OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT NOORD-HOLLAND,

VERWEERDER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.

1
Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 245596 van de rechtbank Noord-Holland van 26 juli 2016.

De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

2
Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

Overwegingen

3
Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Beslissing

4
Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 10 februari 2017.