Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig

ECLI:NL:HR:2023:870

Op 9 June 2023 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 22/02429, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2023:870.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
22/02429
Datum uitspraak:
9 June 2023
Datum publicatie:
8 June 2023
Advocaat:
D.M de Knijff;B.I. Kraaipoel

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Misleiding bij aangaan investeringsovereenkomst? Toerekenbaar onrechtmatig gehandeld? Vrijwaringsverplichting. Uit art. 6:248 lid 1 of 2 BW voortvloeiende verplichting tot schadebeperking? Te hoge eisen aan de stelplicht?

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 22/02429

Datum 9 juni 2023

ARREST

In de zaak van

1. [Stichting Administratiekantoor],

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats],

EISERS tot cassatie,

hierna: STAK c.s.,

advocaat: D.M. de Knijff,

tegen

1. RECYCLING SOLUTIONS INVESTMENT PARTNERS B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. EM CAPITAL PARTNERS B.V.,

gevestigd te Musselkanaal,

3. [Holding] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTERS in cassatie,

hierna: [verweersters],

advocaat: B.I. Kraaipoel.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de vonnissen in de zaak C/13/639813 / HA ZA 17-1261 van de rechtbank Amsterdam van 28 februari 2018 en 16 januari 2019;

b. het arrest in de zaak 200.260.559/01 van het gerechtshof Amsterdam van 5 april 2022.

STAK c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

[verweersters] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van STAK c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt STAK c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweersters] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien STAK c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.H. Sieburgh, als voorzitter, F.J.P. Lock en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 9 juni 2023.