Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/643696 / HA ZA 18-181 van de rechtbank Amsterdam van 23 september 2020 en 3 februari 2021;
b. het arrest in de zaak 200.291.976/01 van het gerechtshof Amsterdam van 21 november 2023.
KvZ heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Rabobank heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Rabobank toegelicht door haar advocaat en door M.H.K. Jansen en W.P.J. van Keulen.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van KvZ heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.