Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/03/267824 / HA ZA 19-428 van de rechtbank Limburg van 28 april 2021 en 9 juni 2021;
b. de arresten in de zaak 200.294.836/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 5 oktober 2021, 11 januari 2022 en 28 juni 2022.
De curator heeft tegen het arrest van het hof van 28 juni 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerders] is verstek verleend.
De zaak is voor de curator toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep, met verbetering van het dictum van het arrest als bedoeld onder 3.51 in de conclusie.
De advocaat van de curator heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.