Hoge Raad, cassatie civiel recht overig
ECLI:NL:HR:2024:20
Op 12 January 2024 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 22/02581, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:20.
Indicatie
Vrijwaringszaak; cassatieberoep voor geval dat cassatieberoep in hoofdzaak (22/01886) slaagt. Aansprakelijkheid voor schade aan naastgelegen pand door plaatsing afzinkkelder; vrijwaring tussen aannemer en opdrachtgever.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/02581
Datum 12 januari 2024
MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Soest,
EISERES tot cassatie,
hierna: Multi,
advocaat: R.T. Wiegerink,
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: [verweerder],
niet verschenen.
Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaken C/01/325454 / HA ZA 17-621 en C/01/325639 / HA ZA 17-639 van de rechtbank Oost-Brabant van 29 november 2017 en 19 september 2018;
b. het arrest in de zaak 200.278.355/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 22 februari 2022.
Multi heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2
Uitgangspunten en feiten
2.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 1.2-1.11. Kort samengevat komen deze feiten op het volgende neer.
2.2
Multi heeft in opdracht van [verweerder] bouwwerkzaamheden verricht, bestaande uit het plaatsen van een zogenoemde afzinkkelder op het perceel van [verweerder]. Tijdens de werkzaamheden is schade ontstaan aan een naastgelegen pand (hierna: het pand).
2.3
[de eigenaar en gebruikers van het pand], de eigenaar en gebruikers van het pand, hebben vorderingen ingesteld tegen Multi en [verweerder], die onder meer ertoe strekken dat Multi en [verweerder] onrechtmatig hebben gehandeld jegens [de eigenaar en gebruikers van het pand] en gehouden zijn de door [de eigenaar en gebruikers van het pand] geleden schade te vergoeden (hierna: de hoofdzaak, waarin de Hoge Raad vandaag eveneens uitspraak doet). Multi en [verweerder] hebben elkaar in vrijwaring opgeroepen (hierna: de vrijwaringszaak).
2.4
De rechtbank heeft in de hoofdzaak de vorderingen van [de eigenaar en gebruikers van het pand] afgewezen en heeft in de vrijwaringszaak geoordeeld dat, gelet op de afwijzing van de vorderingen in de hoofdzaak, niet wordt toegekomen aan de beoordeling en beslissing van het gevorderde in vrijwaring.
2.5
In hoger beroep heeft het hof (Voetnoot 1) zowel in de hoofdzaak als in de vrijwaringszaak het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Overwegingen
3
Beoordeling van het middel
3.1
Het middel klaagt dat het oordeel van het hof in de vrijwaringszaak niet in stand kan blijven als het cassatieberoep van [de eigenaar en gebruikers van het pand] in de hoofdzaak slaagt.
3.2
De Hoge Raad heeft bij arrest van vandaag het arrest van het hof in de hoofdzaak vernietigd en de hoofdzaak ter verdere behandeling verwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (Voetnoot 2) Dit brengt mee dat ook het arrest van het hof in de vrijwaringszaak niet in stand kan blijven. Het middel is dus gegrond.
Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 22 februari 2022;
- verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
- veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 960,33 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [verweerder] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.J.P. Lock, als voorzitter, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 12 januari 2024.
Voetnoot
Voetnoot 1
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 februari 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:525.
Voetnoot 2
HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17.