HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/01670
Datum 14 april 2023
1. [beheer- en beleggingsmaatschappij] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. STEENFABRIEK DE RIJSWAARD B.V.,
gevestigd te Aalst,
3. [verzoeker 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verzoeker 4],
wonende te [woonplaats],
5. [verzoeker 5],
wonende te [woonplaats],
6. [verzoeker 6],
wonende te [woonplaats],
7. [verzoeker 7],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [verzoekers],
advocaten: J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong,
1. [beheermaatschappij 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [beheermaatschappij 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [beheermaatschappij 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [beheermaatschappij 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweersters],
advocaten: F.E. Vermeulen en B.F.L.M. Schim,
1. [belanghebbende 1],
wonende te [woonplaats],
2. STICHTING RIJSWAARD,
gevestigd te Aalst,
3. [belanghebbende 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [belanghebbende 4] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
5. [belanghebbende 5],
wonende te [woonplaats],
6. [belanghebbende 6],
wonende te [woonplaats],
BELANGHEBBENDEN,
hierna gezamenlijk: de overige belanghebbenden,
niet verschenen.
Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikkingen in de zaak 200.299.721/02 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 3 februari 2022, 14 februari 2022 en 16 maart 2022.
[verzoekers] hebben tegen de beschikkingen van de ondernemingskamer beroep in cassatie ingesteld.
[verweersters] hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De overige belanghebbenden hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van [verzoekers] hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.