Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken personen- en familierecht

ECLI:NL:HR:2024:1062

Op 12 July 2024 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van personen- en familierecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 23/03219, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:1062.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
23/03219
Datum uitspraak:
12 July 2024
Datum publicatie:
11 July 2024
Advocaat:
K Aantjes;M.E. Bruning
Formele relaties:
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:323

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Afwikkeling huwelijkse voorwaarden (kosten huishouding; berekening aanmerkelijkbelangheffing over dividenduitkering). Partneralimentatie. Behoeftigheid.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 23/03219

Datum 12 juli 2024

BESCHIKKING

In de zaak van

[de man],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

hierna: de man,

advocaat: K. Aantjes,

tegen

[de vrouw],

wonende te [woonplaats],

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: de vrouw,

advocaat: M.E. Bruning.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de beschikkingen in de zaak C/16/458663 FA RK 18-2150 van de rechtbank Midden-Nederland van 24 april 2019 en 10 oktober 2019;

b. de beschikkingen in de zaak 200.272.465 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 februari 2021, 13 april 2021, 25 november 2021, 12 mei 2022 en 16 mei 2023.

De man heeft tegen de beschikkingen van het hof van 2 februari 2021, 13 april 2021, 25 november 2021 en 16 mei 2023 beroep in cassatie ingesteld.

De vrouw heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping.

De advocaat van de man heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikkingen van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikkingen. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 12 juli 2024.