Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken verbintenissenrecht

ECLI:NL:HR:2025:1164

Op 18 July 2025 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van verbintenissenrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 24/03286, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2025:1164.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
24/03286
Datum uitspraak:
18 July 2025
Datum publicatie:
17 July 2025
Advocaat:
A.A.M. Knol

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Art. 3:45 BW. Actio pauliana. Vernietiging koopovereenkomst woning. Samenhang met zaak 24/03282.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 24/03286

Datum 18 juli 2025

ARREST

In de zaak van

1. [eiseres 1] ,

wonende te [plaats] ,

2. [eiser 2] ,

wonende te [plaats] ,

EISERS tot cassatie,

hierna: [eiseres 1] en [eiser 2] ,

advocaat: A.A.M. Knol,

tegen

1. [verweerder 1] ,

wonende te [plaats] ,

2. [de oom van eiser 2] ,

wonende te [plaats] ,

VERWEERDERS in cassatie,

hierna: [verweerder 1] en [de oom van eiser 2] ,

niet verschenen.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de vonnissen in de zaak C/08/278552 / HA ZA 22-88 van de rechtbank Overijssel van 22 juni 2022, 26 oktober 2022 en 14 december 2022;

b. de arresten in de zaken 200.322.263/01 en 200.331.773/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 juni 2023 (verstekarrest), 7 november 2023 en 28 mei 2024 (verzetarrest).

[eiseres 1] en [eiser 2] hebben tegen het arrest van het hof van 28 mei 2024 beroep in cassatie ingesteld.

Tegen [verweerder 1] en [de oom van eiser 2] is verstek verleend.

De zaak is voor [eiseres 1] en [eiser 2] toegelicht door hun advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [eiseres 1] en [eiser 2] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt [eiseres 1] en [eiser 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder 1] en [de oom van eiser 2] begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 18 juli 2025.