Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken strafrecht overig
ECLI:NL:HR:2016:107
Op 26 January 2016 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 14/05547, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2016:107.
Formele relaties:
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2561, Gevolgd
Indicatie
Voorwaardelijk opzet op de invoer van cocaïne door op verzoek van een kennis vanuit Suriname bonbons mee te nemen naar Nederland. HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
26 januari 2016
Strafkamer
nr. S 14/05547
AJ/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 september 2012, nummer 23/001029-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte]
, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Overwegingen
2
Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 januari 2016.