Hoge Raad, cassatie strafrecht overig
ECLI:NL:HR:2024:1353
Op 8 October 2024 heeft de Hoge Raad een cassatie procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 22/04381, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:1353.
Indicatie
Profijtontneming, w.v.v. uit hennepkwekerij. Motivering schatting w.v.v. Wijze waarop hof sealbags met niet verkochte henneptoppen en bladafval heeft betrokken in de schatting van het w.v.v. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Hof heeft kennelijk geoordeeld dat betrokkene uit de hennep in de sealbags geen voordeel heeft behaald. Zonder nadere motivering is niet begrijpelijk waarom hof deze hennep niet heeft afgetrokken van de opbrengst van de kwekerij.
Volgt vernietiging en terugwijzing.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 22/04381 P
Datum 8 oktober 2024
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 november 2022, nummer 21-000868-21, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
[betrokkene],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de betrokkene.
Procesverloop
1
Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Klomp, advocaat in Enschede, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en, behoudens indien de Hoge Raad ervoor kiest om de zaak zelf af te doen, tot terugwijzing van de zaak, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Overwegingen
2
Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de wijze waarop het hof sealbags met henneptoppen en bladafval heeft betrokken in de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 24-27.
3
Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 oktober 2024.