9. Het tweede middel klaagt dat de bewezenverklaringen onvoldoende met redenen zijn omkleed, aangezien niet vaststaat 1) dat de verdachte degene is geweest die de hennep heeft geteeld en de stroom heeft weggenomen en 2) uit de gebezigde bewijsmiddelen niet (zonder meer) kan volgen dat de teelt plaatsvond – kort gezegd – in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
10. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“1. primairhij in de periode van 23 juni 2016 tot en met 7 juli 2016 te Eindhoven in de uitoefening van beroep en/of bedrijf, opzettelijk een grote hoeveelheid (ongeveer 297) hennepplanten, zijnde hennep een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II heeft geteeld;
2. primair hij in de periode van 23 juni 2016 tot en met 7 juli 2016 te Eindhoven met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid, elektriciteit, toebehorende aan Endinet B.V., waarbij hij, verdachte, die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking”.
11. Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsmiddelen (de voetnoot is weggelaten):
“Bewijsmiddelen
1. Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 juli 2016 (dossierpagina’s 7-11), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Aanleiding onderzoek: Op donderdag 7 juli 2016 omstreeks 13:00 uur stelde ik naar aanleiding van het volgende een onderzoek in op het adres de [a-straat 1] , [plaats] , vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Er was in de afgelopen week meerdere keren sprake van een stroomuitval in het complex. Hierdoor is er door Fraude-inspecteur [betrokkene 1] van energiebedrijf Endinet (zie bewijsmiddel 4) een controle uitgevoerd in de meterkasten van dat complex. Deze meterkasten bevonden zich buiten de woningen op de overloop. Daaruit bleek vanuit de meterkast van [a-straat 1] een illegale aansluiting te zijn welke naar de woning liep. Het pand betreft een maisonnette. Het pand oogde onbewoond.
Kweekruimte 1 betrof de kamer op de benedenverdieping, trap af, links en dan aan de linker zijde. In totaal stonden er 176 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 50 cm. Kweekruimte 2 betrof de kamer op de benedenverdieping, trap af, links, en dan aan de rechterzijde. In totaal stonden er 121 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 50 cm. In de gang tussen de kweekruimten stond een stekbakje met nog 36 hennepstekjes.
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Openen meterkast ten behoeve van de veiligheid: Het is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van energie (stroom) plaatsvindt. Deze stroomdiefstal vindt meestal plaats door het maken van illegale aftakkingen / aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringkast om. Dergelijke illegale stroomwerken leveren een gevaarlijke situatie op voor de ter plaatse aanwezige personen.
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [betrokkene 1] , fraude-inspecteur bij de netwerkbeheerder Endinet, in aanwezigheid van mij. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Door de netwerkbeheerder [betrokkene 1] werd aangifte gedaan van diefstal van stroom.
2. Een ander geschrift, te weten foto’s van de aangetroffen kwekerij (dossierpagina’s 57-71), voor zover inhoudende:
(dossierpagina 59)Ingang hennepkwekerij. Betreft een maisonnette, trap naar beneden waar de eigenlijke slaapkamers zich bevonden is afgeschermd middels een deken. Rechts bij de trap is de elektriciteitskabel te zien welke vanuit de meterkast in de gang naar beneden getrokken is.
(dossierpagina 61)Koolstoffilter in ruimte 2. Is nog geen afdruk te zien, doordat er nog geen stof op de filter zit. Filter is nog helemaal wit. Dit duidt erop dat de koolstoffilter nieuw is.
Koolstoffilter in ruimte 1 is tevens geen afdruk op te zien, en is ook nog wit. Deze koolstoffilter is ook nog nieuw.
(dossierpagina 62)De inbouwventilator in kweekruimte 1 met datum van 8 juni 2016.
De OptiClimate water cool system. Dit systeem zorgt voor de temperatuur regeling in de kweekruimte door middel van watertoevoer.
(dossierpagina 68)Lampenkap in kweekruimte 1, welke schoon is en zonder stof, wat de indicatie geeft dat de kappen nieuw zijn.
3. Een ander geschrift, te weten een “Ruimlijst Hennepkwekerij” (dossierpagina 5), voor zover inhoudende:
Schakelbord: Aantal: 1Transformator: Aantal: 1Koolstoffilter: Aantal: 1Ventilator: Aantal: 1Airco, opticlimates: Aantal: 1Temperatuurventilatieregelaar: Aantal: 1Water- en beluchtingspomp: Aantal: 1
4. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juli 2016 (dossierpagina’s 72-74), voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1] namens Endinet B.V.
Hierbij doe ik namens Endinet B.V. aangifte van diefstal van elektriciteit (door middel van braak/verbreking), vernieling en/of oplichting, gepleegd door de gebruiker en/of bewoner van perceel [a-straat 1] te Eindhoven.
Ik ben in mijn functie als specialist fraude, door de directie van Endinet BV gemachtigd en gerechtigd tot het doen van deze aangifte.
Op 7 juli 2016 is door Endinet een onderzoek ingesteld in de meterkasten van het appartementencomplex [b-straat 1-2] .
De aanleiding voor deze inspectie was het feit dat er op 6 juli 2016 voor de tweede keer in een week rond 23.30 uur een zogenaamde flatzekering kapot was gegaan. Als er een flatzekering vaker kapot gaat, wijst dit meestal op een illegale stroomafname die leidt tot overbelasting. De onderzochte meterkasten bevonden zich in de trappenhal van het complex en zijn door Endinet met een lopersleutel te openen zonder in de woningen te komen. Toen wij de meterkast van [a-straat 1] controleerden viel het ons op dat er op de huis aansluitkast een losse zegel zat in plaats van twee originele zegels. Toen wij deze kast openden troffen wij in plaats van de originele zekering van 25 ampère, nu drie illegale zekeringen van 35 ampère aan. Ook zagen wij dat boven deze drie zekeringen een illegale draad bevestigd was.
Naar aanleiding van deze bevindingen werd door ons de politie gebeld met het vermoeden dat er een hennepkwekerij zat in de woning [a-straat 1] . Personeel van de regionale politie Oost-Brabant verschafte zich toegang tot het pand [a-straat 1] te Eindhoven en trof daar een hennepkwekerij aan (zie bewijsmiddel 1).
Bij inspectie van deze meter is door ons vastgesteld dat de in de hennepkwekerij verbruikte stroom niet via de meter liep en dus illegaal betrokken werd. De twee zegels van de huis aansluitkast waren vernield en er was een zegel los teruggeplaatst. Door de manier van aansluiten van de hennepkwekerij is er niet voldaan aan de norm NEN 1010. Door deze handelswijze heeft men bewust de bestaande veiligheidsvoorzieningen omzeild, waardoor de kans op brandgevaar vergroot is.
In onze administratie is sinds 29 april 2005 als afnemer (klant) geregistreerd, [betrokkene 2] , verdere gegevens niet bekend.
Wij hebben het vermoeden dat de meter voorzien van het nummer [nummer] gemanipuleerd is in die zin dat de zegels van de huis aansluitkast waren verbroken en er in deze kast een illegale verzwaring en aftakking werd aangetroffen, die de hennepkwekerij buiten de meter om van elektriciteit voorzag. Wij hebben in dit pand een hoeveelheid apparatuur aangetroffen voor de kweek van hennepplanten, welke planten wij eveneens hebben aangetroffen. De apparatuur vertegenwoordigt een geschat verbruik van 5.370 kWh. Buiten de illegaal afgenomen elektriciteit heeft Endinet BV kosten gemaakt ten behoeve van onderzoek, herstel en administratie. Deze kosten van € 1.207,55 exclusief BTW zijn het gevolg van verwijtbare handelingen, waardoor het normaal registreren van de meetinrichting is verhinderd. Het totaalbedrag van de door Endinet geleden schade bedraagt daarom € 1.716,14.
De op deze manier weggenomen elektriciteit behoort in eigendom toe aan Endinet BV. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
5. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2016 (dossierpagina 22), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Ik stond op de [a-straat ] te Eindhoven. Ik was daar naar aanleiding van het ontmantelen van een hennepkwekerij op de [a-straat 1] (zie bewijsmiddel 1). Ik stond voor de woning toen een vrouw mij aansprak. Ik hoorde dat ze zei dat zij van Woonbedrijf was en bezig was met een controleronde toen zij politie voor het pand zag staan. Ik vroeg haar of zij mij kon vertellen wie de bewoners zijn van [a-straat 1] . Zij belde met de coördinator. Deze gaf de informatie dat [betrokkene 2] (het hof begrijpt telkens: [betrokkene 2]) woonachtig is op [a-straat 1] te Eindhoven en tevens de hoofdhuurder is.
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 augustus 2016 (dossierpagina’s 29-32), voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2] :
Ik ben in mei 2016 naar een andere woning gegaan. Ik heb op Marktplaats een advertentie gezet voor de huur van de [a-straat ] . Ik kreeg denk ik in april (het hof begrijpt: april 2016) een reactie van een man. Hij wilde de [a-straat ] huren. Ik had vooral contact met een vrouw. Ze zei dat ze [betrokkene 3] heette en ze is Nederlands, maar sprak goed Engels. Ze heeft altijd gezegd dat ze haar paspoort niet wilde laten zien. De man kan geen Engels en sprak alleen Nederlands en Marokkaans. Daarom had ik contact met die [betrokkene 3] . Ik kreeg echter wel het paspoort van de man. De man gaf zich op te zijn [verdachte] van [geboortedatum] 1983 (het hof begrijpt telkens: de verdachte) en gaf als telefoonnummer op [telefoonnummer] . Het telefoongesprek was in het Engels en [betrokkene 3] zei dat ze de woning wilde huren. Begin mei (het hof begrijpt: mei 2016) heb ik voor het eerst afgesproken met [betrokkene 3] . [verdachte] was er ook altijd bij. Ik kon geen contract maken, want dat mag niet in verband met de huur bij het woonbedrijf. Ik mag niet onderverhuren. Ik heb ze drie keer gezien: eerste keer was voor het kijken naar de woning, tweede keer voor de identiteit en derde keer voor de sleutels. Dit was kort na elkaar. Ik heb de gegevens van [verdachte] gekregen, niet die van [betrokkene 3] . Ik heb 9 mei (het hof begrijpt: 9 mei 2016) de woning aan de [a-straat 1] verlaten. Ik heb foto's van mijn woning gemaakt 23 april 2016 van hoe het er toen uit zag. Ik ben eind mei 2016 nog terug geweest in de woning [a-straat 1] . Ik ben in de woning geweest. [verdachte] en [betrokkene 3] waren in de woning. Ik zag toen nog steeds niets raars in de woning.
V: Wanneer is de hennepkwekerij opgebouwd? A: Ik denk in juni (het hof begrijpt juni 2016), want eind mei was er nog niets te zien. Ik ben toen ook in de slaapkamer geweest (het hof begrijpt: de slaapkamer waar later een hennepkwekerij is aangetroffen).
7. Het proces-verbaal tonen selectie bij meervoudige fotobewijsconfrontatie d.d. 21 januari 2020 (apart proces-verbaal), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Op 21 januari 2020 confronteerde ik als getuigenbegeleider op verzoek van de confrontatieleider [betrokkene 4] de getuige [betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) met een fotoselectie met 11 personen. Ik toonde aan de getuige de foto’s van de personen sequentieel op een beeldscherm. De foto’s waren doorlopend genummerd van 1 tot en met 11. Terwijl de getuige naar de selectie keek, hoorde ik dat hij uit eigen beweging zei: “Four. No doubt.” Vervolgens vroeg ik aan de getuige: “bevond de door u bedoelde persoon zich in de selectie?” De getuige antwoordde: “Ja.” Op mijn vraag wat zijn rol bij het feit was geweest antwoordde hij: “Hij heeft in mijn huis gewoond, hij huurde mijn huis”. Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mede dat in de getoonde selectie de foto van de verdachte [verdachte] op plaats 4 stond.”
12. De bewijsoverwegingen van het hof houden in:
“I. De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd. Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.