1. De verdachte is bij arrest van 22 juli 2022 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens
in de zaak met parketnummer 05-900888-11
- onder 1 “als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde, vierde en vijfde lid, van de Opiumwet”,
- onder 2 en 3 “medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd”,
- onder 4 “witwassen, meermalen gepleegd”,
- onder 5 en 6, derde, vierde, vijfde en zesde gedachtestreepje “medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd”,
- onder 7 “handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en
in de zaak met parketnummer 05-780185-16
“medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd”,
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 64 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft het hof beslist op inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, een en ander zoals nader in het arrest omschreven.
3. Namens de verdachte heeft R. Zilver, advocaat te Utrecht, vier middelen van cassatie voorgesteld.