Rechtbank Amsterdam, eerste aanleg - enkelvoudig bestuursstrafrecht

ECLI:NL:RBAMS:2025:3768

Op 15 May 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van bestuursstrafrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 11623709 WM VERZ 25-3282, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBAMS:2025:3768. De plaats van zitting was Amsterdam.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
11623709 WM VERZ 25-3282
Datum uitspraak:
15 May 2025
Datum publicatie:
4 June 2025

Indicatie

Proceskostenvergoeding-zaak. Gemachtigde stelt dat verweerder ten onrechte art. 13a lid 2 Wahv heeft toegepast bij de toekenning van proceskostenvergoeding in de administratieve beroepsfase. Verweerder is het hiermee eens: er wordt een nieuwe proceskostenvergoeding toegekend, art. 13 a lid 2 Wahv wordt buiten toepassing gelaten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

kantonrechter: mr. E.J. Otten

zaaknummer: 11623709 WM VERZ 25-3282

beslissing van: 15 mei 2025

func.: 58217

Beslissing van de kantonrechter van 15 mei 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]

verder: betrokkene

Namens wie beroep is ingesteld door:

Verkeersboete.nl

mr. N.G.A. Voorbach

verder: gemachtigde

welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 10 mei 2024 en is gericht tegen de beslissing van 30 april 2024 van de officier van justitie (verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

CJIB-nummer: [nummer] VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Verweerder heeft de inleidende beschikking in de zaak met voormeld CJIB-nummer, waar mr. N.G.A. Voorbach van Verkeersboete.nl namens betrokkene als gemachtigde is opgetreden, vernietigd. Bij een op 23 april 2024 gedateerde beslissing heeft verweerder betrokkene een proceskostenvergoeding van € 78,00 geboden voor de verleende rechtsbijstand. Tegen die beslissing heeft gemachtigde vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter, dat nu aan de orde is. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 1 mei 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.

Namens gemachtigde is de heer [naam 1] bij de zitting verschenen.

Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep gegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. De kantonrechter stelt vast dat de inleidende beschikking inmiddels is vernietigd, zodat nu alleen nog beslist dient te worden over de hoogte van de aan de gemachtigde toe te kennen proceskosten.

2. Het beroep is tijdig ingesteld.

3. Gemachtigde maakt bezwaar tegen de toepassing art. 13a lid 2 Wahv bij de vaststelling van de proceskostenvergoeding in de administratieve beroepsfase. De proceskostenvergoeding wordt door verweerder vastgesteld op grond van art. 7:28 van de Awb, die met de inwerkingtreding van de Wet herwaardering niet is gewijzigd. Art. 13a lid 2 Wahv ziet slechts op het beroep bij de kantonrechter. Indien de verweerder zelfstandig een kostenvergoeding vaststelt in administratief beroep, is die gebaseerd op art. 7:28 Awb, en dit artikel kent geen verminderingsfactoren en is tekstueel niet aangepast door de Wet Herwaardering, zoals dat wel is gedaan voor de WOZ.Verder voert gemachtigde aan dat uit het amendement van [naam 2] c.s. volgt expliciet dat uitsluitend is beoogd om art. 13b van de Wahv niet te wijzigen, en ook niet art. 7:28 Awb. In het kader hiervan verwijst de gemachtigde naar een vraag van de BBB-fractie in de eerste kamer (EK 23-24 36 427). Ook stelt gemachtigde dat de reden van het amendement niet voldoende objectief zijn en niet onderbouwd. Verder verwijst gemachtigde naar het arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:752, waarin de Hoge Raad heeft overwogen dat de verlaagde procespuntwaarde in WOZ-zaken in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod. Indien de wetgever in strijd met het gelijkheidsbeginsel handelt dient sprake te zijn van een ‘objectieve’ én ‘redelijke’ rechtvaardiging. Die was er niet, aldus de Hoge Raad, r.o. 5.7 en 5.8. Door gemachtigde is verder onderbouwd waarom er geen sprake was van een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond. Subsidiair voert gemachtigde aan dat de wegingsfactor gemiddeld moet worden toegepast. In Woz-zaken wordt standaard wegingsfactor gemiddeld toegepast (zie bijv. Hof Den Haag 30 augustus 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:1767). Voor Woz-zaken is uitgebreid onderzoek gedaan naar de tijdsbelasting. Een vergelijkbaar onderzoek is bij de Mulderzaken niet gedaan. Gemachtigde verwijst naar overgelegde stukken van [naam 2] waaruit blijkt dat de opsteller van het amendement zich weinig in de materie heeft verdiept. Er is op geen enkele manier onderzocht of deze vergoeding nog wel kan worden aangemerkt als ‘redelijke’ tegemoetkoming in de kosten. Namens betrokkene wordt verzocht om een proceskostenvergoeding.

4. Verweerder stelt zich ter zitting op het standpunt dat art. 13a lid 2 Wahv buiten werking dient te worden gelaten, gelet op de recente jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem Leeuwarden. Verweerder verzoekt daarom het beroep gegrond te verklaren.

5. Het volgende wordt overwogen.

6. De kantonrechter kan zich verenigen met het door verweerder ter zitting ingenomen standpunt.

Proceskostenvergoeding

7. Namens betrokkene is door gemachtigde om een vergoeding van de proceskosten verzocht. Nu het beroep gegrond wordt verklaard, wordt een proceskostenvergoeding toegekend.

8. De vergoeding van kosten is in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) forfaitair per proceshandeling vastgelegd. Gemachtigde heeft de volgende vergoedbare proceshandelingen verricht: - het indienen van een administratief beroep bij verweerder;- het indienen van beroep bij de kantonrechter; en- het verschijnen tijdens de zitting van de kantonrechter.

9. Volgens de bijlage bij het Bpb dient aan ieder van deze proceshandelingen 1 punt te worden toegekend. De waarde van 1 punt bedraagt met ingang van 1 januari 2025 in de fase van het bezwaar en administratief beroep € 647,00 en in de fase van het beroep en hoger beroep € 907,00.

10. Gelet op het voorgaande worden er in deze zaak voor de door gemachtigde verrichte proceshandeling in de fase van het administratief beroep 1 punt ad € 647,00 toegekend met een gewicht van de zaak van licht (wegingsfactor 0,5) en voor de verrichte proceshandelingen in de fase van het beroep bij de kantonrechter 2 punten ad € 907,00. Omdat het in de kantonfase alleen over het vaststellen van de proceskosten gaat, wordt de wegingsfactor in die fase op 0,25 (gewicht van de zaak = zeer licht) toegepast. Aldus zal de kantonrechter verweerder veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 777,00 ((1x647) x 0,5 +(2x907) x 0,25).

11. Omdat in de fase bij het administratief beroep door verweerder al een proceskostenvergoeding geboden is van € 78,00, zal in deze zaak een resterende proceskostenvergoeding van (€ 777,00 - € 78,00) = € 699,00 aan betrokkene worden toegekend.

Beslissing

BESLISSING

De kantonrechter:

- verklaart het beroep gegrond;

- kent aan betrokkene ten laste van verweerder een kostenvergoeding toe van € 699,00.

Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Otten, kantonrechterrechter, in aanwezigheid van mr. I.K. van Weelden, griffier, en is in het openbaar uitgesproken.

De griffier De kantonrechter

Datum verzending

Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u binnen zes weken na de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.