2.2.
In ‘Annex I Definitions’ bij de financieringsovereenkomst staat onder meer:
‘(…)
Capital Outlay means the sum of (a) all amounts paid by the Funder under this Agreement and (b) the Transaction Costs. The Capital Outlay will not reduce, regardless of amounts received by the Funder under the Waterfall.
(…)
Proceeds means the total amount of damages and costs paid by the defendants in aggregate in the Claim (whether or not paid specifically to the Class Representative or to any person connected with the Class Representative) pursuant to an order of the Tribunal or otherwise.
(…)
Total Fee means an amount equal to:
(a) the Capital Outlay; plus
(b) the ClaimShare Unreimbursed Costs; plus
(c) an amount, not to exceed EUR (…) for time costs of De Haan Advocaten & Notarissen properly incurred in connection with the Claim but prior to signing of this Agreement, provided that this EUR (…) will only be included in the Total Fee to the extent approved by the judge and/or in a settlement agreement, and must be supported by reasonable evidence, including time sheets and invoices;
(d) an amount calculated as follows (and subject to a minimum of 3x the sum of subparagraphs (a) and (b) of this definition):
(i) if the Total Fee is paid prior to, or within 1 month of, certification of the claim by the relevant Tribunal, 8% of Proceeds; and
(ii) if sub-clause (i) does not apply by the Total Fee is paid within 1 month of conclusion of first instance trial in the Claim. 10% of the Proceeds; and
(iii) in all other cases, 12% of the Proceeds,
provided that, on a Termination Date designated in respect of a Funder Default or a Material Adverse Change Event, the Total Fee will be reduced so that it equals the following amount:
(A) all amounts that, but for this reduction in the Total Fee, would have been payable to any party other than the Funder under the Waterfall; plus
(B) the Capital Outlay; plus
(C) the result of:
(i) the remainder of the Total Fee that, but for this reduction in the Total Fee, would have been payable to the Funder; multiplied by
(ii) the Capital Outlay as at the Termination Date; divided by
(iii) the Maximum Outlay.
Notwithstanding any other provision of this Agreement, the Total Fee shall not exceed the amount that the relevant Tribunal considers just in all the circumstances provided that (aa) the Class Representative will make, and will procure that the Lawyer make, all reasonable efforts to persuade the Tribunal that the Total Fee as contractually stipulated is just and should not be reduced (including, where legally permitted, allowing the Funder to make representations directly to the Tribunal) (…)”
2.4.
De Stichting stelt dat zij geen exacte informatie over het aantal gedupeerden in deze groepen heeft. De Stichting verzoekt in de eerste plaats dat Vattenfall het bevel krijgt daarover informatie over te leggen (artikel 22 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)).
Verder heeft de Stichting de volgende toelichting gegeven. De groep gedupeerden die (ook) na 15 november 2016 de kW-vergoeding gefactureerd heeft gekregen en heeft betaald, schat de Stichting op ongeveer 2.400 grootverbruikers. De omvang van de groep gedupeerden die uitsluitend tot 15 november 2016 kW-klant was, schat de Stichting ook op 2.400 (nu zij het totaal aantal gedupeerden op 4.800 schat).
Het totaal aantal deelnemers dat zich bij de Stichting heeft aangemeld, is 439.
De Stichting beschikt van 148 deelnemers over een factuur of een overeenkomst die aantoont dat de betreffende klant op of na 15 november 2016 een vermeend gedupeerde was. Van de resterende 291 deelnemers hebben 17 klanten desgevraagd geantwoord dat zij ook tot die groep behoren. In totaal hebben 218 deelnemers nog niet gereageerd. De Stichting schat dat daarvan nog 49 deelnemers ook na 15 november 2016 de kW-vergoeding hebben voldaan. Van de geschatte 2.400 gedupeerden in de groep die (ook) na 15 november 2016 de kW-vergoeding gefactureerd kreeg en betaalde, zijn er 214 deelnemer. Dat is 8,9%.
Van de geschatte 2.400 gedupeerden in de groep die uitsluitend vóór 15 november 2016 de kW-vergoeding gefactureerd kreeg en betaalde, zijn er naar schatting 225 deelnemer. Dat is 9,39%. Van de 291 bevraagde deelnemers hebben 56 deelnemers verklaard alleen tot 15 november 2016 de kW-vergoeding te hebben betaald. Aantoonbaar zijn er in deze groep 9 deelnemer. De Stichting schat dat van de 218 deelnemers die nog niet hebben gereageerd op de vraag tot welke groep zij behoren 160 deelnemers enkel tot 15 november 2016 de kW-vergoeding hebben voldaan. Het totaal aantal geschatte deelnemers in deze groep komt daarmee op 225.
2.11.
De Stichting heeft de financieringsovereenkomst (met weglakking van enkele gegevens) overgelegd en de volgende toelichting gegeven. De situatie dat de Stichting bij de gedupeerden 25% inhoudt, maar niet meer dan de afgesproken vergoeding van 8 – 12% afdraagt aan de procesfinancier, kan zich niet voordoen. Als de afgesproken vergoeding aan de orde komt, blijft de 25% buiten toepassing. Als de deelnemersovereenkomst ruimte zou bieden om het verschil tussen de afgesproken vergoeding en de 25% in te houden bij de deelnemers, zal de Stichting dat verschil niet innen. In de situatie dat de Stichting wel 25% mag inhouden bij de deelnemers, moet zij die 25% afdragen aan de procesfinancier en zal zij dat ook doen, zodat geen bedrag achterblijft bij de Stichting. De Stichting is met de procesfinancier de afgesproken vergoeding overeengekomen (een percentage - 8%, 10% of 12% van de schadevergoeding - met een minimum van driemaal de gemaakte onkosten, plus een vergoeding van gemaakte kosten), ervan uitgaande dat de procedure plaatsvindt onder de WAMCA. De Stichting houdt de afgesproken vergoeding in op de schadevergoeding die Vattenfall aan de gedupeerden betaalt. De Stichting streeft ernaar een zo groot mogelijk deel van de afgesproken vergoeding rechtstreeks op Vattenfall te verhalen. De Stichting houdt dus geen verschil tussen 25% en de Total Fee in. De 25%-vergoeding is enkel aan de orde, indien en voor zover de rechtbank de Stichting niet als exclusieve belangenbehartiger aanwijst en de Stichting daarom geen schadevergoeding kan vorderen voor andere gedupeerden dan de deelnemers. De Stichting behartigt dan de belangen van een kleinere groep en zal de kostenvergoeding en de kosten van de procesfinancier over een kleinere groep moeten omslaan. Als dit aan de orde is, draagt de Stichting de 25%-vergoeding integraal aan de procesfinancier af. De procesfinancier heeft schriftelijk bevestigd de 25%-vergoeding te verlagen tot de afgesproken vergoeding in het geval dat de deelnemers die hun vorderingen onder het oude collectieve actierecht afgewikkeld zien 25% zouden moeten afdragen en de gedupeerden wier vorderingen door de WAMCA worden beheerst hun aandeel in de Total Fee afdragen, aldus de Stichting.
2.12.
Volgens Vattenfall wordt geen inzicht gegeven in de manier waarop een eventuele bijdrage van de achterban van de Stichting wordt berekend. Het is onduidelijk welk deel van een eventuele schadevergoeding toekomt aan vermeende gedupeerden en welk deel niet. Als een vergoeding wordt uitgekeerd, wordt eerst de Total Fee daarop ingehouden. De Total Fee wordt afgedragen aan de procesfinancier. Hoe de hoogte van de Total Fee wordt bepaald en hoe deze wordt verdeeld over de betrokken partijen, is onduidelijk. De Total Fee is niet gemaximeerd. Met de Maximum Outlay die is opgenomen in de Key Terms lijkt sprake te zijn van maximering van de Capital Outlay, maar de Stichting kan op grond van artikel 4 van de financieringsovereenkomst additionele financiering bij de procesfinancier opvragen. Die additionele financiering is niet gemaximeerd. Het percentage van de verhaalde som dat de vermeende gedupeerden moeten afdragen, is ook niet aan een maximum gebonden. Nu de Capital Outlay geen gemaximeerd bedrag is, kan het uiteindelijk af te dragen percentage van de verhaalde som ver boven 12% uitkomen. Daarmee is voor vermeende gedupeerden op voorhand onduidelijk hoe hoog het aandeel is dat van een eventuele vergoeding wordt ingehouden en afgedragen aan de procesfinancier. Voor vermeende gedupeerden die ook een deelnemersovereenkomst met de Stichting zijn aangegaan, bestaat nog meer onduidelijkheid: i) het is niet helder wanneer de 25%-vergoeding wordt ingehouden en wanneer de andere, lagere percentages; ii) de 25%-vergoeding omvat niet de kostenvergoeding voor de procesfinancier en iii) voor de deelnemers is niet duidelijk dat de af te dragen vergoeding kan uitkomen op meer dan 25% van enige vergoeding. Tot slot maakt de toelichting van de Stichting niet inzichtelijk wat met het verschil gebeurt tussen het percentage dat de Stichting aan de procesfinancier moet afdragen en de 25%-vergoeding die de Stichting kan inhouden op vergoedingen aan deelnemers. Het doen van afstand van het inhouden van de 25%-vergoeding door de procesfinancier is niet gewaarborgd. Ook staat niet vast dat ontvangen bedragen volledig naar de procesfinancier gaan. De Stichting heeft dus niet aangetoond dat geen bedrag bij haar achterblijft, aldus Vattenfall.
2.26.
De Stichting heeft een concept-aankondiging opgesteld. Vattenfall heeft een aantal bezwaren tegen die aankondiging naar voren gebracht. Vattenfall wil nog reageren op de concept-aankondiging. Mede aan de hand van het concept van de Stichting en de al door Vattenfall genoemde bezwaren, stelt de rechtbank de volgende tekst voor de aankondiging voor. Partijen zullen een termijn krijgen om bij akte op deze tekst te reageren. Daarna zal de rechtbank in een volgend tussenvonnis de definitieve tekst van de aankondiging vaststellen. De manier waarop de klanten van Nuon/Vattenfall aan de rechtbank kunnen laten weten of zij niet willen meedoen met de collectieve actie (‘opt-out’) of (in het geval geen sprake is van een woon- of verblijfplaats in Nederland) dat zij meedoen (‘opt-in’) zal ook dan worden vastgesteld.
Concept aankondiging:
‘ Aankondiging in opdracht van de rechtbank Amsterdam’
Collectieve (schadevergoedings)actie tegen Vattenfall (voorheen Nuon)
Stichting Nuon-Claim is een collectieve actie gestart tegen Vattenfall N.V., Vattenfall Sales Nederland N.V. en Vattenfall Energy Trading Netherlands N.V., voorheen ook bekend als Nuon. De actie betreft schade die bepaalde zakelijke klanten mogelijk hebben geleden doordat Nuon en later Vattenfall, een zogeheten ‘kW-vergoeding’ in rekening bracht.
Deze kW-vergoeding is een vergoeding die Vattenfall in rekening bracht voor gecontracteerd vermogen. Op facturen is dit bijvoorbeeld vermeld als: “vergoeding voor gecontracteerd vermogen”, “vergoeding voor gecontr. vermogen” of “gecontracteerd transportvermogen”.
De mogelijk gedupeerde klanten bestaan uit de afnemers van elektriciteit van Vattenfall (voorheen Nuon) met een elektriciteitsaansluiting van 3 × 80 Ampère of meer (grootverbruikers) die vanaf 30 maart 2002 (of later) een kW-vergoeding in rekening gebracht kregen en hebben betaald, en die per 30 maart 2022 niet in het kader van een schikking met Vattenfall hun rechten op een (nadere) vergoeding hebben prijsgegeven. De groep klanten bestaat alleen uit zakelijke afnemers van elektriciteit. Op de website van Stichting Nuon-Claim kunt u meer informatie vinden. (Voetnoot 4)
De procedure die Stichting Nuon-Claim is gestart, is aanhangig bij de rechtbank Amsterdam. De rechtbank Amsterdam heeft twee tussenvonnissen gewezen. Deze tussenvonnissen zijn te vinden op https://uitspraken.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:403 en [toevoegen: ECLI-nummer van vonnis 25 oktober 2023].
De klanten voor wie Stichting Nuon-Claim de procedure voert, zijn te verdelen in twee groepen.
Groep 1
Als de kW-vergoeding ná 15 november 2016 bij u in rekening is gebracht of als de kW-vergoeding al vóór 15 november 2016 maar óók daarna bij u in rekening is gebracht door Vattenfall behoort u tot Groep 1.
Voor Groep 1 is Stichting Nuon-Claim door de rechtbank aangewezen als exclusieve belangenbehartiger.
Wilt u over deze collectieve actie meer informatie, kijk dan in het WAMCA-register (Voetnoot 5) voor de Collectieve vordering tegen Vattenfall c.s.. De volledige dagvaarding en de beslissingen van de rechtbank in deze zaak leest u daar.
Groep 2
Als u alleen vóór 15 november 2016 de kW-vergoeding heeft betaald en daarna niet meer behoort u tot Groep 2.
Stichting Nuon-Claim behartigt ook de belangen van deze groep klanten, die de kW-vergoeding hebben betaald in de periode vanaf 30 maart 2002, maar met het betalen daarvan vóór 15 november 2016 zijn gestopt (bijvoorbeeld omdat zij toen geen klant meer waren of omdat zij een ander contract hadden afgesloten). De collectieve actie voor Groep 2 valt onder het oude collectieve actierecht. Deze groep hoeft zich op dit moment niet te melden om mee te kunnen doen. Dat komt op een later moment. Deze klanten moeten de website van de Stichting Nuon-Claim (https://www.nuon-claim.nl) daarvoor in de gaten houden.
Nadere informatie als u tot Groep 1 behoort
Als u behoort tot Groep 1 (d.w.z. u heeft de kW-vergoeding (ook) na 15 november 2016 betaald), dan zijn er 3 situaties mogelijk. Kijkt u hieronder welke situatie op u van toepassing is. Daarbij staat telkens of u iets moet doen of niet.
* Situatie 1
Als u behoort tot Groep 1 die de kW-vergoeding ook na 15 november 2016 heeft betaald en u woont/bent gevestigd in Nederland én u vindt het goed dat Stichting Nuon-Claim ook uw belangen behartigt, dan hoeft u niets te doen.
U hoeft op dit moment niets te betalen voor de behartiging van uw belangen, de proceskosten worden vooralsnog gedragen door een externe financier. Pas als blijkt dat gedupeerde ((ex-)klanten van Vattenfall (voorheen Nuon) recht hebben op een schadevergoeding, heeft de Stichting recht op tussen de 8% en 12% van de schadevergoeding plus vergoeding van de door haar gemaakte onkosten. In dat geval zal dat bedrag direct aan de stichting worden betaald; u hoeft daarvoor niets te doen. Het bedrag daarboven zal dan aan de gedupeerden worden uitgekeerd. Wel moet u zich dan mogelijk nog aanmelden om uw betaling te kunnen ontvangen. Daarover volgt later informatie wanneer de procedure tot een afronding komt, maar dat kan nog een tijd duren. Het is daarom belangrijk dat u bewijs bewaart, zoals facturen van en overeenkomsten/-correspondentie met Nuon/Vattenfall.
* Situatie 2
Als u behoort tot Groep 1 en u woont in Nederland maar u wilt niet dat Stichting Nuon-Claim uw belangen in deze procedure behartigt (bijvoorbeeld omdat u hierover zelf een procedure wilt voeren), dan moet u dat aan de rechtbank kenbaar maken (dat heet: ‘opt-out’). U bent dan niet aan de uitspraak in deze zaak gebonden, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen.
Als u kiest voor ‘opt-out’, dan kunt u dat uiterlijk tot [datum] doorgeven.
U kunt uw keuze voor opt-out doorgeven via de volgende website:
https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen.
Op deze webpagina staat in de map ‘Collectieve vordering tegen Vattenfall c.s.” een ‘opt-out’-knop. Als u daarop klikt, wordt er een e-mailbericht gegenereerd. Daarin vult u de gevraagde gegevens in en u klikt op verzenden.
U kunt uw keuze voor ‘opt-out’ ook per post doorgeven. Stuurt u dan een brief aan de rechtbank Amsterdam, t.a.v. team handel (Postbus 84500, 1080 BN Amsterdam).
U kunt de volgende tekst gebruiken:
“Mijn naam is [..] en ik vertegenwoordig rechtsgeldig het bedrijf of de rechtspersoon [..] met adres [..]. Dit bedrijf heeft van Nuon/Vattenfall (ook) na 15 november 2016 een “kW-vergoeding” gefactureerd gekregen en betaald. Ik wil niet dat stichting Nuon-Claim in de procedure met zaaknummer C/13/716600 / HA ZA 22-332 de belangen van mijn bedrijf behartigt.”
* Situatie 3
Als u tot Groep 1 behoort, maar niet in Nederland woont, dan heeft de collectieve actie niet automatisch betrekking op uw belangen. Dat is alleen anders als u de rechtbank laat weten dat u wilt dat de Stichting ook voor uw belangen optreedt (‘opt-in’).
Als u buiten Nederland woont en u kiest voor ‘opt-in’, dan betekent dat het volgende. Als de vorderingen van de Stichting geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, kunt u daaraan rechten ontlenen, maar als deze worden afgewezen, bent u daaraan (ook) gebonden.
Als u kiest voor ‘opt-in’, dan kunt u dat uiterlijk tot [datum] doorgeven. U kunt uw keuze voor ‘opt-in’ doorgeven via de volgende website:
https://www.rechtspraak.nl/Registers/centraal-register-voor-collectieve-vorderingen.
Op deze webpagina staat in de map ‘Collectieve vordering tegen Vattenfall c.s.” een ‘opt-in’-knop. Als u daarop klikt, wordt er een e-mailbericht gegenereerd. Daarin vult u de gevraagde gegevens in en u klikt op verzenden.
U kunt uw keuze voor ‘opt-in’ ook per post doorgeven. Stuurt u dan een brief een brief te sturen aan de rechtbank Amsterdam, t.a.v. team handel (Postbus 84500, 1080 BN Amsterdam). In die brief kunt u de volgende tekst gebruiken:
"“Mijn naam is [..] en ik vertegenwoordig rechtsgeldig het bedrijf of de rechtspersoon [..] met adres [..]. Dit bedrijf heeft van Nuon/Vattenfall (ook) na 15 november 2016 een “kW-vergoeding” gefactureerd gekregen en betaald. Ik heb geen woonplaats of verblijf in Nederland, maar stem ermee in dat in de collectieve actie van Stichting Nuon-Claim (zaaknummer C/13/716600 / HA ZA 22-332) ook mijn belangen worden behartigd."