Rechtbank Amsterdam, eerste en enige aanleg europees strafrecht
ECLI:NL:RBAMS:2025:3386
Op 14 May 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een eerste en enige aanleg procedure behandeld op het gebied van europees strafrecht, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 13-078120-25, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBAMS:2025:3386. De plaats van zitting was Amsterdam.
Indicatie
Executie-EAB uit Roemenië. Officier van justitie niet-ontvankelijk omdat het EAB is ingetrokken.
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13-078120-25
Datum uitspraak: 14 mei 2025
op de vordering van 21 maart 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). (Voetnoot 1)
Dit EAB is uitgevaardigd op 22 januari 2025 door the Valenii de Munte Court of First Instance, Roemenië (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1995,
feitelijk verblijfadres: [BRP-adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.
Procesverloop
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 mei 2025, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen. Hij is vertegenwoordigd door zijn gemachtigd raadsman, mr. E. Boskma, advocaat te Alkmaar.
2
Identiteit van de opgeëiste persoon
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Roemeense nationaliteit heeft.
3
Ontvankelijkheid officier van justitie
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft bij e-mail van 14 mei 2025 bevestigd dat het EAB is ingetrokken, omdat de opgeëiste persoon in Roemenië is aangehouden. De officier van justitie heeft daarom ter zitting gevorderd dat hij niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De rechtbank volgt het bovengenoemde standpunt.
Beslissing
VERKLAART de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
STELT VAST dat de geschorste overleveringsdetentie is beëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.P.W. Helmonds, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en E.M. de Bie, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Riedijk, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 14 mei 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.
Voetnoot
Voetnoot 1
Zie artikel 23 Overleveringswet.
ÁG1131215198731È
G113121519873