Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - enkelvoudig vreemdelingenrecht

ECLI:NL:RBDHA:2025:10357

Op 12 June 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is NL25.12315, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:10357. De plaats van zitting was Middelburg.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
NL25.12315
Datum uitspraak:
12 June 2025
Datum publicatie:
13 June 2025

Indicatie

Asiel. Azerbeidzjaanse. Problemen met politicus en autoriteiten ongeloofwaardig geacht. Ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL25.12315

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),

en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.H.H.P.M. Kelderman).

Procesverloop

Procesverloop

Bij besluit van 10 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. (Voetnoot 1)

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het beroep op 22 mei 2025 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [datum] 1980 en heeft de Azerbeidzjaanse nationaliteit. Hij heeft op 22 december 2023 een asielaanvraag ingediend. Hieraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij bij de douane werkte en sinds 2008 door [naam], zijn leidinggevende, werd verplicht om fraude te plegen door goederen, die naar het binnenland werden gesmokkeld, op zijn naam te zetten. Eiser is naar Oekraïne vertrokken en is meermaals bedreigd door [naam] en zijn boekhouder. Nadat eiser in maart 2023 is teruggekeerd naar Azerbeidzjan is hij opgepakt wegens het in het bezit hebben van marihuana. Eiser stelt dat [naam] hierachter zit en vreest bij terugkeer naar Azerbeidzjan vervolgd te worden door [naam].

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarbij volgt verweerder eisers verklaringen en overgelegde documenten over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst. De gestelde problemen met [naam] vanwege zijn werkzaamheden bij de douane worden niet geloofwaardig geacht. De gestelde problemen met de autoriteiten naar aanleiding van de problemen met [naam] worden eveneens ongeloofwaardig geacht.

3. Eiser voert aan dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is, waarbij verweerder onvoldoende is ingegaan op eisers specifieke problematiek. Bij terugkeer naar Azerbeidzjan zal hij onevenredig zwaar gestraft worden. Ook kan hij niet terugkeren naar Oekraïne, zodat hij geen veilig alternatief heeft. Verder voert hij aan dat hij bij terugkeer naar Azerbeidzjan bevraagd zal worden over zijn asielaanvraag in Nederland en zal dit nadelige gevolgen hebben voor hem. Ter onderbouwing hiervan verwijst hij naar het algemeen ambtsbericht Azerbeidzjan 2024. Tot slot stelt eiser op grond van artikel 8 van het EVRM (Voetnoot 2) verblijfsrecht te kunnen ontlenen aan zijn in Nederland verblijvende gezinsleden.

De rechtbank oordeelt als volgt.

4. De rechtbank stelt allereerst vast dat eiser de grond dat hij op grond van artikel 8 van het EVRM verblijfsrecht kan ontlenen aan zijn in Nederland verblijvende gezinsleden ter zitting heeft laten vallen.

5. Verder heeft verweerder de problemen met [naam] en de autoriteiten van Azerbeidzjan niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Hierbij is verweerder in het bestreden besluit, en het voornemen dat daar onderdeel van is, voldoende gemotiveerd ingegaan op eisers specifieke problemen. Eiser laat in beroep na duidelijk te maken op welke onderdelen verweerder in zijn motivering tekort is geschoten, zodat dit niet kan leiden tot enig resultaat.

6. Daarnaast volgt uit het algemeen ambtsbericht Azerbeidzjan 2024 dat met name personen die politiek actief waren en vanuit Duitsland zijn uitgezet naar Azerbeidzjan en personen die strafbare feiten hebben gepleegd voor hun vertrek uit Azerbeidzjan ondervraagd zijn bij terugkeer in Azerbeidzjan. De rechtbank stelt vast dat eiser niet politiek actief is (geweest) (Voetnoot 3) en dat verder niet is onderbouwd waarom eiser zal worden ondervraagd bij terugkeer naar Azerbeidzjan. De ter zitting gemaakte opmerking dat het algemeen ambtsbericht niet compleet is, omdat het lot van asielzoekers bij terugkeer naar Azerbeidzjan onvoldoende in kaart is gebracht, leidt niet tot een andere conclusie. Eiser heeft namelijk niet onderbouwd dat er reële zorgen zijn over het lot van asielzoekers bij terugkeer naar Azerbeidzjan.

7. Gelet op het voorgaande heeft verweerder eisers asielaanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.

8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 12 juni 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoot

Voetnoot 1

Op grond van artikel 31, eerste lid jo. artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).

Voetnoot 2

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Voetnoot 3

Rapport nader gehoor van 11 november 2024, p. 4 van 20.