Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - enkelvoudig vreemdelingenrecht

ECLI:NL:RBDHA:2025:11191

Op 23 June 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is NL25.17520, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:11191. De plaats van zitting was Utrecht.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
NL25.17520
Datum uitspraak:
23 June 2025
Datum publicatie:
26 June 2025

Indicatie

Tweede beroep niet tijdig, nareis, griffierecht te laat betaald, beroep niet-ontvankelijk

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: NL25.17520

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H. Hassan), en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend na de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Arnhem, van 28 augustus 2024.1 In die uitspraak staat onder meer dat de minister binnen vier weken moet beslissen op de nareisaanvraag van eiseres, indien de minister niet binnen die termijn gelegenheid tot herstel van verzuimen biedt. De minister heeft zich hieraan niet gehouden. Eiseres stelt daarom nu beroep in.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet tijdig betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.

2. Iemand die in beroep gaat, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 194,-.

3. Als het griffierecht niet (tijdig) wordt betaald, is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waaraan eiseres niets kan doen.

4. De rechtbank heeft eiseres op 18 april 2025 een aangetekende nota gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank. In deze nota staat ook dat de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren als eiseres het griffierecht niet of niet tijdig betaalt.

1. Zaaknummer NL24.30036.

5. De rechtbank heeft het bedrag niet tijdig ontvangen. Eiseres heeft daarvoor geen geldige reden gegeven.

6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54, eerste lid, van de Awb).

7. Er is geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten.

8. Omdat eiseres het griffierecht wel heeft betaald, maar te laat, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier.

De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

23 juni 2025

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.