Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - enkelvoudig vreemdelingenrecht

ECLI:NL:RBDHA:2025:11769

Op 3 July 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is NL25.11399, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:11769. De plaats van zitting was Middelburg.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
NL25.11399
Datum uitspraak:
3 July 2025
Datum publicatie:
4 July 2025

Indicatie

Asiel, Chili, veilig derde land, beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL25.11399

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.W. Verweij),

en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder,(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Procesverloop

Bij besluit van 7 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard. (Voetnoot 1)

Eiser heeft op 11 maart 2025 tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het beroep op 19 juni 2025 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is aanwezig [tolk]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [datum] 1984. Hij heeft op 24 juli 2022 een asielaanvraag in Nederland ingediend.

2. Verweerder heeft eisers asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard, omdat Chili voor eiser als een veilig derde land wordt beschouwd waar eiser naar terug kan keren. Verweerder neemt aan dat eiser een band heeft met Chili omdat hij een periode van vijf jaar voor zijn vertrek naar Nederland legaal in Chili heeft verbleven, waarbij hij meerdere banen heeft gehad. Volgens verweerder is het aannemelijk dat eiser opnieuw tot Chili wordt toegelaten. Er zijn voor eiser namelijk meerdere wijzen om Chili in te reizen of toegang te verkrijgen. In het verleden is dit eiser ook zelfstandig gelukt. Onder verwijzing naar landeninformatie stelt verweerder dat Chili in het algemeen als veilig land wordt beschouwd en dat eiser zich tot de autoriteiten kan wenden ingeval van problemen.

3. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en stelt zich op het standpunt dat Chili geen veilig derde land voor hem is. Eiser betwist dat hij een band heeft met Chili. Hij heeft Chili verlaten omdat hij bedreigd en mishandeld werd vanwege zijn seksuele gerichtheid en vanwege xenofobie. De Chileense autoriteiten hebben eiser hier niet tegen beschermd. De enkele bewering van verweerder dat eiser zich bij incidenten zou kunnen wenden tot de Chileense autoriteiten, kan niet worden aangemerkt als deugdelijke motivering. Verder had het eiser niet tegengeworpen mogen worden dat er voor hem meerdere mogelijkheden zijn om toegang tot Chili te verkrijgen. Dat eiser in het verleden toegang heeft verkregen met een verblijfsrecht is geen garantie dat hij opnieuw legaal in Chili kan verblijven. Voorts stelt eiser dat er een reëel risico is op schending van het beginsel van non-refoulement. Hierbij verwijst eiser naar het landenrapport over Chili als veilig land. (Voetnoot 2) Tot slot stelt eiser dat hij geen toegang heeft tot basisvoorzieningen in Chili.

De rechtbank oordeelt als volgt.

4. Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw kan een asielaanvraag niet-ontvankelijk worden verklaard als een derde land voor de vreemdeling als veilig derde land kan worden beschouwd. Op grond van artikel 3.106a, tweede en derde lid, van het Vb (Voetnoot 3) wordt een asielaanvraag slechts op die grond niet-ontvankelijk verklaard indien een vreemdeling een zodanige band heeft met het betrokken derde land dat het voor hem redelijk zou zijn naar dat land te gaan, de vreemdeling toegang heeft tot dat land en de veiligheidssituatie is beoordeeld.

Band met Chili

5. Bij de beoordeling of sprake is van een band als genoemd in de vorige rechtsoverweging worden alle individuele omstandigheden betrokken. Het is op grond van artikel C2/6.3 van de Vc. (Voetnoot 4) aan verweerder om aannemelijk te maken dat eiser banden heeft met Chili. Verweerder neemt een zodanige band aan als de vreemdeling eerder in dat land heeft verbleven. Vervolgens is het aan eiser om dit te weerleggen. Verweerder heeft voldoende onderbouwd dat eiser een zodanige band heeft met Chili dat het voor hem redelijk is om naar dat land te gaan. Eiser heeft vijf jaar in Chili verbleven en daar gewerkt, waardoor eiser uiteindelijk een permanent visum heeft verkregen, waarmee hij legaal kon verblijven in Chili voor onbepaalde tijd. Wat eiser aanvoert over zijn omstandigheden in Chili, namelijk dat hij daar is bedreigd en mishandeld en hier geen bescherming voor kreeg, is niet relevant voor de beoordeling of er sprake is van een band is met het derde land. Deze omstandigheden hebben immers betrekking op de veiligheidssituatie in Chili.

Toelating tot Chili

6. Verweerder dient aannemelijk te maken dat toegang tot het derde land in beginsel mogelijk is. Het is vervolgens aan eiser om aan te tonen dat deze mogelijkheid om toegang te krijgen tot dat land in zijn geval niet aanwezig is of dat niet van hem kan worden verlangd dat hij opnieuw probeert toegang en verblijf tot dit betreffende land te krijgen.

7. Niet in geschil is dat eisers verblijfsrecht in Chili is geëindigd op 20 juli 2024. Verweerder heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat eiser opnieuw tot Chili zal worden toegelaten. In het bestreden besluit heeft verweerder onder verwijzing naar landeninformatie onderbouwd dat er verschillende mogelijkheden zijn voor toelating tot Chili. De mogelijkheden zien op het legaal inreizen van Chili. Eiser heeft niet betwist dat hij legaal Chili in kan reizen door gebruik te maken van één van de in het bestreden besluit weergegeven mogelijkheden. Vervolgens is het mogelijk voor eiser om in Chili legaal verblijf te realiseren door bijvoorbeeld een aanvraag voor internationale bescherming in te dienen. Dat aan de toelating voorwaarden verbonden zijn, leidt niet tot een andere conclusie. Eiser heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat hij niet zal worden toegelaten omdat hij niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, of dat van hem geen inspanningen om toegang te verkrijgen kunnen worden verlangd. Het is daarbij ook van belang dat het eiser in het verleden is gelukt om zelfstandig toegang tot Chili te krijgen met een visum en hier vervolgens op basis van een tijdelijke verblijfsvergunning te kunnen werken. De enkele stelling dat het niet zeker is of eiser opnieuw werk zal vinden in Chili is in dit verband onvoldoende.

Chili als veilig land

8. Het is aan verweerder om aan de hand van zorgvuldig onderzoek te motiveren dat eiser in Chili overeenkomstig de beginselen genoemd in artikel 3.106a, eerste lid, van het Vb zal worden behandeld. Het gaat daarbij onder meer over de situatie voor vreemdelingen in het betreffende derde land, de bescherming die zij krijgen tegen refoulement, de mogelijkheden om asiel aan te vragen en de bestaansmogelijkheden en voorzieningen.

9. Verweerder heeft voldoende gemotiveerd dat Chili in zijn algemeenheid wordt aangemerkt als veilig derde land. Voor deze beoordeling heeft verweerder voldoende actuele informatie betrokken. Voor zover eiser stelt dat hij in het verleden in Chili slachtoffer was van mishandeling en discriminatie, werpt verweerder terecht tegen dat eiser hiervoor de hulp kan inschakelen van de Chileense autoriteiten, wat eiser niet eerder heeft gedaan. Eiser heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat het voor hem niet mogelijk of bij voorbaat zinloos is om de Chileense autoriteiten te benaderen. Voor zover eiser stelt dat hij werd gediscrimineerd op zijn werk en daarom is ontslagen, heeft verweerder terecht opgemerkt dat eiser heeft verklaard dat eiser meerdere banen heeft gehad waarmee hij onder andere is gestopt vanwege de aard van zijn tijdelijke verblijfsvergunning en vanwege de coronamaatregelen. Ook heeft eiser verklaard dat hij in zijn laatste werk een leidinggevende positie had en dat er door zijn leidinggevenden maatregelen werden genomen op het moment dat hij problemen aankaartte. Verweerder heeft dan ook kunnen overwegen dat hij niet volgt dat eiser zijn werk moest verlaten door discriminatie. Ook werpt verweerder terecht tegen dat eiser geen documenten heeft overgelegd waarmee wordt onderbouwd dat zijn ontslag een gevolg was van discriminatie.

10. Voor zover eiser stelt dat hij naar Venezuela zal worden uitgezet, heeft verweerder voldoende gemotiveerd dat volgens de factsheet (Voetnoot 5) het Chileense beleid inhoudt dat bij een legale inreis geen sprake is van gedwongen uitzetting. Door eiser zijn geen aanwijzingen aangeleverd dat dit beleid anders wordt toegepast, of dat eiser bij terugkeer naar Chili een risico op uitzetting naar Venezuela loopt. Nu eiser Chili legaal kan inreizen, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat Chili voor hem persoonlijk geen veilig derde land is.

11. Tot slot heeft eiser geen informatie overgelegd waaruit blijkt dat hij geen toegang zal krijgen tot de basisvoorzieningen. In zijn gehoren heeft eiser verklaard dat hij gedurende zijn eerdere verblijf toegang had tot de arbeidsmarkt, huisvesting en medische zorg. Niet is aannemelijk gemaakt dat eiser bij terugkeer naar Chili geen toegang meer zal hebben tot deze voorzieningen. Verweerder stelt terecht dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake zal zijn op een risico op een behandeling in strijd met de beginselen van artikel 3.106a, eerste lid, van het Vb.

Conclusie

12. Verweerder heeft Chili als veilig derde land voor eiser kunnen beschouwen.

13. Verweerder heeft de aanvraag van eiser daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.

14. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 3 juli 2025 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van A.S.J.I. Hendrickx, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoot

Voetnoot 1

Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).

Voetnoot 2

Chili: Informatie ter beoordeling van ‘veilig derde land’.

Voetnoot 3

Vreemdelingenbesluit 2000.

Voetnoot 4

Vreemdelingencirculaire 2000.

Voetnoot 5

TOELT september 2024, Chili: Informatie ter beoordeling van ‘veilig derde land’.