Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - enkelvoudig vreemdelingenrecht

ECLI:NL:RBDHA:2025:15202

Op 15 August 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is NL24.46728, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:15202. De plaats van zitting was Middelburg.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
NL24.46728
Datum uitspraak:
15 August 2025
Datum publicatie:
15 August 2025

Indicatie

asiel – terugkeer naar Rusland – reservist - vrees voor mobilisatie – toekomstige vrees – uitlezen van telefoons – terugkeer uit het westen – beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL24.46728

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),

en

de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. van der Steen-Jhinnoe).

Procesverloop

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2025 op zitting behandeld. Eiser heeft hieraan deelgenomen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk Russisch was [tolk] aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

1. Eiser stelt te zijn geboren op [datum] 2000 en de Russische nationaliteit te bezitten. Hij heeft op 9 april 2023 om asiel gevraagd.

2. In het bestreden besluit oordeelt verweerder dat eiser zijn identiteit, nationaliteit en herkomst heeft onderbouwd met echt bevonden documenten. Verweerder is verder van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij heeft te vrezen voor vluchtelingenrechtelijke vervolging of ernstige schade. De aanvraag is daarom afgewezen als ongegrond. Volgens verweerder is niet aannemelijk geworden dat eiser als reservist is gemobiliseerd voor deelname aan de oorlog in Oekraïne of dat dat bij terugkeer in Rusland zal gebeuren. Evenmin volgt verweerder dat eiser bij terugkeer in Rusland in de negatieve aandacht van de Russische autoriteiten zal komen te staan vanwege zijn vertrek uit Rusland of vanwege een foto op eisers telefoon waarop eiser is afgebeeld gehuld in de Oekraïense vlag.

3. Eiser bestrijdt in beroep de juistheid van die beoordeling. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het bestreden besluit juist is.

De rechtbank oordeelt als volgt.

4. Verweerder heeft in het bestreden besluit niet ten onrechte overwogen dat eisers vrees voor mobilisatie ziet op een niet aannemelijke toekomstige gebeurtenis. Verweerder heeft daarbij verwezen naar het Algemeen Ambtsbericht over Rusland van 20 maart 2023 en het EUAA-rapport ‘The Russian Federation – Military Service’ van 16 september 2022. Uit deze bronnen kan worden afgeleid dat in Rusland na eind oktober 2022 geen sprake is geweest van een grootschalig mobilisatie. In het verweerschrift is nog toegelicht dat ook het Thematisch Ambtsbericht Russische Federatie van februari 2025 vermeldt dat gedurende de verslagperiode geen mobilisatieoproepen zijn verzonden. Voor zover eiser is opgeleid tot radiotelegrafist, heeft verweerder overwogen dat niet is gebleken dat reservisten met specifiek deze specialisatie in het algemeen wel worden gemobiliseerd. Dat dit niet is uitgesloten, omdat in het algemeen nog steeds reservisten met een bijzondere opleiding worden opgeroepen, is onvoldoende om de persoonlijke vrees van eiser gefundeerd te achten. Voor zover eiser in beroep een kopie van een oproep met vertaling heeft overgelegd, stelt verweerder terecht dat, daargelaten of deze oproep ook daadwerkelijk op eiser betrekking heeft, het geen mobilisatieoproep betreft, maar een oproep om zich vóór 29 januari 2025 te melden bij het Militair Comité van de stad Toetajev met als doel de gegevens in de militaire registers nader te specificeren. Hiermee heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij is gemobiliseerd of dat hij in de nabije toekomst in het kader van mobilisatie zal worden opgeroepen. Voor zover eiser heeft aangevoerd dat het ontduiken van een mobilisatieoproep kan leiden tot strafrechtelijke vervolging en het opgelegd krijgen van maatschappelijke beperkingen, hoeft dat daarom niet verder te worden beoordeeld.

5. Anders dan eiser stelt, volgt uit het Algemeen Ambtsbericht van maart 2023 niet dat eiser bij terugkeer in de negatieve belangstelling zal komen te staan om de enkele reden dat hij Rusland heeft verlaten. Het Ambtsbericht noemt in dit verband enkel het illegaal uitreizen of uitreis met valse documenten als risicofactor. (Voetnoot 1) Eiser is legaal en gecontroleerd zonder problemen uitgereisd. Verweerder merkt in het bestreden besluit onder verwijzing naar het Ambtsbericht op dat verdere informatie over problemen bij terugkeer niet bekend is. Eiser heeft in beroep nog gewezen op een bij de aanvullingen en correcties op het nader gehoor overgelegd artikel van Deutsche Welle, waarin wordt beschreven dat terugkeerders worden ondervraagd. Dit maakt echter nog niet aannemelijk dat eiser bij terugkeer ook problemen heeft te verwachten.

6. Voor zover op eisers telefoon een foto aanwezig waarop hij gehuld in een Oekraïense vlag is afgebeeld, heeft verweerder er terecht op gewezen dat dit een privé-foto is die niet zichtbaar is voor anderen, zodat niet aannemelijk is dat de Russische autoriteiten van deze foto op de hoogte zijn. Eiser heeft zijn suggestie in beroep dat er mogelijk nog vergelijkbare foto’s van hem circuleren niet geconcretiseerd en onderbouwd. Dat de Russische autoriteiten de sociale media monitoren, zoals eiser stelt, is in verband hiermee dan ook niet relevant. Niet is gebleken dat eiser zich overigens kritisch uit op sociale media. Voor zover uit het genoemde artikel van Deutsche Welle volgt dat de Russische autoriteiten mogelijk telefoons van terugkeerders uitlezen, heeft verweerder terecht overwogen dat eiser kan terugkeren zonder bedoelde foto bij zich te dragen. Daarbij is terecht gewezen op eisers eigen verklaring dat hij voornemens is geweest om de foto van zijn telefoon te verwijderen. Niet valt in te zien waarom dat niet van eiser zou mogen worden verwacht. Verweerder heeft dan ook niet ten onrechte geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat eiser vanwege de foto bij zijn terugkeer in de negatieve aandacht van de Russische autoriteiten zal komen te staan.

Conclusie

7. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.

8. Het beroep is ongegrond. Het bestreden besluit blijft dan ook in stand. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan op 15 augustus 2025 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De uitspraak is bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoot

Voetnoot 1

Algemeen Ambtsbericht Russische Federatie 20 maart 2023, pagina 113.