Rechtbank Den Haag, voorlopige voorziening vreemdelingenrecht
ECLI:NL:RBDHA:2025:16236
Op 1 September 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een voorlopige voorziening procedure behandeld op het gebied van vreemdelingenrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 25.28441, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2025:16236. De plaats van zitting was Groningen.
Indicatie
Dublin BZ, plakvovo
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M. Pater),
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Procesverloop
Procesverloop
1. Bij besluit van 26 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
Overwegingen
2. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.28440, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Hanssen-Telman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A. Postma, griffier.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.