1.1.
RWS heeft een aanbesteding uitgeschreven voor de renovatie van acht bruggen. [A] heeft ingeschreven voor de opdracht “Brug bij Ewijk” en heeft die opdracht definitief gegund gekregen. RWS heeft het werk aan [A] opgedragen onder de “Raamovereenkomst Renovatie 8 Bruggen” van 1 april 2010 (hierna: de Raamovereenkomst). In de Raamovereenkomst staat onder meer vermeld:
“
Artikel B3. Verplichtingen van de Opdrachtgever
2. De Opdrachtgever zal ten behoeve van de uitvoering van een Deelproject zorgdragen dat de Opdrachtnemer kan beschikken over de informatie waarover de Opdrachtgever beschikt, voor zover het ter beschikking stellen daarvan noodzakelijk is om de Opdrachtnemer in staat te stellen de Werkzaamheden voor een Deelproject te realiseren. De Opdrachtgever zal er voor zorgdragen dat de Opdrachtnemer op een dusdanig moment kan beschikken over de door de Opdrachtgever aan te leveren informatie dat de Opdrachtnemer de Werkzaamheden op een goede en continue wijze kan uitvoeren.
(...)
Artikel B4. Verplichtingen van de Opdrachtnemer
1. De Opdrachtnemer is verplicht de uit het Brugcontract voortvloeiende Werkzaamheden te verrichten. Voldoet een Deelproject bij oplevering niet aan die eisen uit de Overeenkomst dan is er sprake van een gebrek.
2. De Opdrachtnemer is verplicht de uit het Brugcontract voortvloeiende Werkzaamheden te realiseren volgens de bepalingen van de Overeenkomst zonder aanspraak te kunnen maken op verrekening, kostenvergoeding of schadevergoeding anders dan in de gevallen waarin dat voorgeschreven of kennelijk bedoeld is. De Opdrachtnemer is verplicht al datgene te verrichten, wat naar de aard van de Overeenkomst door de wet, de eisen van redelijkheid en billijkheid of het gebruik wordt gevorderd.
(...)
1. De Opdrachtnemer zal te allen tijde volledige medewerking verlenen aan Wijzigingen. Indien Wijzigingen optreden zal de Opdrachtnemer trachten de Werkzaamheden
dusdanig aan te passen dat aan de bepalingen van de Overeenkomst kan worden voldaan, zonder dat dit in principe leidt tot kostenvergoeding en/of termijnsverlenging.
Wijzigingen op initiatief van de Opdrachtgever
2. De Opdrachtgever is te allen tijde gerechtigd om Wijzigingen op te dragen, welke door de Opdrachtnemer dienen te worden aanvaard: (...)
4. De Opdrachtnemer is verplicht een door de Opdrachtgever opgedragen Wijziging uit te voeren, tenzij de Opdrachtnemer aantoont dat uitvoering van de Wijziging:
a. een naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare verstoring van de Werkzaamheden tot gevolg zou hebben dan wel
b. tot gevolg zou hebben dat de Opdrachtnemer zou worden verplicht tot Werkzaamheden die zijn technische kennis en/of capaciteit te boven gaan.
5. Indien de Opdrachtgever van mening is dat de Opdrachtnemer ten onrechte weigert de Wijziging uit te voeren, deelt hij dat met bekwame spoed schriftelijk aan de Opdrachtnemer mee. In dat geval treden Partijen onverwijld met elkaar in overleg om uit de ontstane impasse te geraken. Tijdens dat overleg vormen Partijen zich onder meer een beeld van de financiële gevolgen en de consequenties ten aanzien van de planning, die zich zouden voordoen indien de Wijziging zou worden uitgevoerd. Indien dit overleg ondanks de inspanningen van Partijen niet leidt tot een oplossing geldt het gestelde in artikel C3.
(...)
Artikel C3. Beslechting van geschillen
1. Alle verschillen van mening welke naar aanleiding van de Overeenkomst, of eventuele daaruit voortvloeiende Brugcontracten, ontstaan tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer, zullen zoveel mogelijk in goed overleg met elkaar opgelost worden. Als een verschil van mening niet langs minnelijke weg tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer opgelost kunnen worden wordt dit gezien als een geschil.
(...)
3. Een geschil heeft geen schorsende of opschortende werking ten aanzien van de voor de Opdrachtnemer uit hoofde van de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.
4. De Opdrachtnemer is gehouden, in afwachting van de totstandkoming van een uitspraak in het geschil, op vordering van de Opdrachtgever het Deelproject volgens zijn aanwijzingen voort te zetten.”
1.3.
Specifiek voor het Deelproject Brug bij Ewijk is de Vraagspecificatie 1 van 18 juni 2012 van belang, waarin eisen worden gesteld waaraan het werk moet voldoen dat door [A] wordt verricht. In de Vraagspecificatie 1 staat, voor zover relevant in het kader van dit geschil, vermeld:
“
1.5.14 Vervanging tuikabels
De tuikabels dienen vervangen te worden met gelijke kabels zoals deze nu aanwezig zijn, te weten geslagen kabels. Hierdoor kunnen de huidige zadels en de verankeringsblokkken behouden worden. De opdrachtgever heeft door middel van een referentie ontwerp bepaald dat het mogelijk is om de tuikabels te vervangen zonder dat tijdelijke steunpunten onder de brug benodigd zijn. Er wordt daarom geëist dat de kabelvervanging uit te voeren zonder tijdelijke steunpunten.
Eisen gesteld aan de vervanging van de tuikabels zijn beschreven in Bijlage VS1-14 Eisen vervanging tuikabels. (...)
Als bijlage bij de Vraagspecificatie 1 is onder meer een tekening “BRUG_21008” bijgevoegd, waarop een “Indicatieve bouwvolgorde vervangen tuikabels” staat vermeld.
1.5.
[A] heeft, ten behoeve van de vervanging van de tuien, de kans “Kans I Alternatief tuisysteem gebaseerd op parallelle strengen (PSS)” kostenneutraal aangeboden. Bij brief (kennelijk abusievelijk) gedateerd op 2 oktober 2009 heeft RWS toestemming gegeven voor het uitwerken van deze kans. Voor het benutten van de kans is een wijziging van artikel 1.5.14. van de Vraagspecificatie 1 noodzakelijk. Op 27 februari 2014 heeft RWS een Voorstel tot wijziging, de VTW 002, ondertekend. Daarin staat onder meer vermeld (waarbij [A] is aangeduid met ON):
“
Aanleiding en omschrijving van de Wijziging
Als gevolg van paragraaf 1.5.14 dienen bij de renovatie van de Brug bij Ewijk het tui-systeem te worden vervangen, met een gelijke Locked Coil (LC) tui-systeem. ON heeft in het kansendossier bij zijn aanbieding een kans aangedragen om de geslagen kabels te vervangen door parallelle strengen, het zgn. PSS-tuisysteem. Deze kans is kostenneutraal door ON aangeboden. Opdrachtgever wenst gebruik te maken van deze kans. Dat leidt tot voorliggende VTW waarin de noodzakelijke contractuele aanpassingen zijn vastgelegd.
(...)
VS1- paragraaf 1.5.14 Vervanging tuikabels
De huidige tekst vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst:
“Het huidige tui-systeem dient vervangen te worden met een PSS-tuisysteem. De huidige zadels en verankeringsblokken dienen vervangen/aangepast te worden aan dit systeem, inclusief de benodigde versterkingen. De opdrachtgever heeft door middel van een referentieontwerp bepaald dat het mogelijk is om de tuikabels te vervangen zonder dat tijdelijke steunpunten onder de brug vereist zijn. Er wordt daarom geëist dat de kabelvervanging wordt uitgevoerd zonder tijdelijke steunpunten.
(...)”
1.8.
Bij brief van 28 april 2014 heeft [A] aan RWS bericht:
“Op tekening (...)BRUG_21008 (...) wordt bij fase 5, stap 3 vermeld, dat de scharnierende oplegging van de korte tuizadels moet worden vastgezet als er geen kracht is in de lange tuikabels. Dit wordt volgens deze contracttekening bereikt door middel van het afvijzelen van de zadelbalk. Pas wanneer de kracht in de lange tuikabels nul nadert, moet de scharnierende oplegging worden vastgezet om de stabiliteit van de pyloon te garanderen.
Dit moment van vastzetten van de scharnierende oplegging wanneer de kracht in de lange tuikabels nul nadert en er geen kracht meer in de lange tuikabels zit, wordt echter nooit bereikt. Eind 2013 is geconstateerd dat zelfs na het maximaal afvijzelen van de zadelbalk er nog aanzienlijke krachten in de bestaande tuikabels aanwezig zijn, bovenop het eigen gewicht van de kabels. Dit bedraagt ongeveer een factor 3.7 maal zo groot als gevolg van het eigen gewicht bij de korte tuikabels en een factor 8 bij de lange. (...) De door RWS verstrekte tekening 21008 bevat dus onjuiste informatie.
Als gevolg van deze hogere (rest)krachten kan de door RWS voorgestelde uitvoeringsmethode niet meer worden uitgevoerd zonder aanvullende maatregelen en voorzieningen. Ook dit heeft [A] reeds specifiek kenbaar gemaakt in haar brief (...) van 31 januari 2014 en in het aanvullende schrijven op 4 februari 2014 (...). Vervolgens heeft [A] (...) herhaaldelijk verzocht om een Wijziging conform artikel B11 van de Raamovereenkomst.
Tot op heden heeft [A] deze Wijziging conform artikel B11 van de Raamovereenkomst nog niet van RWS ontvangen. Deze Wijziging is noodzakelijk om te kunnen starten met de tuikabelvervanging en hierin dienen in ieder geval de volgende onderdelen te zijn opgenomen:
een revisie van tekening (...)BRUG_21008 met de correcte gegevens en de status “Voor Uitvoering”,
versie van de niet-lineaire berekening (...) waaruit de nieuwe gegevens, randvoorwaarden, uitgangspunten en eisen volgen waarop de uitvoeringsmethode tuikabelvervanging dient te worden gebaseerd.
overeenstemming over alle gevolgen, waaronder de financiële en planningsconsequenties.
Aangezien het [A] niet vrij staat op eigen beweging tot uitvoering over te gaan op basis van eisen, uitgangspunten en randvoorwaarden die formeel nog niet zijn opgedragen en overeengekomen, is [A] genoodzaakt te wachten met het starten van de werkzaamheden totdat RWS de hiervoor bedoelde Wijziging opdraagt. In een separaat schijven zullen zo spoedig mogelijk de kosten- en tijdsconsequenties van deze Wijziging volgen.”